Netwerken in tijden van corona

Als jonge onderzoeker krijg je nu de vaak de vraag of je moeite hebt met ‘netwerken’ in deze tijd en hoe je dat dan doet. Het woord ‘netwerken’ gebruik ik eigenlijk liever niet, omdat dit onterecht de nadruk legt op resultaatgericht communiceren voor loopbaan doeleinden en dat hoeft niet. Contacten mogen juist ook gemaakt en ontwikkeld worden voor zowel professionele als persoonlijke ontwikkeling. Voor mij persoonlijk is er eigenlijk weinig veranderd op het gebied van ‘netwerken’.

Sociale media
Uiteraard heeft de crisis een effect op het leggen en onderhouden van contacten, maar met sociale media en de verschillende online communicatie services helpen enorm. Natuurlijk is het zo dat wereldwijd congressen nu geheel of gedeeltelijk virtueel worden gehouden. Dat beperkt je mogelijkheden op nieuwe ontmoetingen en peer-to-peer interacties. Maar als ik eerlijk moet zeggen dan ervaar ik deze beperkingen niet zodanig.

Nieuwe interacties zijn voornamelijk ontstaan door het ontwikkelen en verdiepen van bestaande connecties met directe collega’s of uit te reiken naar collega’s van andere afdelingen. Of middels een bedachtzame vraag aan mensen van voormalige banen, studies of stages, dan wel aan onbekenden op LinkedIn. Spontaan contact leggen met of zonder concrete gunst of vraag kan in het begin onwennig zijn, maar deze crisisomstandigheden bieden nu juist meer ruimte voor de tweezijdige kans van hulp geven versus vragen stellen. Voor mij geven deze omstandigheden een positieve twist aan ‘netwerken’.

Extra uitdagingen
Jonge onderzoekers krijgen veel nieuwe indrukken en de pandemie zorgt nu voor extra uitdagingen. Bijvoorbeeld doordat onderzoek onverhoopt aangepast wordt, of dat er direct ingespeeld wordt op urgente situaties ten koste van lopende projecten of projecten die net van start zouden gaan.

De impact van de crisis kan ook door bezuinigingen mogelijke kansen voor academische loopbanen verkleinen. Hierom is het handig om kennis en ervaringen uit te wisselen met niet alleen mensen binnen je eigen vakgebied, maar juist ook van andere disciplines, faculteiten of zelfs universiteiten.

Ik ben ervan overtuigd dat je veel kan leren van verschillende disciplines, onderzoeksprojecten, methodologieën, publicatievormen, beursaanvragen, mate van vrijheid van onderzoek doen, onderwijstaken of culturen. Bovendien zorgt de crisis ervoor dat raakvlakken tussen technische, medische en sociale disciplines steeds groter worden.

Tegenwicht aan machtverhoudingen
Ook hoor ik in mijn omgeving dat onderzoekers nu meer met elkaar contact houden en communiceren op gemeenschappelijke, en nog belangrijker, gelijkwaardige grond. Deze omstandigheden kunnen ervoor zorgen dat onderzoek genoodzaakt wordt van meestal een geïsoleerde onderneming naar een meer open, collectieve activiteit.

Hiernaast kan virtueel communiceren groepscommunicatie transparanter maken en dit kan een gezond tegenwicht bieden aan de machtsverhoudingen die kunnen bestaan in groepsvergaderingen onder leiding van een projectcoördinator of een besloten vergadering tussen een begeleider en hun student.

Het effectief overbrengen van kennis zie ik als een combinatie van een verhaal, woordkeus, stem, houding en contact. Keerzijden van virtuele ontmoetingen zijn hierom gebrek aan non-verbaal en face-to-face contact, die het lastiger maken om onbewust subtiele signalen van elkaar op te pikken en betrokkenheid hoog te houden.

Voor mij is dus niet de vraag wat ik mis in ‘netwerken’ belangrijk maar eerder de uitdaging hoe je onderzoek, of een boodschap, het best virtueel naar een breed publiek overbrengt.

Advertentie