Flexcontracten junior docenten leiden tot kapitaalvernietiging

Junior docenten zijn een vast onderdeel geworden van het onderwijspersoneel. Maar ze krijgen alleen tijdelijke contracten. Volgens een groep junior docenten van Geowetenschappen gaat er zo onterecht veel (onderwijs)kennis verloren.

Eindelijk! Ook op de Universiteit Utrecht komt er langzaam beweging aansluitend bij de protesten in andere universiteiten in het hele land (met Amsterdam voorop). Rethink UU en de Nieuwe Universiteit UU zijn langzaam opkomende initiatieven om de huidige gang van zaken binnen de UU bespreekbaar te maken en te veranderen. Dit is voor ons een mooi moment om aan te haken. Wij willen het geluid laten horen van een groep moeilijk te plaatsen medewerkers van de UU: de junior docenten.

Een paar weken geleden lazen we de noodkreet van een groep junior docenten (judo’s) aan de UvA op de opiniepagina van de Volkskrant. Dit opiniestuk bespreekt de bijzondere positie van judo’s binnen de UvA; Zo zijn ze, ondanks dat ze niet gepromoveerd zijn, verantwoordelijk voor een belangrijk deel van het onderwijs. Echter, na drie jaarcontracten zit het dienstverband van een judo erop en is het tijd voor een nieuwe lichting. Dit ondanks het feit dat vele judo’s graag binnen de universiteit door zouden willen groeien. Het artikel spreekt van kapitaalvernietiging door de UvA met betrekking tot deze groep zeer gemotiveerde en getalenteerde docenten. Deze brandbrief deed ons, junior docenten bij de faculteit Geowetenschappen, te rade gaan bij onszelf. Hoe staan wij in deze discussie en wat zouden wij graag veranderd zien?

Laten we beginnen met aan te geven dat het junior docentschap een geweldige baan is met grote persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheden. Ook heeft een actieve, jonge en wisselende staf positieve gevolgen voor (vernieuwing in) het onderwijs. We werken allemaal met veel plezier hard aan het in stand houden en verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Juist daarom hebben wij, net als onze Amsterdamse collega’s kritiek op de aard van de contracten van judo’s en ander onderwijspersoneel. Wij zien deze tijdelijke contracten als bewijs voor de groeiende overheersende prioriteit van onderzoek boven onderwijs aan de universiteit.

Uiteindelijk komen de grote inkomsten voor een universiteit namelijk voort uit onderzoek. Dit leidt tot de perverse prikkel dat de binnengehaalde mensen aan de universiteit vaak in de eerste plaats onderzoeker zijn en in sommige gevallen nauwelijks affiniteit hebben met onderwijs. De prestatiedruk voor onderzoekers zorgt er tevens voor dat onderwijs bij deze wetenschappers een ondergeschoven kindje kan worden. Onderwijs is een bijzaak, misschien zelfs een noodzakelijk kwaad, maar in ieder geval iets dat afleidt van hetgene waar de werkelijke focus ligt: het eigen onderzoek.

Deze focus op onderzoek in combinatie met groeiende studentenaantallen zorgt bij sommige opleidingen voor de noodgreep tot aannemen van judo’s. Deze als tijdelijk bedoelde oplossing begint echter continue vormen aan te nemen. Judo’s zijn er nog steeds, en zijn een vast onderdeel geworden van het onderwijspersoneel. Hierdoor ligt er een grote schat aan kennis over het onderwijs bij deze groep docenten. Echter, wanneer een tijdelijk contract ten einde komt, gaat er enorm veel (onderwijs)kennis verloren. En dat zien wij echt als een vorm van kapitaalvernietiging. Niet alleen voor de opgebouwde kennis van de groep judo’s, maar met name voor het onderwijs dat zij ontwikkelen.

Het is juist daarom dat wij willen reageren op onze Amsterdamse collega’s. Goed onderwijs ligt ons na aan het hart. Om ons heen zien we dat het constante komen en gaan van tijdelijk personeel impact heeft op de kwaliteit van het onderwijs en nadelige gevolgen heeft voor de continuïteit hiervan. Goed onderwijs wordt gegeven door goede docenten. Goede docenten hebben tijd nodig om zich te ontwikkelen, om ervaring op te doen en om het onderwijs zich eigen te maken. En zijn er geen goede docenten nodig om uiteindelijk goede onderzoekers op te leiden?

Advertentie