Allergie voor toppers
Alles moet tegenwoordig ‘top’ zijn. Geograaf Ton van Rietbergen wantrouwt deze trend. ‘Top’docenten hebben bovendien wel iets anders te doen dan studenten ‘uit te dagen’.
Studenten willen 'De Toppers' zien, was de kop boven een artikel in DUB naar aanleiding van het symposium Sirius Voorbij. Eerst dacht ik dat het hier om Gordon en consorten ging. Eindelijk een lekker moppie muziek op de Uithof. Bovendien vind ik het wel komisch dat zangers met toch wat beperkte kwaliteiten zich gewoon de toppers noemen. Net de echte wereld.
Want waarom neemt iedereen de godganse dag de term topper in de mond? Dat kan alleen maar voortkomen uit de vlucht naar voren. Iedereen die als eerste met het predicaat komt omzeilt de vraag of hij/zij zelf een topper is. Dus mag van Zijlstra alleen topkunst overblijven en van Bijsterveld alleen toponderwijs.
Toen ik naast op 'topper' in het DUB-artikel ook nog op het cliché ‘uitdaging’ stuitte, begreep ik dat het niet over Gordon ging maar over ons, docenten. Wij dagen niet genoeg uit. Elke conferentie die ik meemaakte eindigde altijd met deze zelfde treurige conclusie.
Die conclusie is nog treuriger omdat deze uitspraak komt uit de mond van studenten die veelal zelf wel alom uitdagingen waarnemen. Het gaat zoals gebruikelijk in Nederland vooral om de anderen. Studenten die er een potje van maken, maar waarvan kan worden betwijfeld of uitdaging en topper het juiste recept is.
Voor mensen die uitdagingen missen zeg ik: is het klimaatprobleem opgelost?, hoe zit het met kanker?, hoe houden we de zorg menselijk en betaalbaar. Uitdagingen genoeg! En over de toppers? Tja, die zouden natuurlijk geen toppers zijn als ze al hun energie gingen steken in onderwijs voor eerstejaars. Dat is een beetje flauwe edoch tamelijk realistische observatie.