Toestroom buitenlandse studenten

Voorzichtig optimisme over plannen Dijkgraaf voor internationalisering

Student. Foto: Pixabay

De toestroom van buitenlandse studenten leidt tot verhitte debatten in de Tweede Kamer. Internationalisering is leuk, maar moeten er echt zoveel studenten hierheen komen? Wat zijn de gevolgen voor de woningmarkt, de onderwijskwaliteit en de positie van het Nederlands?

Dijkgraaf bleef er kalm onder. Een wetsvoorstel van zijn voorganger liet hij op de plank liggen. Hij wilde er nog eens goed over nadenken. De komst van talent is voor Nederland immers ook van groot belang.

Een paar keer stelde hij zijn brief uit, maar afgelopen vrijdag stuurde hij die uiteindelijk naar de Tweede Kamer. Hij wil een vorm van ‘centrale regievoering’ invoeren. Verder kondigt hij enkele praktische maatregelen aan.

Opleidingen kunnen straks aan de noodrem trekken als te veel studenten van buiten Europa zich inschrijven. Ze mogen ook een numerus fixus (maximum aantal studenten) instellen voor de Engelstalige trajecten, terwijl de Nederlandstalige trajecten toegankelijk blijven. Verder moeten alle buitenlandse studenten een beetje Nederlands leren.

Hatte van der Woude, VVD
“Wat hij precies wil met die centrale regievoering, is me nog niet duidelijk. Hij laat nog veel open. Maar eerder vroegen wij al om de mogelijkheid van een noodfixus, een fixus op anderstalige trajecten en sturing op niet-EU-studenten, en daar gaat Dijkgraaf nu een wetsvoorstel voor schrijven. Ik ben tevreden dat hij er niet nogmaals onderuit probeert te komen, maar er is wel tijd verloren gegaan.”

Pieter Omtzigt, Tweede Kamerlid
“Goed dat de regering eindelijk erkent dat er forse problemen zijn met het aantal internationale studenten in Nederland en eindelijk een paar relatief kleine beleidswijzigingen voorstelt. Maar de maatregelen zijn vooralsnog wat mager. Er zijn 115 duizend buitenlandse studenten. Veertig procent van de instroom in het wetenschappelijk onderwijs is nu internationaal. Dat zijn belangrijke en dure plekken die gefinancierd worden uit Nederlands belastinggeld om Nederlandse jongeren kansen te bieden.” Verder wil Omtzigt meer duidelijkheid over het taalbeleid dat de minister wil voeren.

Lisa Westerveld, GroenLinks
“Het is nog weinig concreet. Zijn uitgangspunten snap ik allemaal wel: natuurlijk is internationalisering van belang en natuurlijk zijn er knelpunten. Maar hoe ga je daarmee om? De grote vraagstukken, zoals het probleem van de bekostiging, schuift hij voor zich uit. De brief reageert vooral op de acute problemen en kiest nog geen koers voor de lange termijn. Dat er iets moet gebeuren, is wel duidelijk. Internationalisering is eigenlijk het slachtoffer van haar eigen succes: het beleid was zo succesvol dat universiteiten inmiddels uit hun voegen barsten.”

Joram van Velzen, Landelijke Studentenvakbond
“Het is goed dat er meer grip komt op de instroom, gezien alle negatieve effecten voor het mentaal welzijn, de onderwijskwaliteit en de huisvesting. We vinden het wel heel kwalijk dat de minister onderscheid wil maken tussen studenten van binnen en buiten Europa. Het is ronduit discriminerend om iemand te weigeren op basis van hun land van herkomst. Dat mag niet in een wet vastgelegd worden.”

Terri van der Velden, Interstedelijk Studenten Overleg
“Het werd hoog tijd dat deze maatregelen aangekondigd werden. Wel vragen we ons af of deze instrumenten ervoor gaan zorgen dat de balans wordt teruggevonden. Het is vooral van belang dat het niet te vrijblijvend wordt. Met de komst van centrale regievoering lijkt de minister zijn verantwoordelijkheid te nemen, en dat is een goed teken. Wij hopen dat dit een lappendeken aan maatregelen voorkomt en dat er beter ingespeeld kan worden op regionale verschillen.”

Maurice Limmen, Vereniging Hogescholen
“De Vereniging Hogescholen waardeert de genuanceerde toon van de minister in het levendige maatschappelijke debat over buitenlandse studenten”, staat in een reactie op de website. Voorzitter Maurice Limmen: “Het is een goede zaak dat hogescholen meer mogelijkheden krijgen om zelf te sturen op de internationale instroom.”

Pieter Duisenberg, Universiteiten van Nederland
“Internationaal talent is essentieel voor Nederland”, zegt voorzitter Pieter Duisenberg. “Zowel voor de kwaliteit van onderwijs en onderzoek aan de universiteiten, als voor de arbeidsmarkt. Bij sommige opleidingen is de groei van het aantal studenten echter te groot of te snel om de onderwijskwaliteit hoog, en de werkdruk beheersbaar te houden. Sinds 2018 hebben we daarom naar instrumenten gevraagd om hierop te kunnen sturen. Het is goed nieuws dat de minister dit maatwerk nu mogelijk maakt.” Verder vindt hij dat de bekostiging van universiteiten minder afhankelijk zou moeten zijn van studentenaantallen.

Nuffic, instantie voor de internationalisering van het onderwijs
“Nuffic is blij met deze gewogen brief, waarin de minister de meerwaarde van internationalisering benadrukt en een gerichte aanpak voor knelpunten aankondigt”, zegt directeur-bestuurder Titia Bredée. Nuffic wil onder meer obstakels voor Nederlandse studenten weghalen om in het buitenland te studeren, zodat er meer ‘balans’ komt.

Advertentie