Verhuizing NIOD van de baan
Het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) hoeft niet te verhuizen en mag zijn eigen koers blijven varen. De KNAW herziet de plannen voor samenwerking in de geesteswetenschappen.
De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen wilde een Humanities Center oprichten waarin haar zes onderzoeksinstituten voor geesteswetenschappen beter konden samenwerken. Om alle archieven een plaats te bieden, zouden vijf van de zes instituten verhuizen naar het gebouw van het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam-Oost.
Het NIOD heeft zich van meet af aan fel verzet tegen zulke plannen. En met succes: het instituut blijft in zijn pand aan de Amsterdamse Herengracht. De verhuizing van de andere instituten staat ook op losse schroeven: het gebouw is te groot, als het NIOD niet meekomt.
De afgelopen tijd werd “steeds duidelijker” dat het NIOD de samenwerking niet zag zitten, blijkt uit een bericht op de website van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
Maar nu zwijgt het NIOD. “Hoe vreemd het ook klinkt voor een historicus, ik wil niet naar het verleden kijken”, zegt directeur Marjan Schwegman. Ze wil alleen kwijt dat het NIOD blij is met de erkenning van zijn “bijzondere positie”. Ze moet nog met het bestuur van de KNAW praten over de afhandeling.
De KNAW had verwacht dat zij het NIOD nog kon overhalen, zegt een woordvoerder. Het NIOD wilde graag de collectie, de publieksfunctie en het onderzoek bij elkaar houden. In het Koninklijk Instituut voor de Tropen zou dat kunnen. Maar toen zou het NIOD weer met nieuwe tegenwerpingen zijn gekomen. Het NIOD wil daar niet op reageren.
Van de andere instituten hoefde het NIOD ook niet meer mee te doen. “Liever niet”, zei directeur Henk Wals van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) twee maanden geleden. “Samenwerken moet wel con amore gaan. Als je de hakken in het zand zet, is dat niet bevorderlijk voor de voortgang.”
Op de achtergrond speelt een richtingenstrijd in de geesteswetenschappen. Digitalisering van archieven en data zal leiden tot nieuwe manieren van onderzoek, verwacht bijvoorbeeld Henk Wals. Wetenschappers hoeven niet langer handmatig de archieven door te pluizen. Ze kunnen met behulp van computerprogramma’s eenvoudig grote hoeveelheden tekst doorzoeken.
Het NIOD zag daar weinig in en schermde vooral met zijn ‘publieksfunctie’. De verhuizing naar het tropeninstituut zou schadelijk zijn voor de ‘zichtbaarheid’ van het NIOD.
De vijf instituten die straks wel gaan samenwerken, zijn het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, het Meertens Instituut en het Netherlands Institute for Advanced Study.