Wereldwijde U-Multirank werkt witte vlekken weg
Er staan dit jaar meer dan twaalfhonderd universiteiten en hogescholen in de tabellen van U-Multirank, de EU-ranglijst voor het wereldwijde hoger onderwijs. Vorig jaar waren het er nog maar 850. Toch blijven er nog witte vlekken op de kaart. Utrecht doet niet mee.
De ranglijst, gefinancierd door de Europese Unie, moet een tegenwicht bieden aan de wereldwijde lijstjes die onomwonden een nummer 1 aanwijzen. De gedachte is dat studenten allemaal hun eigen redenen hebben om voor een onderwijsinstelling te kiezen en niet geholpen zijn met een platte wereldranglijst. Als je bijvoorbeeld fysiotherapeut wilt worden, heb je weinig aan de informatie dat Harvard zo goed scoort in wetenschappelijke publicaties.
Dus kunnen bezoekers van U-Multirank 31 verschillende indicatoren kiezen om een vergelijking te maken: niet alleen hoe goed universiteiten in de wetenschap presteren, maar ook hoezeer ze samenwerken met het bedrijfsleven of hoeveel internationale studenten ze hebben. De instellingen kunnen op al deze criteria van A tot en met D scoren: van zeer goed tot zwak. Om het makkelijker te maken heeft U-Multirank zelf al enkele vergelijkingen gemaakt op het gebied van onderzoek, onderwijs, internationale oriëntatie en valorisatie.
Er blijken nog veel witte vlekken in U-Multirank te staan. Wie bijvoorbeeld op zoek is naar de beste onderwijsinstelling voor een master in business studies ziet de scores op allerlei criteria, zoals studietempo, het aantal gepromoveerde docenten, het aantal lesuren en studenttevredenheid. Maar voor de Eramus Universiteit zijn maar drie van de acht criteria ingevuld.
Bovendien ontbreken er ook veel instellingen. Tussen de 199 psychologieopleidingen zitten maar drie Nederlandse universiteiten (Maastricht, Tilburg en Twente) en één Nederlandse hogeschool (Saxion).
U-Multirank leunt deels op data die de onderwijsinstellingen zelf aanleveren, maar die willen niet allemaal meedoen. Zo trok het samenwerkingsverband van Europese onderzoeksuniversiteiten LERU zich eruit terug. Daartoe behoren Oxford en Cambridge, maar ook Leiden, Utrecht en de Universiteit van Amsterdam. Deze universiteiten staan er wel in, maar op veel punten (studietempo, inkomsten uit het bedrijfsleven enzovoorts) ontbreekt de informatie.
Kritiek op U-Multirank is voor een deel algemeen van aard: wat voor criteria kies je en hoe zwaar mogen ze wegen? Kun je als studiekiezer de informatie wel op waarde schatten en hoe weet je dat de data van over de hele wereld vergelijkbaar zijn?
Maar de makers, van wie een aantal bij het Twentse onderzoekscentrum CHEPS werkt, kondigen de volgende editie al aan en hopen dat nog meer onderwijsinstellingen gaan meedoen. Ze spreken zelf van de eerste wereldwijde ranking die een volledig beeld geeft van de diversiteit in prestaties in het hoger onderwijs. Zo zou maar liefst de helft van alle instellingen op één tot vijf indicatoren ‘zeer goed’ scoren, terwijl maar acht procent meer dan tien keer ‘zeer goed’ in de wacht sleept.