Brede bachelor helpt student weloverwogen kiezen

Een blijmoedige ontdekkingsfase, een opgerekte middelbare schooltijd met een snufje Duits en een wolkje Russisch, waaruit weinig echte kennis kan komen - zo kenschetste Martin de Haan de brede bachelor zoals deze in de afgelopen jaren door veel universiteiten is opgezet (NRC Handelsblad, 20 maart).

Dit is flauw. Als er één plek is waar het goed gaat in het hoger onderwijs, waar academische vorming en gedegen kennis centraal staan, waar studenten de sterren van de hemel studeren en docenten fluitend naar hun werk gaan, is dat in die brede bachelor.

Neem mijn eigen ervaring, aan een klein Liberal Arts and Science College. Gewend aan de rechtenfaculteiten in Leiden en Amsterdam vroeg ik tijdens mijn sollicitatiegesprek waar precies in het gotische Stadhuis van Middelburg de collegezalen waren. Die waren er niet - niet nodig, met maximaal 25 studenten per klas. Ook ging ik de mist in tijdens mijn eerste college law & cultural diversity. Terwijl ik van plan was om, zoals altijd, de eerste hoofdstukken van het boek samen te vatten, bleek dat de meeste studenten dit in de vakantie al hadden gelezen. Ik moest iets anders verzinnen om de dertig sessies van twee uur te vullen, samen met de gereformeerde jongen uit Goes, de Kameroense prins, de Russische, de Poolse en hun klasgenoten. Uiteindelijk schreven wij, drie boeken later, maar samen een eigen boek.

In zo’n setting is onderwijs geen kwestie van snufjes dit en wolkjes dat, maar van zwoegen en zweten, dikke tekstboeken, all-nighters en een eindeloze reeks essays, tentamens, presentaties en groepsprojecten. Een student die - van de 24 vakken in de bachelor - vier vakken Frans, Engels, Duits of Spaans deed, doet veel meer op dan een snufje kennis van die vakken, zeker in combinatie met linguïstiek of een uitwisseling met de betrokken landen. Zo verwerven studenten gedegen kennis van vakgebieden van medicijnen tot filosofie, samen met docenten. Dit is niet zonder betekenis. Te mogen lesgeven aan studenten die je ook echt kent en die ziet groeien, maakt van ons docenten volwaardiger academici. De kans dat een van jouw studenten de Nobelprijs wint, is velen malen groter dan dat jij dit doet, zoals de man achter de brede bachelor graag zegt.

Wel is het waar dat die brede, blijmoedige bachelor zijn studenten niet alleen veel kennis biedt, maar ook de gelegenheid om te ontdekken. Wie ooit met een achttienjarige open dagen en studiebeurzen heeft afgesjokt, weet hoe ontzettend veel er mogelijk is en hoe moeilijk het dan is om te kiezen - zeker voor wie enthousiast is en graag leert. In de drie jaar van de bachelor heb ik vaak genoeg studenten radicaal van belangstelling zien veranderen, om tenslotte vol overtuiging een master te kiezen. Het meisje met belangstelling voor literatuur dat werd gegrepen door de wiskunde en nu op dat gebied een PhD doet in Oxford. De jurist in spé die in opleiding is tot arts. De jongen die na drie jaar orgelspelen, filosoferen, natuurkunde en biologie weloverwogen een master in public health gaat doen.

In de discussies over de university colleges is er veel aandacht voor het hoge rendement - 93 procent studeert binnen drie jaar af, in plaats van 26 procent - maar weinig voor deze kant van de zaak: het weloverwogen helpen kiezen. Van onze studenten gaat 70 procent naar masterprogramma's aan een van de beste honderd universiteiten ter wereld, van wie 40 procent met een beurs. Tweederde doet het daar beter dan de rest van de klas. Dit komt, naar mijn overtuiging, omdat de keuze echt gericht is.

Kun je je met zo’n volwaardige academische basis nog in twee jaar een vak eigen maken? Dit lukt met de medicijnen, de psychologie en veel andere vakken. In Angelsaksische landen is een brede college-opleiding, gevolgd door een vakspecifieke master, al jarenlang de norm. In mijn eigen vakgebied vragen de advocatuur en rechterlijke macht wanhopig om brede juristen met gedegen vakkennis. In de bachelor leren zij, behalve over het recht, over psychologie, retorica en Frans. Ze kunnen een statistiek lezen en een gedicht voordragen, maar vooral goed nadenken en zich goed beargumenteerd een eigen mening vormen. De master is er dan voor de gedegen vakkennis. Voor studenten als deze, die hard hebben leren werken en met overtuiging kiezen, is twee jaar echt genoeg.

De voorzitter van universiteitenvereniging VSNU kenmerkte de university colleges als de enige echte vernieuwing die de afgelopen decennia plaatsvond in het hoger onderwijs. Tussen al het gesomber over fusies, onderwijsbobo’s, een monomane obsessie met wetenschap en het wegzakken van Nederland als kennisland ligt hier nou eens iets dat wél goed is gegaan. Daar in blijmoedige termen over spreken mag zeker, maar het bagatelliseren niet.

Dit artikel eerder in NRC Handelsblad (dinsdag 27 maart) als reactie op een opiniestuk van vertaler Martin de Haan. Die schreef, als reactie op het verdwijnen van diverse alfa-bachelors, dat studenten worden opgeleid zonder specialisme, in zijn ogen niet interessant voor de arbeidsmarkt.

Advertentie