Werkgevers: buitenlandervaring prima, maar overdrijf het niet
Europese werkgevers nemen het liefst mensen aan die een tijdje in het buitenland hebben gestudeerd, blijkt uit onderzoek. Maar wie zijn hele opleiding in het buitenland volgt, ligt weer minder goed in de markt.
Europese werkgevers hebben een duidelijke voorkeur voor afgestudeerden die een paar vakken in het buitenland hebben gevolgd, blijkt uit onderzoek van het Maastrichtse Researchcentrum voor arbeidsmarkt en onderwijs (ROA) in opdracht van de Europese Commissie. Volgens werkgevers zijn sollicitanten met buitenlandervaring vaak vindingrijk, makkelijk in de omgang en spreken ze hun talen.
Maar dat betekent niet dat sollicitanten die hun hele studie over de grens hebben gevolgd, nóg geliefder zijn. Ondanks ambities over onderling vergelijkbare Europese diploma’s en ‘één hoger onderwijs ruimte’, nemen werkgevers liever mensen aan met een diploma uit hun ‘eigen’ land. Bedrijven twijfelen aan de waarde van buitenlandse diploma’s en zijn bang dat sollicitanten te weinig weten van het land waar ze willen werken.
Wie heel graag naar het buitenland wil, hoeft zich overigens niet tegen te laten houden: over het algemeen hebben werkgevers nog steeds liever iemand met een buitenlands diploma dan iemand die nooit een voet over de grens heeft gezet. Maar dat is niet in alle landen het geval. Zweedse en Britse sollicitanten bijvoorbeeld, kunnen het beste in hun eigen land studeren. Nederlandse werkgevers maakt het weinig uit of je wel of niet heel je studie je in het buitenland hebt gedaan, hoewel er wel een voorkeur uitgaat naar studenten die enkele vakken over de grens hebben gevolgd.
Werkgevers blijken buitenlandervaring vooral als een mooi extraatje te zien. Het is “a feather in the cap when the cap is good”, aldus het rapport. Met andere woorden: het belangrijkste is dat cijferlijsten, werkervaring en opleidingsniveau in orde zijn.