Wetenschappers zetten vraagtekens bij nieuwe corona-apps

Foto: Pixabay

Het was één van de meest opvallende aankondigingen op de persconferentie van minister-president Mark Rutte en minister Hugo de Jonge vorige week dinsdag. Er zou onderzoek gedaan worden naar de invoering van twee soorten apps. Een tracking en tracing app die mensen kan waarschuwen als ze in aanraking zijn geweest met een coronapatiënt en een gezondheidsapp die de coronasymptomen zichtbaar maakt voor medische specialisten.

Weinig vertrouwen
Hoewel de minister tijdens de persconferentie enkele slagen om de arm hield als het gaat om de invoering van een dergelijke app, geven de wetenschappers in hun brief van 13 april aan weinig vertrouwen te hebben in de haalbaarheid van de app op korte termijn. “De inzet van tracking- en tracingapps en gezondheidsapps is zeer ingrijpend. Belangrijk is daarom dat kritisch gekeken wordt naar het nut, de noodzaak en de effectiviteit van dergelijke apps, alsook naar de impact ervan op het brede sociale systeem inclusief onze fundamentele rechten en vrijheden. Of we het nu willen of niet, deze apps zullen een precedent scheppen voor toekomstig gebruik van vergelijkbare invasieve technologieën, ook na deze crisis. Juist in crisistijd moet men zeer zorgvuldige maatschappelijke en juridische afwegingen maken om te bepalen of men een dergelijke maatregel wil nemen.” De wetenschappers zeggen dat digitale technologie een bijdrage kan leveren aan het oplossen van maatschappelijke problemen, maar dat technologie zelden dé oplossing is voor een bepaald probleem. Ze denken dat de overheid de pijlen nu te exclusief richt op deze apps.

Veel haast bij overheid
De afgelopen week is in de media veel gediscussieerd over de apps. Het is nog helemaal niet duidelijk hoe de apps eruit zullen zien. Zo zijn er verschillende varianten van trackingapps, gebaseerd op gps of op bluetooth. Met name die laatste variant zou anoniemer zijn  dan de eerste. Feike Sijbesma, speciale coronagezant van de regering, zei in Buitenhof dat de app waarschijnlijk zal uitgaan van bluetooth en zeker niet een verplichtend karakter krijgt.

“Wij hebben de brief geschreven omdat we het idee hebben dat de overheid heel veel haast achter het project zet”, zegt José van Dijck, de Utrechtse universiteitshoogleraar media en digitale samenleving. “Afgelopen donderdag begon de aanbesteding, gisteren is die gesloten, maandag moet de opdracht uitgaan en over twee weken moet de app klaar zijn. Haast zit vaak zorgvuldigheid in de weg, en in dit tempo is nog nooit een ingewikkelde app ontwikkeld, laat staan eentje die voldoet aan allerlei voorwaarden zoals veiligheid, transparantie en privacy.”

Fundamentele rechten in geding
De wetenschappers in de brief halen nog andere fundamentele rechten aan die volgens hen onderbelicht zijn gebleven. Ze raken ook aan de vrijheid van vereniging, het recht op veiligheid, het recht op gezondheid en het recht op non-discriminatie. De Utrechtse hoogleraar Fundamentele Rechten Janneke Gerards legt uit wat het probleem kan zijn van de app die zegt of je wel of niet besmet bent met Covid-19: "Het recht op gezondheid kan worden aangetast als blijkt dat de app te veel valse positieven en negatieven genereert of als de app op de een andere manier niet helemaal betrouwbaar blijkt te zijn. Het kan dan al te gemakkelijk zo zijn dat mensen vertrouwen op de uitkomsten van zo’n app en zich op straat begeven, dichtbij andere mensen, en daardoor alsnog een fors aantal besmettingen veroorzaken. Dat beïnvloedt dan niet alleen de gezondheid van andere mensen, maar belast ook weer de gezondheidszorg, waardoor het recht op toegang tot zorg ook onder druk kan komen te staan. "

Ook de verenigingsvrijheid kan aan de orde zijn. "Stel dat mensen alleen bij elkaar mogen komen als de app een negatief resultaat geeft, denk aan vrienden, demonstranten, publiek van een voorstelling, nabestaanden bij een begrafenis of kerkgangers. Als de app leidend is, maakt dat samenkomen lastig omdat positief geteste mensen niet welkom zijn. Of dat redelijk en fair is, is zeer afhankelijk van de kwaliteit van de app. Kan de app echt voorspellen of het samenkomen een risico is?"

Discriminatie krijg je volgens Gerards bijvoorbeeld als mensen die zich geen goed functionerende smartphone kunnen veroorloven, langer met restrictieve maatregelen te maken krijgen.

Meer onderzoek
“Het is niet zo dat we op voorhand de apps afwijzen”, zegt José van Dijck. “Maar als de overheid niet aan een aantal strenge voorwaarden kan voldoen, moet je dit niet willen. Het doel heiligt niet alle middelen.”

De wetenschappers pleiten er daarom voor dat bij een eventuele ontwikkeling en inzet van de apps een breed team van experts uit diverse disciplines betrokken moeten worden. Ze denken dan aan computerwetenschappers, datawetenschappers, epidemiologen, intensivisten en longartsen, rechtswetenschappers (privacy en databescherming, mensenrechten en bestuursrecht,) gedragswetenschappers, communicatiewetenschappers en ethici.

Advertentie