Open brief 44 docenten internationaal recht en mensenrechten

'Het sturen van de ME naar het Gaza Solidarity Encampment was onnodig en disproportioneel'

Drift protest gaza foto james Huang
Protest bij de Drift. Foto James Huang

Als docenten internationaal recht en mensenrechten betreuren wij het besluit van het universiteitsbestuur om de ME te verzoeken vreedzame demonstranten te verwijderen zonder dat er duidelijke redenen waren voor de inzet van geweld door de politie. Vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vergadering zijn de fundamenten van een democratische samenleving. In het licht van de cruciale rol van de universiteit als hoeksteen van een open en pluralistische samenleving, zijn we verontrust door de keuze van het College van Bestuur om een beroep te doen op de politie om vreedzame demonstranten uiteen te drijven. 

Deze beslissing ondermijnt de relatie van wederzijds vertrouwen en respect die binnen onze gemeenschap zou moeten bestaan en schendt de zorgplicht van de universiteit ten opzichte van haar studenten en medewerkers. De handelwijze van de universiteit benadrukt ook de inconsistenties van de huisregels van de UU, en hun interpretatie en toepassing, met mensenrechtennormen.

Als docenten internationaal recht en mensenrechten leren we onze studenten internationaal recht te begrijpen en toe te passen, met de nadruk op mensenrechten, internationale misdaden en oorlogsrecht. We rusten onze studenten uit met kritisch denkvermogen, moedigen hen aan om hun mening en meningsverschillen te uiten en brengen hen het belang van universeel respect voor mensenrechten bij. In een situatie waarin de hoogste instellingen en hoeders van het internationaal recht aangeven dat er momenteel een groot risico bestaat op genocide in Gaza, naast andere schendingen van het internationaal recht op grote schaal, zien we het niet als een verrassing dat onze studenten en collega-faculteitsleden besluiten om te protesteren uit solidariteit met het Palestijnse volk. Hoewel we het misschien niet allemaal eens zijn over de inhoud van de eisen van de demonstranten, steunen we hun recht om hun mening vrij te uiten en vreedzaam te protesteren.

Wij zijn van mening dat de Universiteit Utrecht in haar reactie op de Gaza Solidarity Encampment op 7 en 8 mei de vrijheid van meningsuiting en het recht op vreedzame vergadering van haar studenten en medewerkers helaas niet heeft gehandhaafd en gefaciliteerd. Deze rechten moeten ook worden beschermd wanneer deze demonstraties als schokkend of verontrustend kunnen worden ervaren. Zoals het VN-Mensenrechtencomité verwoordde: "vreedzame bijeenkomsten kunnen in sommige gevallen inherent of opzettelijk ontwrichtend zijn en vereisen een aanzienlijke mate van tolerantie". 

Volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens betekent het gebruik van geweld door individuele demonstranten niet dat de hele demonstratie niet vreedzaam is, en hebben de autoriteiten nog steeds de plicht om geen geweld te gebruiken tegen andere vreedzame demonstranten en om hun recht op protest te respecteren. Volgens de mensenrechtenwetgeving vallen sommige vormen van tijdelijke bezetting van gebouwen onder de vrijheid van vergadering en ook het gebruik van gezichtsbedekkingen tijdens protesten doet niets af aan het vreedzame karakter van een protest. Maatregelen die in reactie hierop worden genomen, moeten proportioneel blijven. Helaas blijven zowel de huisregels van de UU als de onlangs aangenomen Gezamenlijke Richtlijnen van Nederlandse Universiteiten en Hogescholen Nederland tekortschieten ten aanzien van bepaalde mensenrechtennormen. 

We zijn ernstig bezorgd over berichten van collega's, studenten en ouders dat de politie wapenstokken, pepperspray en wurggrepen heeft gebruikt tegen vreedzame demonstranten, die vervolgens in bussen werden geladen en kilometers verderop midden in de nacht werden afgezet. Op basis van de beschikbare informatie zijn we van mening dat deze inmenging in hun recht op vrijheid van vergadering onnodig en disproportioneel was. We betreuren het dat de universiteit, door zich te beroepen op veiligheidsoverwegingen, de veiligheid en het welzijn van studenten en medewerkers direct in gevaar heeft gebracht. Er is eenvoudigweg geen plaats voor oproerpolitie op de campus van een universiteit waar studenten en medewerkers hun recht op vreedzame vergadering uitoefenen en waar dialoog en het uiten van verschillende meningen altijd mogelijk moeten zijn zonder toevlucht te nemen tot geweld. 

We verwelkomen de bereidheid van het College van Bestuur om in te gaan op een aantal van de eisen van de demonstranten, en om de incidenten met de ME te herzien. In het licht hiervan verzoeken wij, als docenten internationaal recht en mensenrechten, het CvB om de volgende verdere stappen te nemen: 

  • Om de vertrouwensbreuk te herstellen, moet het bestuur publiekelijk excuses aanbieden aan alle studenten en medewerkers die getroffen werden door de keuze om de politie te vragen de Gaza Solidarity Encampment te beëindigen; 
  • Geef meer informatie aan de UU-gemeenschap over de afhandeling van de demonstraties op 7-8 mei;
  • Garandeer dat de politie in de toekomst niet opnieuw wordt opgeroepen om vreedzame protesten op de campus uiteen te drijven; 
  • Garandeer dat in de toekomst de huisregels van de UU en de gezamenlijke richtlijnen van Universiteiten Nederland en Hogescholen Nederland voor protesten worden toegepast in overeenstemming met de mensenrechtenwetgeving, om de uitoefening van grondrechten in een democratische en pluralistische samenleving te faciliteren in plaats van te belemmeren; 
  • Betrek mensenrechtenexperts bij de aanpak van demonstraties waarbij UU-studenten en -medewerkers betrokken zijn; en
  • Zorg voor betekenisvolle betrokkenheid van het College van Bestuur bij de verzoeken van demonstranten. 

We zijn bereid om een uitgebreidere versie te geven van onze eigen voorlopige juridische analyse, op basis van mensenrechtenwetgeving, van de reacties van de universiteit op de demonstraties van 7-8 mei, van de UU Huisregels en van de Gezamenlijke Richtlijnen.

Deze Open Brief is ondertekend door 44 docenten/onderzoekers internationaal en Europees recht van de UU.

Advertentie