Huidige student minder kritisch dan vroeger

Jaap Bos, docent Maatschappijwetenschappen bij de faculteit Sociale Wetenschappen, leidde vorige week  tijdens het lustrumfeest een debat over het verschil tussen studenten van toen en nu. In vijftig jaar zag een collega dat de universiteit verzakelijkte en de student daardoor minder kritisch werd.

Vijftig jaar na oprichting van de faculteit Sociale Wetenschappen kunnen we terugkijken: wat is er sindsdien gebeurd? Hoe heeft de faculteit zich ontwikkeld en welke mogelijkheden liggen er in het verschiet? Dit is waar we het over hadden tijdens een workshop op de dag 50-jaar FSW met als thema studeren toen en nu, waar oud studenten en huidige studenten sociale wetenschappen elkaar troffen.

In 1963, toen de faculteit vorm kreeg, moesten ‘de jaren zestig’ nog losbarsten. Psychologie, pedagogiek, andragologie (al weer opgeheven) en sociologie waren nog betrekkelijk overzichtelijke studierichtingen. Ze werden bestierd door ‘de grote drie’: Langeveld (pedagoog), Van Lennep (psycholoog) en Buytendijk (universeel genie).

Studeerde je in een van die studierichtingen dan ontkwam je niet aan hen. Je volgde ook vakken in al die disciplines en werd door het driemanschap gezamenlijk ondervraagd. Je las Sartre, Binswanger, Merleau-Ponty, Scheler, Minkowski. Als je ze uit had, maakte je een afspraak voor een mondeling. Aan verwachtingsmanagement deed men niet, men deed aan impressiemanagement. Een student van toen zei: ‘Ik begreep er weliswaar geen bal van, maar ik was zwaar onder de indruk’.

Vanaf de tweede helft van de jaren zestig stroomden de studenten massaal toe, en met hen de onlusten, de ‘aksies’, de 'demokratisering', het one-man-one-vote systeem. Iedereen mocht over alles meepraten -  vaak tot wanhoop van de hoogleraren.

Toen kwamen de jaren zeventig, ze liggen nog vers in het geheugen van menigeen. Het waren roerige tijden, maar ook warme tijden. De betrokkenheid met het veld was groot, herinnert Ton Klinkers zich, die toen historische pedagogiek studeerde. Micha de Winter, thans hoogleraar Pedagogiek, toen student, heeft meegemaakt hoe zijn vak in het decennium erna verzakelijkte. Gevolg: een overgereguleerde universiteit, strakke keurslijven, studenten die de praktijk instromen maar nauwelijks of niet meer kritisch zijn.

Ja, beamen de huidige studenten: een meer kritische houding zou wel zeer welkom zijn – maar waar leer je dat nog?

Werner Raub, socioloog en decaan aan de faculteit, waarschuwt: wetenschap is de weg naar  de waarheid, en al bereik je die niet, van het rechte pad dient niet te worden afgeweken.

Zouden ze daar over vijftig jaar nog zo over denken? Ik betwijfel het. We zijn een wetenschap in beweging, in transition. We zijn nog jong, we zijn pas vijftig! Waar we heen gaan weten wij niet. Dat is het mooie.

Advertentie