Gemeente moet studentbestuurder steunen

De gemeente zou een financiële bijdrage moeten leveren aan studenten die collegegeldvrij willen besturen, opperen studenten Guido van Seeters en Daan Dagevos.

Yvonne van Rooy en Hein van Oorschot, voorzitters van bestuur van respectievelijk de Universiteit Utrecht en Tilburg University, betoogden onlangs dat collegegeldvrij besturen schadelijk is, voor universiteiten, de overheid én studenten. Wij vragen ons af of het voorstel schadelijk is voor studenten.

De twee collegevoorzitters voeren als bezwaar tegen het voorstel collegegeldvrij besturen aan dat dit zou betekenen dat fulltime studentbestuurders gedurende hun bestuursjaar geen steun meer van de overheid ontvangen in de vorm van studiefinanciering, een studentenreisproduct of een lening bij de DUO. Bovendien zouden zij geen enkel tentamen kunnen doen.

Laten we die vier argumenten eens punt voor punt doornemen. Wat betreft de studiefinanciering is het zo dat de overheid vanaf begin jaren '90 de 'eigen bijdrage' component van het normbudget (een maatstaf van het ministerie die bepaalt met welk bedrag een student rond moet komen) stelselmatig jaar op jaar heeft opgeschroefd. Daarmee is de studiefinanciering voor de huidige student toch al verworden tot niet veel meer dan een leuk zakcentje. Begrijp ons goed, we stellen de studiefinanciering zeer op prijs, maar een student waarvan de ouders niet substantieel bijdragen moet zich al jaren óf rigoureus in de schulden steken óf een flinke bijbaan hebben.

Dan het studentenreisproduct. Er is natuurlijk één groep die per definitie niet veel tijd heeft gebruik te maken van zijn of haar studentenreisproduct en dat is de voltijdsbestuurder. Die heeft helemaal geen tijd op en neer naar vader en moeder te reizen. Overigens moet worden opgemerkt dat we hier bestuurders van landelijke koepels even buiten beschouwing laten, hoewel het ook bij hen maar de vraag is of de reiskosten boven de kosten van hun collegegeld uitkomen.

De collegevoorzitters hebben gelijk als het om lenen gaat. Zeker als de mogelijkheid van een bijbaan vervalt door het vervullen van je taak als fulltime bestuurder zit er niets anders op dan een lening af te sluiten, maar hier zou uiteraard een regeling voor gevonden kunnen worden. Denk bijvoorbeeld aan een inschrijving bij de universiteit die niets kost maar wel bij de DUO geregistreerd is. Maar belangrijker dan dat: is het niet aan de student zelf om te bepalen of zij of hij geen collegegeld wil betalen om een langstudeerboete mis te lopen, zelfs als de mogelijkheidheid tot lenen vervalt?

Dat brengt ons bij het laatste punt van de collegevoorzitters: dat bestuurders na uitschrijven geen tentamen kunnen doen. Wij zouden het zelfs sterker willen stellen. Voltijdbestuurders gebruiken in hun jaar helemaal geen universiteitsfaciliteiten waar de gewone student wel van gebruikmaakt. Waarom worden ze er dan wel voor geacht te betalen? Uiteraard is het belangrijk dat bestuurders een bepaalde binding met hun universiteit behouden, maar is een puur financiële band werkelijk belangrijker dan een jaar lang inzet voor een actief studentenleven in en rondom de universiteit?

De collegevoorzitters stellen dat collegegeldvrij besturen een ongewenst onderscheid creëert tussen voltijdsbestuurders en parttime bestuurders, de helden en heldinnen die het bestuurswerk gewoon naast hun studie doen. Maar dat onderscheid was er al, is er nog steeds en zal er altijd zijn. Net zoals er een onderscheid is tussen een werkweek van 40 uur en van 20 uur. Waar wij ons vooral zorgen om maken is dat je in de praktijk vaak ziet dat parttimers later vaak ook fulltime willen besturen. Dit wordt ze er op het moment niet makkelijker op gemaakt.

De voorzitters vrezen ook de budgettaire gevolgen van collegegeldvrij besturen. We kunnen allemaal uitrekenen dat het de universiteit een paar ton kost als al hun fulltime bestuurders geen collegegeld meer hoeven te betalen. Ook het verhogen van het profileringsfonds zien we in deze krappe tijden niet gebeuren. Daarom stellen we een maatregel uit een heel andere hoek voor.

Waarom vragen we niet aan de gemeente om een bijdrage te leveren voor deze fulltime bestuurders? Studie- sport- en gezelligheidsverenigingen trekken enorme groepen studenten de stad in en ondersteunen zo de plaatselijke middenstand. Studentbestuurders maken de stad levendig en bruisend en zorgen dat er een gestage aanwas van jonge mensen is. Mensen die zonder een studentikoze, bruisende stad wellicht voor een andere alma mater hadden gekozen.

Met deze overweging in het achterhoofd is het ons inziens geen vreemd idee om de gemeente om een kleine subsidie voor deze ondernemende jonge mensen te vragen.

Advertentie