Verkiezingsdebat studieverenigingen van de faculteit Rebo

VVD botst met progressieve partijen in Academiegebouw

Verkiezingsdebat
Het verkiezingsdebat in de Aula van het Academiegebouw. V.l.n.r.: Marlieke van Schalkwijk (GroenLinks-PvdA), Ruud Verkuijlen (VVD), debatleider Lukas van den Berge, Spencer Alberg (D66) en Martijn Hagoort (Volt).

Op het podium van de Aula in het Academiegebouw zou aanvankelijk ook kandidaat-Kamerlid Jasper Rekers van de BBB aantreden, maar vanwege de recente ophef rondom een aantal controversiële tweets trok deze kandidaat zich terug. Het resultaat: een debat dat goed de verschillen tussen de VVD en de drie progressieve partijen liet zien, maar uiteindelijk niet echt wilde knetteren.

Universitair docent rechtstheorie Lukas van den Berge trad op als debatleider en trapte af met de stelling dat vanwege de woningnood een uitzondering op het stikstofbeleid gemaakt zou moeten worden om het bouwen van meer huizen te versnellen.

"Nee", zeggen de partijen unaniem. Spencer Alberg van D66 vertelt dat het stikstofbeleid wettelijk is vastgelegd. De uitstoot kan gecompenseerd worden door boeren uit te kopen - een standpunt dat gedeeld wordt door de kandidaat van GroenLinks-PvdA, Marlieke van Schalkwijk.

Kandidaat Martijn Hagoort van Volt waagt zich hier niet aan. Voor Volt is het niet per se stikstof dat de woningbouw tegenhoudt, daarvoor zijn eerder bureaucratische onkunde en durfinvesteerders verantwoordelijk. Met een ministerie van Volkshuisvesting wil de partij de woningmarkt weer opengooien.

Ruud Verkuijlen, kandidaat én huidig Tweede Kamerlid voor de VVD, probeert de woningnood enigszins te nuanceren, en stelt dat er ook nu "nog wel studentenkamers te vinden zijn". Realiserend dat dit wellicht niet helemaal strookt met de realiteit van de ongeveer zeventig studenten die in de Aula naar hem luisteren, voegt hij er snel aan toe: "hoewel het misschien wel moeilijker is in een grote stad als Utrecht".

Als oplossing voor het dilemma stikstof versus woningbouw wil zijn partij dat toekomstige woningen stikstofarm in fabrieken worden geproduceerd. Stikstofemissies moeten over de hele breedte gereduceerd worden, en hij stelt dat er een belangrijke rol is weggelegd voor consumenten om minder vlees te eten.

Minder celstraffen door preventie
Misdaad loont in Nederland, luidt de tweede stelling en hoewel de kandidaten het wederom met elkaar eens zijn, hebben ze alle vier andere ideeën over hoe criminaliteit aangepakt moet worden.

Verkuijlen van de VVD stelt zich relatief mild op, maar blijft als gezant van de “strafgrage” partij afsteken bij de drie progressieve partijen. Zo zegt Van Schalkwijk dat GroenLinks-PvdA graag jonge criminelen "gepast" wil straffen door ze lange taakstraffen te geven die helpen met re-integratie. In Noorwegen gebeurt dat al. Verkuijlen heeft een ander idee bij "gepast straffen", en suggereert juist om 16- en 17-jarigen als volwassenen te berechten - en dus zwaardere celstraffen te geven.

Alberg van D66 stelt dat het VVD-beleid op het gebied van justitie alleen maar tot een stijging in criminaliteit heeft geleid. De partij wil daarom net als GroenLinks-PvdA af van celstraffen voor jongeren bij lichtere vergrijpen, omdat die leiden tot hogere recidive en jongeren in contact brengen met criminele netwerken. Beide partijen benadrukken het belang van preventie - een doel dat volgens Hagoort van Volt het beste bereikt kan worden door een universeel basisinkomen in te voeren.

Tegen het einde van dit debatonderdeel vraagt debatleider Van den Berge of de legalisering van drugs misschien criminaliteit kan inperken. "Wat betreft softdrugs kan legalisering zeker helpen", zegt Alberg, maar aan de legalisering van harddrugs waagt de partij zich liever niet. Ook Hagoort ziet voorlopig af van legalisering. "We zien dat andere landen het doen, maar we moeten eerst bestaand onderzoek in Nederland uitbreiden." Concreter werd het debat over legalisering niet - tot merkbare teleurstelling van het publiek.

Compensatie pechgeneratie
Tot slot is het de beurt aan de meest pregnante stelling van de avond: moet de pechgeneratie financieel gecompenseerd worden? Geroezemoes van studenten vult de Aula, en het duurt even voordat de debatleider iedereen er weer bij heeft.

Verkuijlen steekt van wal met een persoonlijk verhaal over zijn twee dochters. Wellicht hebben ze een studieschuld, zegt hij, maar het bedrag dat je terugbetaalt is afhankelijk van hoeveel je verdrient. Ze hoeven dus niet bang te zijn. Mochten ze gedurende hun leven weinig verdienen, dan wordt een deel van de schuld bovendien na 35 jaar kwijtgescholden. Bovendien wil de VVD dat de schuld niet meer meetelt bij een aanvraag voor een hypotheek.

De drie progressieve partijen vinden dit onvoldoende, en pakken hun podium om zich te profileren. Ze willen dat de schuld niet of nauwelijks meetelt voor een hypotheek, en dat de rente op de lening vastgezet wordt. Van Schalkwijk legt uit dat GroenLinks-PvdA een compensatie wil invoeren op basis van het inkomen van de student - een plan dat overigens niet terug te vinden is in het partijprogramma. Hagoort noemt als enige een concreet bedrag: Volt belooft 10.000 euro compensatie voor elke student die de basisbeurs (deels) is misgelopen.

Morele verantwoording
De eerste vraag vanuit het publiek trekt deze plannen in twijfel: waar moet dit geld vandaan komen? De 7 miljard om de pechgeneratie van 10.000 euro te voorzien, kan volgens Hagoort gehaald worden uit financiële herstructurering van overheidsuitgaven.

Alberg stelt dat D66 graag de rente op de studielening naar nul procent wil brengen door de btw op sierteelt te verhogen. "Dat is te makkelijk", reageert Van Schalkwijk. Ze zegt dat het bedrag niet uit slechts één sector gehaald kan worden, en stelt dat voor de compensatie van studenten naar een hogere belasting op hoge vermogens gekeken moet worden.

Een volgende student richt zijn pijlen juist weer op de VVD: hoe valt het moreel te verantwoorden dat je zo'n 15.000 euro meer schuld opbouwt enkel omdat je in het verkeerde jaar bent begonnen met studeren?

Verkuijlen herhaalt dat de lening goede voorwaarden heeft en stelt dat het leenstelsel ook tot beter onderwijs heeft geleid. Bij debatleider Van den Berge schiet deze opmerking in het verkeerde keelgat, en hij legt bewogen uit dat dit geld niet bij het onderwijs terecht is gekomen. Uiteindelijk drijft de discussie af richting onderwijskwaliteit, en haalt Verkuijlen het einde van het debat zonder kleerscheuren.

Advertentie