Bezuinigingen kunnen leiden tot een Nederlandse brain drain
Veel academici in Nederland hebben er genoeg van: de financiering voor het wetenschappelijk onderwijs neemt steeds verder af, terwijl door een groeiend aantal studenten de onderwijsdruk alleen maar groter wordt. Tenzij het roer om gaat, zullen de negatieve gevolgen hiervan voor het universitair onderwijs én onderzoek alleen maar toenemen.
Enkele jaren geleden werkte één van onze leden van de Utrecht Young Academy (UYA) aan Princeton University in de Verenigde Staten. Daar vernam hij dat deze universiteit door giften van particulieren een appeltje voor de dorst heeft van niet minder dan tien miljard dollar, ongeveer een kwart van de gehele begroting van het Nederlandse Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Van dit soort bedragen kunnen Nederlandse academici alleen maar dromen. Dit doen ze echter niet omdat ze graag rijk willen worden of geld willen verkwisten, maar omdat het broodnodig is. Sinds 2000 is het aantal studenten op Nederlandse universiteiten met 68 procent toegenomen, terwijl de rijksbijdrage per student in dezelfde periode met 25 procent is afgenomen. Bovendien zal het huidige kabinetsbeleid deze trend verder doorzetten.
Gevolgen
Dit beleid van toenemende bezuinigingen heeft nu al negatieve gevolgen voor het onderwijs. Collegezalen zitten voller, de aandacht voor individuele studenten is minder en begeleiding moet sneller. Dit is niet alleen slecht voor de studenten, die op deze manier minder uit hun opleiding halen dan ze zouden kunnen, maar ook voor de docenten, voor wie de werkdruk alleen maar toeneemt.
Bovendien heeft dit beleid negatieve gevolgen voor onderzoek. Docenten willen hun studenten niet laten zitten en blijven dus investeren in het onderwijs. Naast administratieve en andere onbezoldigde taken blijft er dan vaak nog maar weinig tijd over voor onderzoek. Toegewijd aan de wetenschap als ze zijn, doen veel academici dit dan vaak maar in de avonduren of in het weekeinde.
Dit probleem treft vooral de jongere docenten, van wie de wetenschap het in de toekomst toch moet hebben. Terwijl ervaren hoogleraren vaak meer bestuurlijke taken en meer ervaring hebben en daardoor minder tijd besteden aan onderwijs, zijn het vooral jongere collega’s die een groot deel van het onderwijs verzorgen. Vanwege hun gedrevenheid om een positie te bemachtigen in de wetenschap pakken zij vaak alles aan, ook als dat betekent dat ze vele overuren moeten draaien.
Brain drain
Op termijn is dit alles natuurlijk onhoudbaar. We kunnen geen universiteiten draaiend houden op basis van structureel overbelaste werknemers, die bovendien voor een deel van hun werk niet eens betaald krijgen. Dit is slecht voor hun gezondheid en daarmee ook voor de gezondheid van de universiteiten.
Er is echter nog meer aan de hand. De universitaire wereld is in toenemende mate internationaal van karakter. Dit is een goede ontwikkeling omdat wetenschap nu eenmaal niet bij onze landsgrenzen ophoudt. Studenten studeren daarom vaker in het buitenland, en promovendi schrijven elders hun proefschrift. De universiteiten stimuleren dit over het algemeen ook en dat is een goede zaak.
Door deze toenemende internationalisering wordt, met andere woorden, het buitenland een steeds reëlere optie voor veel Nederlandse academici. Als de bezuinigingen zoals die nu door de regering zijn gepland worden doorgezet, zal het buitenland ook steeds aanlokkelijker worden. Het gaat te ver om nu al van een Nederlandse brain drain te spreken, maar in de toekomst is dit geen ondenkbaar scenario, zeker als we naar de meeste omliggende landen kijken, die vaak veel meer in onderwijs investeren dan Nederland.
Ook dit is weer in het bijzonder van toepassing op jonge docenten. Anders dan hun oudere collega’s hebben zij vaak geen gezin, eigen huis, vast contract of bestuurlijke verantwoordelijkheid. Hun binding met Nederlandse universiteiten is hierdoor minder sterk, wat de sprong naar het buitenland vergemakkelijkt. Als we deze mensen niet willen zien vertrekken, zal er wat moeten gebeuren.
Bezuinigingen
Op dit moment wil het kabinet de geplande bezuinigingen voortzetten, onder meer via de zogenaamde doelmatigheidskorting, een extra, structurele bezuinigingsmaatregel van 183 miljoen euro. Daarnaast blijft de verminderde financiering per student sinds het jaar 2000, ondanks de grote toename in het aantal studenten, gehandhaafd.
Om de balans weer recht te trekken stelt WOinActie, het landelijke comité tegen de bezuinigingen dat vrijdag 14 december gaat demonstreren in Den Haag, dat er jaarlijks 1,15 miljard euro nodig is. Daarnaast dient de doelmatigheidskorting van tafel te gaan, om zo de negatieve trend een halt toe te roepen. De leden van de UYA steunen deze eisen van harte omdat zij, net als hun collega’s elders op de verschillende universiteiten, de wetenschap een warm hart toe dragen.
De Utrecht Young Academy (UYA) is een diverse groep jonge wetenschappers die openlijk kritische perspectieven uitwisselt over wetenschap, beleid en de samenleving in Utrecht en daarbuiten.