Stemmen uit het 'Encampment'
‘Voor het eerst merk ik iets van gemeenschapszin aan de UU’

Het is een zonnige maandagmiddag als DUB op bezoek komt. Ongeveer 25 mensen zijn bezig met opruimen en met het plannen van de dag. Er is een studiehoek waar enkele studenten aan het werk zijn, een hoek om te eten waar rekening wordt gehouden met allerlei dieetwensen, een welzijnshoek en een workshophoek.
Al dagenlang zijn er lezingen, filmvertoningen en workshops. Die workshops gaan bijvoorbeeld over poëzie, het maken van speldjes en het bieden van eerste hulp. Terwijl de studenten bezig zijn met de organisatie van activiteiten, verschijnt een tweetal Nederlandse muzikanten. Ze vinden de plek leuk en willen er graag een paar nummers spelen. De studenten vinden het prima.

De binnenplaats is nu het Hossam Shabat-kamp, genoemd naar een journalist die door het Israëlische leger is vermoord. De pro-Palestijnse beweging bezet het plein voor de bibliotheek sinds 7 mei.
Een eerdere poging om de binnenplaats te bezetten, vond precies een jaar geleden plaats, in mei 2024. De studenten zien het nieuwe kamp als een herdenking daarvan en als een actie tegen het gebrek aan initiatief van de universiteit in het afgelopen jaar.
Hun eisen zijn nog steeds dezelfde: verbreek de banden met medeplichtige bedrijven en instellingen, met name Israëlische universiteiten, en spreek je uit voor Palestina.
Wie zijn die actievoerende studenten?
Een van de studenten is een eerstejaars masterstudent aan de UU die sinds het begin in het kamp is. Die wil anoniem blijven om diens identiteit te beschermen, net als alle studenten met wie we spreken.
Deze masterstudent komt oorspronkelijk uit de bezette Palestijnse gebieden en heeft daar familieleden. Die zegt geïnspireerd te zijn door diens ouders. Die zijn in het gebied opgegroeid, en hun ervaringen en morele overtuigingen hebben ertoe geleid dat de student al sinds diens kindertijd veel met de Palestijnse kwestie bezig is.
Die doet al mee aan de protesten sinds oktober 2023 en is daarin steeds actiever geworden, onder meer door het organiseren van lezingen, voordrachten en filmvertoningen. Voor het eerst sinds het begin van diens studie aan de UU zegt die “een gemeenschap te hebben gevonden”. “Alles is zo versnipperd in Utrecht en de UU, dat is hier echt anders.”
De onderlinge steun en eenheid worden benadrukt en het feit dat die door de protesten veel fascinerende mensen heeft ontmoet. “Het is geweldig dat dat er zomaar mensen opduiken om livemuziek te spelen en samen te zingen.” Er is op de binnenplaats een goede balans tussen vrolijk verzet en serieus activisme, meent de student.
Een derdejaars bachelorstudent die ook bij veel andere studentenprotesten voor Palestina betrokken was, legt uit wat haar relatie met de Palestijnse kwestie is als jood die niet uit Israël komt. Ze zegt dat ze sinds haar twaalfde betrokken is bij activisme en dat ze vanwege haar achtergrond al haar hele leven deelneemt aan gesprekken over Palestina. Vanuit haar eigen normen en waarden vindt ze het logisch om samen met veel andere niet-Zionistische joden op te komen voor het Palestijnse volk.
Ze ziet activisme als een belangrijk onderdeel van het universiteitsleven en omschrijft het als “proberen te zien hoe de wereld in elkaar zit en proberen er een betere plek van te maken”. De focus moet volgens haar nu echt liggen op solidariteit met Palestina, vanwege de urgentie en ernst van de kwestie. “Het probleem bestaat al zeventig jaar en zelfs zonder de huidige ontwikkelingen hadden er beslissingen genomen moeten worden.”
Kort na het begin van het kamp zei Anton Pijpers, de voorzitter van het bestuur van de UU, dat de universiteit haar banden met Israël op korte termijn zal heroverwegen. De student vindt dat het besluit van de universiteit deze week tenminste transparant moet zijn, de stemmen van Palestijnen en studenten moet meewegen en een zinvolle bijdrage moet leveren.

Open blijven
Een student die ook bij de universiteit werkt, vertelt over zijn pogingen om een evenwicht te vinden tussen zijn betrokkenheid bij de actie op de binnenplaats en zijn werk en studie. Hij gaat naar zijn werk en naar de universiteit en probeert tegelijkertijd zoveel mogelijk deel te nemen aan het programma.
Vóór oktober 2023 was hij actief in andere activistische bewegingen, niet gericht op de Palestijnse kwestie. Door de organisatoren te helpen met zijn eerder opgedane kennis over protesteren, raakte hij gepassioneerder naarmate hij meer leerde.
Hij beschrijft het tijdelijke kamp bij de UB als zeer inspirerend en waardeert de manier waarop mensen samenkomen om een lezing of workshop te geven of muziek te spelen. De groep verandert steeds van samenstelling en sinds het begin hebben steeds meer mensen zich erbij aangesloten.
“De beweging functioneert horizontaal, zonder echte leiders”, zegt hij. “Iedereen neemt taken op zich naar gelang zijn capaciteiten en niemand raakt uitgeput. Mensen zorgen echt voor elkaar.” Hij ziet het kamp als een “belangrijke ruimte om dingen te organiseren”, maar ook als “een ruimte om te leren”.
De demonstranten zeggen dat ze hopen dat andere studenten de binnenplaats van de bibliotheek als gastvrij beschouwen en niet als intimiderend. Over het feit dat de bibliotheek nu om 18.00 uur sluit, zeggen ze: “We hebben altijd gewild dat de bieb open bleef. Het is de universiteit die de toegang tot de bibliotheek heeft beperkt. Niet wij.”