Opdoeken Stichting OER is onbegrijpelijk

Het is onbegrijpelijk dat de universiteit Stichting OER wegbezuinigt, schrijft universiteitsraadlid Sven Hermans.

“Voor ruim één op de tien bachelorstudenten en voor minstens 17 procent van de docenten is de Engelse taal een flink probleem op de Universiteit Utrecht (UU). Dat blijkt uit een onderzoek van de Stichting Onderwijs Evaluatie Rapport (OER) onder 914 bachelorstudenten.”

Nog geen drie weken geleden verscheen Stichting OER met dit nieuwsbericht in de landelijke media. Het was niet de eerste keer dat een onderzoek van de UU-studenten de landelijke pers haalde. Maar als het aan het universiteitsbestuur ligt, wel de laatste keer. Er wordt namelijk hard bezuinigd op Stichting OER; zij verliezen zowel hun basissubsidie van de universiteit als hun bestuursbeurzen.

De reden voor het verliezen van de bestuursbeurzen zou zijn dat Stichting OER “minder relevant” is geworden. De in 2012 behaalde instellingstoets had uitgewezen dat kwaliteitswaarborging binnen Universiteit Utrecht goed geregeld is. Voor onafhankelijk, door studenten uitgevoerd onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs is dus geen plaats meer en Stichting OER delft het onderspit.

Je reinste zelfoverschatting van de UU als je het mij vraagt. Het behalen van zo’n NVAO-instellingstoets is een mooie prestatie maar beslist geen reden om onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs te korten. De universiteit heeft weliswaar het Centrum voor Onderwijs en Leren, maar dat is geenszins te vergelijken met de onderzoeken van Stichting OER.

Stichting OER fungeert al jarenlang, niet zonder succes, als onafhankelijk onderzoeksbureau dat op studentniveau het Utrechtse onderwijs in kaart weet te brengen. De ervaringen, keuzes en sentimenten van de studenten staan bij hun onderzoeken altijd centraal. Juist dit gegeven maakt Stichting OER zo succesvol en zo waardevol voor een instelling als Universiteit Utrecht.

Ook in het licht van het nieuwe onderwijsmodel (BaMa 3.0) dat vorm krijgt binnen Universiteit Utrecht, is het onbegrijpelijk dat de universiteit Stichting OER feitelijk wegbezuinigt. Het gaat bij het nieuwe onderwijsmodel namelijk bij uitstek om veranderingen op studentniveau. De Universiteit Utrecht heeft een naam hoog te houden als het gaat om onderwijskwaliteit, dus het monitoren van deze veranderingen lijkt mij geen overbodige luxe. Stichting OER kan hier juist een sleutelrol spelen.

Het universiteitsbestuur geeft aan dat er altijd op projectbasis bestuursbeurzen aangevraagd kunnen worden, maar voor Stichting OER lijkt dat geen optie. Het bestuur heeft met het intrekken van de subsidie en de bestuursbeurzen het signaal afgegeven dat het uitvoeren van onderwijskundig onderzoek door studenten niet ondersteund wordt door de universiteit.

De universiteit moet duidelijk beseffen wat ze weggooit. Stichting OER speelt een onvervangbare rol in de kwaliteitswaarborging van de UU en biedt daarnaast de studenten die actief zijn bij OER ook een unieke kans om zich te ontplooien. Studenten krijgen de mogelijkheid om zich op een heel ander vlak in te zetten en hun talenten te verkennen. De bezuinigingen op Stichting OER zijn zowel voor de universiteit als voor haar studenten nadelig.

Advertentie