'We mogen trots zijn op de Nederlandse universiteiten'

Kart Dittrich, voorzitter van de VSNU

Vijf Nederlandse universiteiten in de top honderd van de wereld met hun reputatie? Dat is een onvoorstelbaar goede prestatie, vindt voorzitter Karl Dittrich van de vereniging van universiteiten VSNU.

Gisteravond bracht de Times Higher Education een ranglijst uit van universiteiten met de beste reputaties ter wereld. Nederland staat vijf keer in de top honderd, maar niet in de top vijftig.

Doen Nederlandse universiteiten het dan niet goed genoeg? Jawel, zei Karl Dittrich zojuist op Radio 1 in het programma Stand.nl. “Als je als klein land met vijf van je universiteiten in de top honderd terecht komt, dan heb je het super gedaan. Ik ben buitengewoon tevreden.”

Nederland zal nooit bovenaan de lijst kunnen prijken, legde hij uit. Het budget van Harvard, dat bovenaan staat, is ongeveer tien keer het budget van alle Nederlandse universiteiten bij elkaar. Je betaalt er tienduizenden euro’s collegegeld. Daar kan Nederland niet aan tippen.

Maar dat is ook niet erg. “Soms hoor je mensen zeggen: we moeten inzetten op paar topuniversiteiten. Maar we zien hoe dat in Duitsland gaat. Je slaagt erin twee of drie universiteiten naar een hoger niveau te brengen, maar er is vanuit de andere universiteiten een trek naar die twee of drie topinstellingen. Het gemiddelde niveau in Duitsland gaat omlaag.”

Dat moeten we in Nederland niet doen, vindt Dittrich. Niet voor niets noemde Times Higher Education Nederland als voorbeeld voor andere landen. Er zijn hier geen slechte universiteiten. Ze horen allemaal bij de beste 225 van de wereld in de gewone ranglijst, die onder meer is gestoeld op de impact van wetenschappelijke artikelen en de innovatiekracht van de instellingen. “Moet je kiezen voor een paar topuniversiteiten of een hoog gemiddelde? Wij kiezen vol overgave voor dat laatste”, aldus Dittrich.

Je zou jarenlang moeten investeren om één instelling beter te laten worden dan de rest. “Daarmee zou je de andere universiteiten te kort doen”, aldus Dittrich. “In de wetenschap zijn we een van de meest productieve landen: nummer drie van de wereld. We realiseren ons onvoldoende dat we zo goed zijn. We mogen best trots zijn.”

Valt er dan niets te verbeteren? Aan het onderwijs wel, denkt Dittrich. De ranglijsten zijn vooral op wetenschappelijke prestaties gericht. Verder kan Nederland de komende jaren enigszins zakken in de rankings. Niet omdat Nederlandse universiteiten minder goed presteren, maar omdat ze “in Korea, China, Hong Kong en Singapore massaal en massief investeren in hoger onderwijs”.

Advertentie