Langstudeerders zijn niet lui
Harde maatregelen om de studiedruk te verhogen zijn signaalpolitiek, vindt student Maarten van de Wetering.
De studiedruk neemt de komende jaren alleen maar meer toe, en de overheid ziet maar wat graag dat een student fijn nominaal loopt met de studie. Een aantal maatregelen die al genomen zijn: de invoering van de harde knip, de prestatiebeurs en het bindend studieadvies.
Wat is de rol van de student geworden binnen de kenniseconomie en de toekomst van “BV Nederland”? De overheid is er duidelijk over. Een van de grootste exportproducten van Nederlandse bodem is ‘kennis’. Kijk maar naar de mooie waterwerken in de wereld, het JSF-project en de ruimtevaart. Aan de andere kant is de overheid ook zeer duidelijk over de studietijd van die aankomende ‘kennis’. Het moet namelijk alleen maar sneller. De overheid wil in tijden van crisis van twee walletjes eten.
Studeren kost geld. Zo ver ben ik ook. Veel geld. De belastingbetaler investeert namelijk zo’n 7000 euro per jaar per student. Daar moet de student dus ook wel wat voor doen. In tegenstelling tot alle negatieve berichten over langstudeerders, doet de student daar gelukkig ook wat aan.
In werkelijkheid zie ik namelijk dat er geen verslechterde motivatie bij huidige studenten is. Even wat cijfers ter onderbouwing. Van de ruim 656.000 studenten in het hoger onderwijs zijn er minder dan 80.000 langstudeerder. Dat is 12 procent. Dit betekent niet vanzelfsprekend dat een langstudeerder ook meteen een luie student is. Velen studeren langer vanwege extracurriculaire activiteiten, sommigen zijn chronisch ziek, en anderen doen een zware studie of zijn deeltijder.
Hardere maatregelen om de studiedruk te verhogen zijn, naar mijn mening, signaalpolitiek. Er is namelijk geen chronisch probleem met de mentaliteit van studenten. Er zijn nauwelijks luie, slome studenten. Dat beeld bestaat wel, maar de feiten passen er niet bij.
Wat aan de hand is, is het feit dat de kwaliteit van opleidingen zeer verzwakt is de afgelopen jaren. Tevens was een probleem dat geld vanuit de overheid niet terechtkomt bij de opleidingen, maar verloren ging binnen het management van onderwijsinstellingen. Makkelijk geld werd namelijk makkelijk uitgegeven aan andere zaken dan de kwaliteit van onderwijs.
De financiële prikkels voor onderwijsinstellingen waren pervers. Bijvoorbeeld bij mijn studie politicologie. De hertentamens zouden opzettelijk makkelijker gemaakt zijn om maar zo veel mogelijk geslaagde studenten te behalen om zodoende meer geld voor de opleiding binnen te halen. Geld dat niet in kwaliteit herinvesteerd werd.
De studietijd betekent niet alleen maar ingeschreven staan bij een onderwijsinstelling. Het is ook een tijd waarin jonge studenten het moederlijk nest hebben verlaten en de wereld gaan ontdekken. Naast de studie jezelf kunnen ontplooien is namelijk van uiterst belang. Het creëert een sterkere positie op de krappe arbeidsmarkt. Er is namelijk veel aanbod op de arbeidsmarkt en er is er geen plek op deze markt om alle knappe koppen onder te brengen. Daarom is het van belang dat een student straks niet enkel kennis heeft uit de collegebanken, maar straks ook als sollicitant zich onderscheidend kan opstellen door de extracurriculaire activiteiten.
Actief zijn naast de studie geeft niet alleen maar een platform voor feesten, maar ook een mogelijkheid tot netwerken, zelfontplooiing en brengt nieuwe inzichten met zich mee. Zowel voor de studie als voor de student zelf. Kortom, een betere toekomst begint bij jezelf.
Weer terug naar de verhoogde studiedruk. Ik vind het gezond dat een student bewuster wordt van het feit dat studeren niet een recht is, maar een voorrecht. Dit kan helpen om de studenten te prikkelen met bijvoorbeeld de druk op studeren te verhogen. Dat signaal mag vanuit Den Haag luid klinken.
Ik vind ook dat men de student niet moet demoniseren en generaliseren. Sneller afstuderen betekent namelijk niet vanzelfsprekend dat de kwaliteit van de student ook maximaal is. Afgestudeerde studenten zijn alleen goed voor de “BV Nederland” als de kwaliteit van studie en afgestudeerde ook op niveau zijn. Laten wij trots blijven op ons exportproduct ‘kennis’. Blijf daar in investeren en koester het.