Zelfs regeringspartij PvdA wil milder leenstelsel

Als het kabinet de basisbeurs werkelijk wil afschaffen, zit er maar één ding op: veel water bij de wijn doen. Zelfs regeringspartij PvdA wil de scherpe randjes van het voorstel vijlen, blijkt uit schriftelijke vragen aan de minister.

Studeren wordt duizenden euro’s duurder als het kabinet zijn zin krijgt en de basisbeurs werkelijk verdwijnt. Masterstudenten verliezen al volgend studiejaar hun beurs en bachelorstudenten een jaar later. Ze moeten voortaan lenen, stelt het kabinet.

Maar het ‘sociaal leenstelsel’ is al jaren een heet hangijzer in de politiek. De steun voor het plan is wankel, vooral in de Eerste Kamer. Daar heeft het kabinet nog geen meerderheid gevonden.

Toch is het afschaffen van de basisbeurs sinds afgelopen weekend een stapje dichterbij. Het kabinet heeft namelijk met D66, ChristenUnie en SGP afgesproken dat er jaarlijks vijfhonderd miljoen euro extra naar het onderwijs gaat. Zo’n gebaar was voor D66 een harde voorwaarde voor het leenstelsel.

Eigenlijk hoeft het kabinet alleen GroenLinks nog over te halen. Die partij is in principe voorstander van een leenstelsel, maar stelt wel strenge voorwaarden: de aanvullende beurs moet omhoog en het collegegeld omlaag.

Uit de schriftelijke vragen aan minister Bussemaker over het leenstelsel blijkt dat haar eigen PvdA bereid is om het stelsel milder te maken. De partij is bang dat mbo’ers zich door de hogere studiekosten zullen laten ontmoedigen om de stap naar het hbo te maken. De regering zou “aanvullende inspanningen” moeten verrichten om dat te voorkomen. Zij zou het “ideaal van verheffing” hoog moeten houden.

Bovendien plaatst de PvdA vraagtekens bij de snelle invoering van het leenstelsel voor masterstudenten. Gaat de minister de studenten hierover op tijd informeren? Weten bachelorstudenten inderdaad genoeg om een goede studiekeuze voor hun masteropleiding te maken?

Tel daarbij op dat ook D66 en GroenLinks het leenstelsel voor masterstudenten liever een jaar uitstellen en de conclusie is duidelijk: daar kan minister Bussemaker eigenlijk niet omheen.

Moet er nog meer water bij de wijn? Waarschijnlijk wel. GroenLinks wil weten wat de regering van plan is met de ov-studentenkaart. Het heeft volgens deze fractie geen zin om dit wetsvoorstel los van de andere plannen te beoordelen. Met andere woorden, als de ov-studentenkaart wordt uitgekleed, haakt GroenLinks waarschijnlijk af.

Verder storen bijna alle partijen zich aan het plan om de aanvullende beurs te schrappen voor kinderen van weigerachtige en onvindbare ouders. Het kabinet vindt dat studenten maar moeten lenen als ze gebroken hebben met hun ouders en geen ouderlijke bijdrage krijgen. Ook als studenten hun ouders niet kunnen vinden, hebben ze pech: dan kunnen ze immers niet aantonen dat hun ouders te arm zijn om aan de studie mee te betalen.

De PvdA-fractie ziet dat niet zitten. D66 liet al eerder weten zich hiertegen te verzetten. “Ik zal het nooit laten gebeuren dat de aanvullende beurs verdwijnt voor studenten waarvan de ouders onvindbaar zijn of van wie de ouders weigeren te betalen”, zei Kamerlid Paul van Meenen in maart tegen het Hoger Onderwijs Persbureau. Ook GroenLinks roept de regering op “deze jongeren juist te steunen”.

Uiteindelijk heeft Bussemaker de keuze: ze kan de wet laten sneuvelen in de Eerste Kamer of alles in het werk stellen om de oppositie over de streep te trekken. Als het leenstelsel er eenmaal is, kunnen volgende kabinetten altijd nog de aanvullende beurs verlagen en de ov-studentenkaart wegbezuinigen.

Advertentie