Climategate was een zegen

Toen de nieuwe onaangepaste omroepkandidaat Powned met zijn uitzendingen begon, zei de baas van het stelletje ongeregeld Dominique Weesie dat hij maar aan één ding echt niet moest denken: dat Volkskrant tv-criticus Jean-Pierre Geelen er niks op aan te merken zou hebben. Na de eerste week kon Geelen de programmamakers geruststellen. Het was bagger en dat is het.

Eenzelfde gevoel bekroop me onlangs toen ik voor de krant verslag deed van de kritische evaluatie die een gezelschap van hooggeleerden had gemaakt van het functioneren van het klimaatpanel IPCC. Ik schreef een analyse van de analyse, bracht het nieuws dat er reden was om het IPCC te hervormen, en uiteindelijk een commentaar voor de krant waarin we aangaven dat het IPCC vooral moest worden klaargemaakt voor het inmiddels zware politieke tegenweer dat het laatste jaar definitief is opgestoken. Als er iets veranderd is, namelijk, is dat het klimaat rond het klimaat. Goede bedoelingen volstaan niet meer, is de les van de affaire die Climategate is gaan heten.

In mijn gevoel was ik in die analyses behoorlijk kritisch geweest, kritischer misschien wel dan we als krant een paar jaar geleden waren over het klimaatpanel, waarin immers bloedserieuze wetenschappers zetelden, dus waarom zou je die per definitie niet geloven, zoals sceptici de neiging hebben? Aan de klimaatsceptici waren de subtiele bewegingen niet besteed. ‘Martijn van Calmthout (Volkskrant) is de weg kwijt’, blogde de immer innemende scepticus Hans Labohm. In zekere zin las ik dat als een geruststelling. Op zijn Powneds: als Labohm had ingestemd met onze visie op de IPCC-analyses was er iets goed mis met de Volkskrant en ondergetekende.

De Volkskrant heeft, anders dan tegenstanders van klimaatmaatregelen graag suggereren, nooit klakkeloos achter de paniekverhalen over het klimaat aangerend. Wat de krant wel heeft gedaan is noteren dat een groeiend en serieus contingent echte wetenschappers constateerden dat er heel snel van alles gebeurt in het systeem aarde, en dat dat niet normaal lijkt.

In de jaren na Al Gore en voor Kopenhagen werd dat signaal meer en meer mainstream en leek het besef te ontstaan dat er toch wel iets zou moeten veranderen. De tegenwerpingen van klimaatsceptici, veelal op grond van rommelige grote-stappen-gauw-thuis-wetenschap, leken steeds minder hout te snijden of ingang te vinden. Zo min als je de bedpan tegenwoordig nog uit het slaapkamerraam ledigt, zouden we in het vervolg onze broeikasgassen gedachteloos lozen. Ook gewone mensen wisten wel waarom.

Als je de kranten en de Volkskrant iets wilt verwijten in het klimaatdossier, is het dat ze niet tijdig hebben onderkend dat die klimaatbereidheid van de laatste jaren in feite broos was en gratuit. Kopenhagen dreigde echt pijn te gaan doen, en dus slonk het draagvlak snel. De aanval op de integriteit van de klimaatwetenschap en haar beoefenaren had wat dat betreft niet op een slimmer moment kunnen komen. Opeens leek het klimaatdebat zomaar terug bij af te zijn.

Te vaak is er te gemakkelijk geschreven dat klimaatmaatregelen netto juist heel voordelig zouden zijn, nog afgezien van het goede gevoel de wereld te redden. Alsof het de taak van de media zou zijn de mensen gerust te stellen. We hebben, kortom, niet te veel paniekverhalen geschreven, maar te weinig. Over onze portemonnee en leefstijl zijn te veel zoete broodjes gebakken. IPCC moet de waarheid leren zeggen. En de kranten ook. En in die zin is Climategate dus eigenlijk een zegen. Waarvoor dank, Hans Labohm en vrienden.

 

Deze bijdrage is ook te lezen op: http://www.vuconnected.nl/skvdw/. In Amsterdam vindt op 12 oktober een debat plaats over het klimaatdebat en 'het vertrouwen in de wetenschap'.

Advertentie