Op de bal

Promovendus Internationaal en Europees Recht Lucas Roorda had graag gezien dat Wereldvoetbalbond FIFA zich voor de rechter had moeten verantwoorden over mensenrechtenschendingen bij de bouw van stadions in Qatar voor het WK. Nu moet de FIFA op een andere manier tot inzicht worden gebracht, vindt hij.

Sport verbroedert, luidt een oud cliché. Wie echter wel eens een potje voetbal op het schoolplein heeft gezien, weet dat daar nogal wat op aan te merken valt. Discussies over de regels omtrent het nemen van corners, het uitkomen van de keeper, of de geldigheid van een goal, et cetera – schoolpleinvoetbal is nou niet bepaald het toonbeeld van harmonieus samenzijn. Bovendien was de ‘scheidsrechter’ van dienst vaak de eigenaar van de bal, die zijn gelijk kon halen door gewoon te dreigen die bal weer mee naar huis te nemen.

Grotemensenvoetbal lijkt soms sterk op schoolpleinvoetbal. Niet alleen in de zin dat ieder wissewasje kan leiden tot een klont opgeschoten testosteronjochies op het veld. Wel dat degene die de ‘bal’ bezit vaak een hoop discussies kan beslechten, en daar dus ook de nodige verantwoordelijkheid voor draagt. Bij het grotemensenvoetbal komt dat vaak op één club neer: de FIFA.

Deze club bepaalt zowel de regels op als buiten het voetbalveld en beslist wat nodig is voordat daadwerkelijk een potje voetbal gespeeld kan worden. En juist op dat laatste vlak laat de FIFA behoorlijk wat steken vallen.

Over de interne corruptie en vriendjespolitiek is het nodige geschreven, maar dat treft nog hoofdzakelijk de bond zelf. De laksheid van de FIFA rond het aankomende WK in Qatar treft echter anderen. Daarbij zijn de voetballers en fans die de bloedhitte moeten trotseren niet eens de grootste slachtoffers. De bouwvakkers die de gigantische airconditioned stadions uit de grond moeten stampen zijn dat wel, onder omstandigheden werkend die door vakbonden en mensenrechtenorganisaties omschreven worden als moderne slavernij.

Afgelopen week wees de Zwitserse rechter een zaak af tegen de FIFA. Deze was onder andere door de FNV aangespannen om de FIFA aansprakelijk te stellen voor mensenrechtenschendingen rond het WK in Qatar in 2022. De rechter achtte het onder andere niet aannemelijk dat een eventuele uitspraak gehandhaafd zou kunnen worden in Qatar, als dat land zelf niet meewerkt.

Men kan het om juridisch-technische redenen met de Zwitserse rechter eens of oneens zijn, maar de crux van dit soort zaken is dit: de FIFA is geen onschuldige passant in dit verhaal. De FIFA is een machtige organisatie met het budget van een kleine staat, en een maatschappelijke impact die nog vele malen groter is dan enkel dat budget suggereert. De FIFA ‘heeft’ de bal, in letterlijke en figuurlijke zin, en kiest er voor wél op dat pleintje te gaan spelen.

Een enkele juridische tegenvaller moet geen reden zijn om het issue dan maar te laten vallen. De FIFA is weliswaar machtig, maar ook afhankelijk van de nationale bonden, sponsoren en zeker ook de fans. Dat laat vanaf nu vijf jaar de tijd om de druk op te voeren om te zorgen dat zowel de KNVB als de FIFA hun verantwoordelijkheden nemen, als de rechter ze daar niet toe kan dwingen. Per slot van rekening heeft ook dat jochie op het schoolplein niks aan zijn bal, als er niemand is die mee wil spelen. 

Advertentie