Een vleesvrije universiteit: tijd voor de daad bij het woord

Een mening is zonder actie is niets waard, vindt Willem Vermaat, docent Milieuwetenschappen. Hij vindt dat het College van Bestuur de vleesvrije universiteit niet alleen moet steunen met woorden, maar ook met daden moet komen om dit te realiseren.

“Voorlopig geen vleesvrije dag op universiteit,” berichtte DUB op dinsdag 20 september. De U-raad wil graag een dag in de week geen vlees in de kantines, maar het College van Bestuur wil daar niet aan. De eerdere hoopvolle woorden van rector Bert van der Zwaan - "Van mij mag de universiteit vleesvrij worden" - blijken een wassen neus.

Het college staat niet afwijzend tegenover een vleesvrije dag, meldt DUB. Maar toch heeft het college het voorstel afgewezen. Dat klinkt mij nogal tegenstrijdig in de oren. Het lijkt erop dat het college iedereen te vriend wil houden. Dat wil zeggen: zijn gesprekspartners. Iedereen, daar horen miljoenen mensen en dieren die de gevolgen van hoge vleesconsumptie dragen natuurlijk niet bij.

De rector omzeilde de kritiek op de tegenstrijdigheid tussen zijn eerdere uitspraak over een vleesvrije universiteit en het beleid van het college door eerstgenoemde tot een “persoonlijke mening” te bestempelen. Dat lijkt me overbodig. Maar voor degenen die dachten dat het de mening van Arie Ribbens was of de onpersoonlijke mening van de rector: die twijfels kunnen we nu wegnemen. Als er iemand is die de persoonlijke mening van Bert van der Zwaan invloed kan laten hebben, dan is het Bert van der Zwaan. Of gaan alle vergaderingen van het college op deze manier? “Het volgende punt is de mate van samenwerking met het bedrijfsleven. Ik heb hier net als u allen een persoonlijke mening over. Iemand koffie?”

Een mening is zonder actie is niets waard. Het verschil tussen wat je zegt en wie je bent, is wat je doet. Het debat wordt toegejuicht. Maar hoeveel debatten moeten er nog komen? Ik ben de debatten eerlijk gezegd wel een beetje zat. Prachtig hoor, een rector die zich uitspreekt voor een vleesvrije universiteit. Maar als de uitkomst is dat diezelfde universiteit zich bezig houdt met de voorbereiding van een nieuw cateringconcept, waarbij nagedacht wordt over “wat en hoe we iets aanbieden” dan stemt mij dat niet bijzonder hoopvol. Het verbaast me slechts dat dit niet wordt uitbesteed aan een reclamebureau.

Noem mij een cynicus, maar gelooft u dan echt dat dit iets anders is dan pappen en nathouden? Natuurlijk, straks komt het college naar buiten en kondigt een nieuwe duurzaamheidsverklaring af. Er komt geen vleesvrije dag, omdat dat het college niet ver genoeg gaat. “Veganisme is de nieuw norm,” aldus het bestuur in 2017. Dat heb ik gehoord van de kabouter Wits Frester in de Botanische Tuinen.

De wetenschappelijke kennis over de desastreuze gevolgen van de consumptie van dierlijke producten neemt alsmaar toe, mede dankzij UU-onderzoekers. Zij zijn echter als een groep Dutchbatters onder bestuur van de Verenigde Naties. Vanuit observatietorens worden de vernietigende gevolgen van vlees vastgelegd. Er komen steeds meer observatietorens met steeds betere apparatuur die het zicht op de zaak vergroten. Er wordt druk gedebatteerd met andere observatieposten, door middel van fantastische communicatietechnologieën. Ondertussen hebben ze niet in de gaten dat het probleem zo groot is geworden dat hun eigen observatietoren elk moment kan instorten. Milieuvervuiling, klimaatverandering, zoönosen, hartziekten, kanker: vlees is de oorzaak.

Het college houdt haar rug recht en wil niet dwingend zijn. Maar vlees is dwingend. Dwingend voor dieren. Dwingend voor toekomstige generaties. Dwingend nu al voor veel mensen die de gevolgen dragen van door de veehouderij veroorzaakte problemen. En de mensen die dat allemaal ijskoud laat, wat vragen we nou van ze? Ze kunnen thuis een vleesontbijtje wegwerken voor ze naar de universiteit gaan. Ze kunnen thuis aangekomen weer tegenover zichzelf bewijzen waar ze naar eigen zeggen hun snijtanden voor hebben. Ze kunnen zelfs de hele dag door vlees bunkeren, alleen één dag in de week moeten ze dat dan ergens anders halen dan in de kantine. Wat hebben ze het toch zwaar!

Tenminste, dat meent het college. De U-raad die de belangen van medewerkers en studenten behartigt, denkt er anders over. Zo bezien is het helemaal krom: het College van Bestuur kent deze belangen blijkbaar beter.

Uiteindelijk hoop ik helemaal niet op een vleesvrije dag. Ik hoop dat mijn droom werkelijkheid wordt: een veganistische universiteit. Ik zou willen dat ik kabouter Wits kon geloven. Een veganistische kantine zou namelijk werkelijk gastvrij zijn. Voor veganisten, vegetariërs, maar ook voor degenen die meestal de principiële keuze maken om wel vlees te eten. Het is gastvrij voor mensen die kosjer of halal willen eten, voor gezondheidsfreaks, voor mensen die aan de lijn doen, voor mensen met lactose-intolerantie of allergieën voor andere dierlijke producten.

Maar bovenal betekent het voor iedereen – en ik bedoel wel werkelijk iedereen: mensen, dieren en toekomstige generaties – een betere wereld. Een betere wereld die ook de universiteit volgens haar nieuwste Strategische Plan nastreeft.

Advertentie