Betere energiecompensatie al bedacht

Laat studenten niet in de kou staan

De Bischoppen, studentenflat op De Uithof, foto DUB

Na weken van media-aandacht en lobbywerk maakte minister Jetten (D66) vorige week bekend dat het kabinet toch “alles op alles” zet om de circa 600.000 collectief verwarmde huishoudens onder ‘het prijsplafond’ te brengen, maar dat de uitvoering hiervan ingewikkeld is en de tijd beperkt. De minister neigt daarom naar een simpel alternatief: hij wil deze bewoners eenmalig compenseren via een belastingteruggave.

Deze belastingregeling kent vele gebreken. Ten eerste komt zij te laat: collectief verwarmde huishoudens ontvangen dit jaar nul compensatie, terwijl veel mensen deze kerst al in de problemen dreigen te komen. Zij kunnen niet nog maanden wachten. Daarnaast is de regeling onnodig ongericht. Een huishouden in een nieuw appartement ontvangt hetzelfde bedrag als een huishouden in een tochtige flat. Bovendien kan de regeling onnodig duur uitpakken. Een bedrag dat de meeste huishoudens redelijk compenseert, zal voor een grote groep huishoudens geld toe betekenen.

Nergens tekenen deze gebreken zich sterker af dan bij studenten. Studentenhuizen staan geregistreerd als één huishouden, maar herbergen soms wel vijftien studenten. Zij betalen allemaal een evenredig deel van de energierekening. Er zijn veel studentencomplexen zoals de Utrechtse IBB, waar 1250 studenten in 140 huishoudens wonen. De compensatie geldt per huishouden, dus het geld dat via de belasting terugkomt, moet ook door alle bewoners worden gedeeld. Feitelijk vallen studenten dus wéér tussen wal en schip.

Sinds het begin van de coronacrisis – toen studentenhuizen trouwens niet golden als één huishouden, waardoor studenten binnenshuis afstand moesten houden – voelt een groeiende groep studenten zich door de politiek miskend. Waar Britse en Duitse studenten gewoon energietoeslag ontvangen, moeten Nederlandse studenten eerst hun gelijk halen bij de rechter. Daarbovenop betaalt deze pechgeneratie volgend jaar rente over haar studieschuld, die overigens nog steeds meetelt bij het afsluiten van een hypotheek.

Naast het onrecht dat veel studenten voelen, heeft de belastingregeling voor velen grote financiële gevolgen. Een derde van de uitwonende studenten kon vorig jaar al niet rondkomen. In een andere Utrechtse studentenflat, bijvoorbeeld, vrezen tientallen studenten vanaf januari de rekeningen niet meer te kunnen betalen, wanneer de gasrekening stijgt van 25 naar 133 euro per persoon. Velen lenen maximaal, werken extra, en kunnen niet rekenen op steun van hun ouders. Enkelen van hen zien geen andere mogelijkheid dan verhuizen, al hebben ze geen idee waarheen.

Het kabinet mag dan een onvoldoende krijgen, belangenorganisaties hebben hun huiswerk wél gedaan. Aedes, de vereniging van woningbouwcorporaties, deed samen met Kences, de organisatie van studentenhuisvesters, een uitgewerkt voorstel: reken de collectief verwarmde huishoudens de prijzen die gelden onder de prijsplafonds voor gas en stadswarmte en stel geen “redelijke verbruiksgrens” in. Hierdoor betaal je als huishouden met blokverwarming altijd de lagere prijs voor gas en elektriciteit.

Dit is een elegante oplossing, die naast goed uitvoerbaar en gericht bovenal ook eerlijk is. Alle huishoudens betalen een redelijke prijs. Niemand hoeft te vrezen voor een barre winter – dus ook studenten niet. Misbruik is zonder een verbruiksgrens in principe mogelijk, maar zal in de praktijk nauwelijks voorkomen: het verbruik van collectief verwarmde huishoudens ligt doorgaans laag (anders zouden bewoners ook niet instemmen met een collectieve rekening). Er bestaat bovendien geen reden om te denken dat een compensatieregeling wel gecontroleerd kan worden, en een prijsplafond niet uitgevoerd: beide vereisen een “database” van collectief verwarmde gebouwen, waarover het ministerie zich nu buigt.

Advertentie