'De enige die je mag schaden, ben jezelf'
Geen rookvrije maar een dierenleedvrije campus
"Samen zorgen we voor een gezondere en duurzamere omgeving om in te studeren, werken en leven." Dat is het motto van de campagne ‘Rookvrije Campus UU’.
De overheid streeft een rookontmoedigingsbeleid na en heeft onderwijsinstellingen opgedragen om een anti-rookbeleid te gaan voeren. De UU heeft daarom een rookvrije campus verordonneerd, waar rokers niet meer welkom zijn, op enkele rookgedoogplekken na.
Eerst werden rokers binnen geweerd, toen werden rokers verdreven buiten rond de ingangen en momenteel is het beleid om roken helemaal te weren van de campus. Maar waarom zou de overheid zich moeten bemoeien met ongezonde levensstijlkeuzes zolang die anderen niet tot last zijn?
Vrij om ongezonde keuzes te maken
Staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid betoogt: “Elke dag beginnen gemiddeld 75 jongeren onder de 18 jaar met dagelijks roken en de meeste jongeren roken de eerste sigaret op het schoolterrein.”
Dat zou een argument kunnen zijn voor ontmoedigingsbeleid op lagere en middelbare scholen, maar studenten zijn doorgaans 18-plus. Het staat volwassenen in een vrije samenleving vrij om ongezonde levensstijlkeuzes te maken.
Je zou kunnen zeggen dat het toch goed is dat de overheid en de UU werken aan een rookvrije generatie, want roken is immers ongezond. Volgens Blokhuis sterven jaarlijks zo’n 20.000 mensen aan de gevolgen van roken.
Maar als de overheid zich werkelijk iets gelegen laat liggen aan de gezondheid van studenten, dan zijn er nog veel meer zaken waar de overheid zich mee zou kunnen bemoeien. Denk aan het weren van ongezond voedsel van de campus of het ontmoedigen van het drinken van alcoholhoudende dranken dat in de academische wereld ingeburgerd is.
Alcoholgebruik wordt nauwelijks aangepakt
In plaats van te streven naar een rookvrije generatie zouden we er beter aan doen te streven naar een alcoholvrije samenleving. De maatschappelijke schade veroorzaakt door overmatig drankgebruik (geweld, vandalisme, verkeersongevallen) is vele malen groter dan dat van rokers. Je kan roken wat je wilt, maar je wordt er niet dronken en niet gewelddadig van.
Drank- en drugsgebruik onder studenten worden nauwelijks aangepakt. De UU heeft wel een (halfslachtig) alcoholontmoedigend beleid, zoals pas na vijf uur borrelen en geen bier tijdens universitaire activiteiten tijdens UIT. Maar studenten- en ook studieverenigingen die subsidie van de UU ontvangen zijn berucht om hun drankzucht.
De universiteit biedt in de kantines en foodtrucks op de campus ook ongezond, niet duurzaam geproduceerde producten met dierenleed aan, en subsidieert alcohol en vliegreizen.
Het verbieden van roken is misplaatst omdat buiten roken geen schade veroorzaakt aan anderen, terwijl het consumeren van dierlijke producten wel direct schade toebrengt, namelijk aan de niet-menselijke dieren in de bio-industrie, maar ook aan mensen. Immers, de intensieve veehouderij is ecologisch desastreus. In plaats van een rookverbod is het logischer om zowel een vliegvrije generatie te bepleiten – vliegen is immers ook niet duurzaam – als een plantaardige generatie.
Wat is pedagogisch ideaal?
Een fundamentele vraag is of de overheid en de universiteit een pedagogische taak moeten hebben. Als het antwoord daarop ‘ja’ is, komt de vraag op wat dan het pedagogische ideaal is.
Wat mij betreft gaan we uit van een seculier humanistisch ideaal waarbij individuen in vrijheid kunnen kiezen hoe zichzelf zoveel mogelijk te ontwikkelen in de breedste zin des woords, binnen een democratisch kader met wetenschap als leidraad voor kennis.
Als we die keuze maken, zou de universiteit ernaar kunnen streven om idealen (zoals de mensenrechten en Sustainable Development Goals) te bevorderen. Dat betekent naar mijn mening ook: verwarming lager, een plantaardige universiteit, een plasticvrije campus en een streng no-fly beleid.
Tegelijkertijd kun je je bijvoorbeeld afvragen of het bevorderen van inclusie en diversiteit door het veelvuldig verstrekken van cursussen, informatiesessies en door de beleidsvoering in zo’n klimaat past.
Op weg naar de hel
De universiteit werkt mee met overheidsbeleid om de campus rookvrij te maken en om inclusiviteit en diversiteit te bevorderen, maar er wordt vrijwel niets gedaan op het gebied van gezonde en ethische voeding of van het vliegbeleid (het aantal UU-gerelateerde vlieguren neemt volgens mij niet structureel af de afgelopen jaren). Dat is inconsistent en laat een gebrek aan prioritering zien: roken is niet direct gerelateerd aan klimaatverandering, vlees eten wel. Er zijn wel initiatieven op dit vlak, vegetarisch als default bij de catering bijvoorbeeld, maar die zetten weinig zoden aan de dijk. Het is hoog tijd om de prioriteiten aan te brengen.
Secretaris Generaal van Verenigde Naties Antonio Gutteres sprak tijdens de COP27 de angstaanjagende woorden: ‘We are on the road to climate hell’. Als dat geen reden is om drastische ingrepen te doen, wat dan wel? De rookvrije campus is een farce: rokers doen alleen zichzelf kwaad, bij niet duurzaam gedrag worden anderen geschaad.
Als we een leefbare planeet willen behouden dan moeten we ook actie ondernemen en de UU vanaf 1 januari 2023 omvormen tot een duurzame, plantaardige, plastic vrije, no fly universiteit. Maar dat gaan we toch niet doen, en zo komen we in 2023 weer dichter bij de climate hell. Maar wel rookvrij.