Sri Lanka
Een burgeroorlog is meer dan goeieriken die vechten tegen slechteriken
Ik ben geboren in het midden van de jaren 90, vroeg in de herfst, in een klein, landelijke plaatsje in het westen van Denemarken met een bevolking van ongeveer 4.000 mensen. Ik was één van de paar kinderen die hetzelfde lot deelden: onze ouders waren naar Denemarken gekomen om een oorlog te ontvluchten en zagen hun hoop om ooit naar hun thuisland terug te keren langzaam vervliegen.
Mijn vader was snel na het uitbreken van de burgeroorlog in de jaren 80 Sri Lanka ontvlucht, mijn moeder volgde in de vroege jaren 90. Ze zijn allebei Tamil, een etnische minderheid die door de Sri Lankaanse overheid en diens leger vervolgd werd. Degenen die konden vluchten deden dat. In Denemarken volgden mijn ouders de oorlog in hun thuisland via de televisie, af en toe via brieven of telefoongesprekken met familieleden.
Op mijn twaalfde besefte ik me dat de meeste mensen in mijn woonplaats oorlog alleen kenden van televisie. Dat kwam toen een van mijn leraren naast me ging zitten en een praatje aanknoopte: “Siya, ik hoorde op het nieuws dat de slechteriken in Sri Lanka zijn verslagen. Dat is heel goed nieuws.” Ze sprak ernstig, maar het optimisme in haar stem was niet te missen. Ik was verbijsterd, want de ervaring van mijn familie was dat de ‘slechteriken’ ons, een vervolgde etnische minderheid, beschermden, tegen de ‘goeieriken’, de troepen van de Sri Lankaanse overheid. Ik mompelde iets instemmends terug, niet omdat ik het met haar eens was, maar simpelweg omdat ik niet de moed en het zelfvertrouwen had om de woorden van een volwassene, laat staan mijn leraar, te betwisten.
Daarna sprak ik nog maar zelden over de oorlog. Jaren later, als student aan de Universiteit Utrecht, kreeg ik de kans cursussen te volgen van de departementen Talen, Literatuur & Communicatie en Geschiedenis. Ik las papers en boeken over oorlogen en conflicten, zelfs (en soms juist) over de burgeroorlog die mijn ouders waren ontvlucht. Ik had de kans de fragmenten die in mijn leven voorbijgekomen waren, te reconstrueren: de tv-presentatoren die spraken over de gruweldaden in Sri Lanka; mijn ouders die in de laatste maanden van de burgeroorlog vol spanning naar de tikkerband van satelliet-tv keken waarin de namen van de doden werden opgenoemd hopende dat ze er geen zouden herkennen; mensen die me naar mijn mening vroegen of me vertelden over de goeden en de kwaden, wat dat ook moge betekenen.
In feite hebben zowel de ‘goeieriken’ als de ‘slechteriken’ onschuldige mensen vermoord. Het is belangrijk om in gedachten te houden dat oorlogen, en zeker burgeroorlogen en etnische conflicten, vaak heel ingewikkeld zijn en niet simpelweg geduid kunnen worden als goeieriken die vechten tegen slechteriken. Als we die conclusie kunnen trekken, is het goed je te realiseren dat wie het meest lijdt onder oorlog gewone mensen zijn, ongeacht aan welke kant van het conflict ze staan.
Siya Sithamparanathan (26) is een Deense student van wie de ouders uit Sri Lanka komen. Ze volgt de master Linguistics aan de Utrecht Universiteit en houdt ervan creatief bezig te zijn. Zo maakt ze bijvoorbeeld plantenhangers en vloerkleden van oude kleding.