Regie, sturing, coördinatie en beleid, …
De vraag of het aanwijzen van focus- en sleutelgebieden vruchten afwerpt voor het Nederlandse onderzoek moet met NEE beantwoord worden. Dat meldde het Rathenau Instituut deze maand. Biologe Gerdien de Jong is niet verrast.
De conclusie in het rapport ‘Focus en Massa in het wetenschappelijk onderzoek: de Nederlandse onderzoeksportfolio in internationaal perspectief’ is dat het onderzoeksbeleid zoals opgezet van regeringszijde, niet werkt. De belangrijkere conclusie, wel te vinden in NRC, Trouw en Volkskrant van 18 maart maar niet in het rapport, is dat het uitgangspunt van het beleid niet deugt. Nederland is namelijk geen klein land in de wetenschap, zoals opeenvolgende regeringen de laatste tien jaar dachten, wilden of hoopten.
Focus en Massa is als regeringsbeleid opgezet omdat Nederland onvoldoende middelen zou hebben om in alle wetenschapsgebieden te excelleren – dat schijnt de component Massa te zijn. ‘Dus’ moest er geïnvesteerd worden in specifieke onderzoekgebieden – dat zal de component Focus zijn – zodat die wetenschapsgebieden internationaal een sterke positie zouden krijgen.
De afgelopen jaren waren er drie focusgebieden aangewezen door OCW: nanowetenschap en nanotechnologie, ICT en genomics. Er waren negen sleutelgebieden aangewezen door Economische Zaken en het Innovatieplatform: food & flowers, high tech systems, materialen, water, chemie en chemische technologie, creatieve industrie en sociale verzekeringen. Het Rathenau Instituut rapporteert over acht van de twaalf gebieden: ICT, genomics, food & flowers, high tech systems, materialen, water, chemie, nanowetenschap en nanotechnologie. Het blijkt dat geen van de acht tot de grote wetenschapsgebieden in Nederland behoren.
Het rapport toetst vier hypothesen. De vier hypothesen hebben de vorm: ‘Als Focus en Massa effect heeft dan, … ... ‘ Alle vier hypothesen zijn verworpen – zodat ik niet de moeite neem ze te noemen. Het Focus en Massa-beleid van de Nederlandse regering heeft tot nu toe geen effect op de wetenschappelijke productie gehad, of niet het gewenste effect gehad in termen van relatieve positie in de wereld.
Waarom niet? Een eerste mogelijk antwoord is dat beleid, regie, sturing en coördinatie van wetenschappelijk onderzoek leidt tot bureaucratie, niet tot meer of beter wetenschappelijk onderzoek. Te veel beleid op te veel plaatsen en niveaus in het complexe web van onderzoeksfinanciering laat te veel geld naar bureaucratie weglekken. Een tweede mogelijk antwoord is dat regie, sturing, coördinatie en beleid gericht zijn op gebieden waaraan Nederland niet veel deed en nog steeds niet veel doet. Een derde antwoord is dat het uitgangspunt van het beleid van de Nederlandse kabinetten fout is: Nederland is niet een klein land met ‘dus’ onvoldoende middelen, maar een stinkend rijke hoogontwikkelde geïndustrialiseerde kenniseconomie met een groot wetenschappelijk potentieel. Regie, sturing, coördinatie en beleid zijn zaken die bij beginners van landen horen: en daar hoort Nederland niet bij.
Nederland is niet een klein land op wetenschappelijk gebied, en dat Focus en Massa-beleid heeft geen grond. Dat derde antwoord komt in de NRC, Trouw en Volkskrant van 18 maart naar voren.
Nederland is geen klein land in de wetenschap, Nederland is een behoorlijk grote speler. Nederland zou zelfs een veel grotere speler kunnen zijn, bij een goed wetenschapsbeleid – en dat betekent niet regie, sturing, coördinatie, maar wetenschapsgedreven uitbreiding. Het wetenschappelijk potentieel is er, de vraag is geld. Nu is het waar, zoals in de NRC staat, dat ”je niet van Den Haag verwachten kunt dat … … een ambtenaar jaarlijks een zak geld overdraagt aan de universiteiten en er daarna niet meer naar wordt omgekeken”. Nee, dat kun je niet verwachten van Den Haag: universiteiten kun je niet vertrouwen met geld. Universiteiten met geld besteden dat maar aan gebouwen, zonder practicumzalen en met kantoortuin. NWO is wel redelijk te vertrouwen met geld. Meer geld voor NWO bevordert wetenschap, meer dan alle Focus en Massa, regie, sturing, coördinatie en beleid samen.