De dag dat......

Na de wedstrijd van Nederland-Brazilië was ik sprakeloos. Maar waarom? De match symboliseerde op indringende wijze de sterkte en zwakte van de huidige twee teams.

Als de wedstrijd Nederland-Brazilië geen pauze had gekend dan was het Nederlands elftal afgemaakt. In de eerste helft domineerde Brazilië en liepen de Nederlandse spelers rond alsof ze derderangs spelers waren. Met een iets aangepaste speelwijze van het Nederlandse team na de pauze, een overschatting van eigen kunnen van het Braziliaanse team en na de eerste lucky goal in de tweede helft, stortte Brazilië in als een derderangs team, rijp voor de slachtbank. Een wonderlijk tafereel, met maar één vraag: hoe kan dit?

Het antwoord is simpel: zowel Nederland als Brazilië voetbalde de afgelopen jaren onder hun coaches zonder duidelijke leiders in het veld. Spelers, die de wedstrijd kunnen lezen en onderweg de strategie kunnen aanpassen. De aanpassingen komen pas wanneer de coach het team dat kan vertellen. Doe dit en doe dat! Beide teams voetballen dan ook al jaren niet groots en sprankelend, maar vooral degelijk en goed. Dat is wat beide coaches vertellen hen te doen: een keurslijf van discipline en degelijkheid. Dat gaat goed tegen de mindere goden, immers die ontregelende factoren treden dan zelden op. Maar daarom zijn beide teams ook onvoorstelbaar zwak, wanneer er onverwachte dingen gebeuren tegen sterke teams.

Sommigen suggereren dat we op zijn oud-Duits kampioen worden. Dat is geen zegen, maar een regelrechte ramp. Ik las laatst een opmerking van een ondernemer over Duitse collega’s: goede regelaars maar geen centje creativiteit. Nu zal dat wat gechargeerd zijn, maar toch. Het belooft niet veel goeds als we dit gaan overnemen de komende jaren en bovendien afhankelijk worden van de factor geluk. En juist nu het nieuw-Duitse team zowaar enige creativiteit lijkt te vertonen en op eigen kracht presteert! Dit team is het enige tot nu toe, samen met Chili, Paraguay en Ghana, waar ik met enig plezier naar gekeken heb. Ik betrap er mezelf op bijna fan te worden.

Voor de WK voorspelde ik dat wie deze wedstrijd won wereldkampioen werd. Bij deze kan ik onszelf dus alvast feliciteren. Maar of ik daar blij van word? Vooruit, als het dan maar bij één keer blijft. En vooruit als we als universiteit daar dan ook maar munt uitslaan. Immers onze collegevoorzitter heeft dezelfde missie en uitstraling als onze bondscoach Bert: wereldkampioen worden, er écht in geloven en krachtig leiding geven! Laten we de band tussen Wesley en Utrecht uitbaten met een eredoctoraat of zomaar een leerstoel: de Wesley en Yolanthe wisselleerstoel voor Eigentijdse Wonderen. En wie weet schenken ze ons dan een heus onderzoekscentrum, zoals dat in Amerika heel gewoon is: het Sneijder Centrum voor de Studie van Goddelijke Doping.

Advertentie