Academisch atheïsme verder uitgelegd
Laban vat mijn positie als volgt samen: “dat alleen de wetenschappelijke methode ware kennis kan voortbrengen, waarbij de wetenschappelijke methode wordt vernauwd tot slechts de natuurwetenschappelijke methode.” Dat de wetenschappelijke methode hierbij vernauwd wordt tot de natuurwetenschappelijke methode, is niet wat ik beweer. Het foutief weergeven van mijn positie en vervolgens die foute positie aanvallen, is een voorbeeld van de zogenaamde stropop drogreden.
Wetenschapsbeoefening is het streven naar zo betrouwbaar mogelijke, door anderen objectief verifieerbare kennis. De methoden in kunstgeschiedenis, geschiedenis en bijvoorbeeld antropologie zijn anders dan in de natuurwetenschappen omdat er geen (of slechts gedeeltelijk) gecontroleerde (laboratorium)proeven gedaan kunnen worden, maar dat wil niet zeggen dat in de genoemde wetenschappen de rede overboord wordt gegooid en geloof wordt binnengelaten. Wetenschap is het streven naar zo betrouwbaar mogelijke kennis gebaseerd op het best beschikbare bewijs en soms is dat bewijs niet ruim voorhanden (zoals in de paleoantropologie). Zie mijn kennisclip hierover.
Bovennatuurlijke entiteit
Geloof daarentegen betekent iets voor waar aannamen zonder dat daarvoor enig bewijs is. Op de universiteit behoort er geen plaats te zijn voor docenten die in kennisaanspraken aannemen zonder dat daar bewijs voor is – hier is sprake van geloof. Een claim voor het bestaan van een bovennatuurlijke entiteit (zoals een god of elf) dient onderbouwd te worden met goede argumenten. Nu wil het geval dat – tot nu toe in ieder geval – er nog nimmer een goed argument, laat staan empirisch bewijs, is geleverd voor welke bovennatuurlijke entiteit dan ook.
Terecht merkt Laban op: ‘Aan de graad van zekerheid waarmee waarheden uit de natuurwetenschappelijke methode voortkomen, zullen godsdienstige stellingen nooit kunnen voldoen.’ Zijn stelling is echter een understatement: religieuze kennisclaims (ik vervang de brede term ‘stellingen’ door kennisclaims) hebben wel degelijk een waarschijnlijkheidsgraad, namelijk een extreem lage graad van waarschijnlijkheid.
Suggereert Laban dat er alleen in de natuurwetenschappen de noodzaak is voor empirisch bewijs en rationele onderbouwing, maar in andere wetenschapsgebieden niet? Dat lijkt mij een gevaarlijke ondergraving van de universiteit als kennisinstituut. Alle kennisclaims dienen met redelijke argumenten te worden onderbouwd. Onderbouwing met een beroep op geloofsartikelen valt buiten het domein van wetenschap en daarmee buiten het domein van de universiteit. Dat laatste is een normatieve claim, want er zijn wel degelijk universiteiten op religieuze grondslag en er zijn wereldwijd universiteiten waar geloof de boventoon voert (echter nooit in de natuurwetenschappen, met uitzondering van de malle creationistische ‘universiteiten’ in de VS).
Rationele onderbouwing
De benaming ‘universiteit’ zou beschermd moeten zijn en alleen van toepassing moeten zijn op instituten die de wetenschappelijke methode volgen en bovennatuurlijke entiteiten of krachten buiten de deur houden, tenzij er buitengewoon goed bewijs voor is. (Dit noemt men methodologisch naturalisme). Christopher Hitchens merkte eens op: extraordinary claims require extraordinary evidence. Als een wetenschapper er in slaagt goede argumenten te vinden voor het bestaan van een bovennatuurlijke entiteit dat kan z/hij daarover publiceren in Nature of Science. Ik wacht rustig af.
Filosofie gaat verder waar wetenschap stopt: filosofie behelst wel een normatieve dimensie, de ethiek namelijk. Maar ook in de wijsgerige ethiek geldt dat voor elk argument een rationele onderbouwing moet worden gegeven die in principe voor iedereen te begrijpen is. Ook in de ethiek heeft geloof geen plaats. Het is niet voldoende om te verklaren: ‘ik geloof dat dit goed is’. , zoasl ik deze kennisclip aangeef. Opvallend is dat wanneer mensen geloven dat iets goed is op basis van hun geloof, het doorgaans niet goed is. Denk aan het geloof in de verderfelijkheid van homofilie, de achterstelling van de vrouw, taboes op seksualiteit, het dreigen met eeuwige straf in het hiernamaals, de afwijzing van abortus, euthanasie en voorbehoedsmiddelen.
Historische fantasy novel
Laban tovert een mooie maar duistere zin uit zijn hoge hoed: ‘In ieder geval vereist het een methode die religieuze teksten inhoudelijk serieus neemt, waarbij de indringende vraag hoort of God bestaat, en zo ja, hoe Hij zich tot de mens verhoudt en hoe de mens Hem kan kennen.’ De vraag is waarom religieuze teksten serieus genomen moeten worden. De Bijbel is een historische fantasy novel. Maar waarom het ene boek als fictie en verzinsel lezen en het andere boek als accurate beschrijving van de werkelijkheid? Of leest Laban The Lord of the Rings of Harry Potter ook met de indringende vraag of Harry Potter en Frodo echt bestaan en welke morele voorschriften eruit afgeleid kunnen worden? Het is een drogreden om uit te gaan van het bestaan van X, zonder dat er goede argumenten voor X zijn. De hermeneutiek, die Laban noemt, biedt hier geen oplossing maar leidt tot een nodeloze dwaalweg: kennisclaims in teksten (romans) moeten een rationele onderbouwing hebben. En die is er voor geen enkele god of elf.
Lezend in de laatste alinea van het stuk van Laban bekruipt mij de vraag of hij mij niet in het ootje neemt. Hij stelt namelijk: ‘Het is daarom onvolkomen om Dante’s La Divina Commedia enkel en alleen te onderwerpen aan een onderzoek naar zijn invloed op de moderne Italiaanse poëzie, zonder ooit de fundamentele waarheidsvraag aan dit klassieke werk te stellen.’ In La Divina Commedia zit Mohammed in de hel (behalve dan in de onlangs verschenen Nederlandse vertaling waar Mohammed bevrijd is uit de hel maar daarmee ook uit het boek is verbannen). Als Mohammed in de hel zit, dan is blijkbaar de Islam een dwaling. Is dat een conclusie die uit La Divina Commedia getrokken kan worden?
Harry Potter
Hoe leest Laban de Griekse en Romeinse klassieken of de Baghavat Gita? In de wereldliteratuur (de religieuze, de mythologische en de fanatasy) barst het van de goden en andere verzinsels. Houdt een hermeneutische duiding van George Lucas’ Star Wars in dat we moeten aannemen dat al die wezens echt bestaan? Als de hermeneutiek een methode is om je aan te leren om dat allemaal serieus te nemen, dan ben je erg ver afgedwaald van het wetenschappelijke idee dat voor iedere kennisclaim rationele argumenten gegeven dienen te worden. Het is misschien een harde waarheid, maar Harry Potter is een menselijk verzinsel.