De UU is strenger dan elders
Schrap de Nederlandse taaltoets als die niet relevant is voor de studie
Taalvaardigheid is belangrijk. Daarover zijn we het snel eens. Voor studenten Nederlands, literatuurwetenschap, filosofie of opleidingen waar Nederlands of Engels centraal staan, is een goede beheersing van grammatica logisch en noodzakelijk. Maar waarom moeten studenten die Frans, Spaans of Italiaans studeren óók verplicht een Nederlandse taaltoets maken? Het nut hiervan ontgaat mij volledig.
Als student Spaans vraag ik me serieus af wat deze toets toevoegt aan mijn studie. Mijn focus ligt op de Spaanse taal en cultuur, en ik zal ook in die taal afstuderen. Waarom moet ik dan bewijzen dat mijn kennis van de Nederlandse grammatica op een bepaald niveau zit? Het voelt alsof ik beoordeeld word op iets wat niet relevant is voor mijn opleiding en misschien niet eens in mijn toekomstige carrière.
Structurele aandacht
Hoogleraar Marc van Oostendorp benadrukt in een verhaal op DUB dat een taaltoets weinig zin heeft als er geen structurele aandacht voor taalvaardigheid is in de rest van de opleiding: “Studenten vragen zich af, als taal zo belangrijk is, waarom wordt er na de taaltoets dan geen aandacht meer aan besteed?” Dit punt is logisch. In Vlaanderen wordt taalvaardigheid in elk vak geïntegreerd; daar wordt elke docent ook gezien als taaldocent. Maar over welke studies hebben we het hier, beste Marc?
De observatie van Marc wordt overigens bevestigd door het onderzoek van Cindy Kuiper uit 2018, zoals besproken door Theun Meestringa in zijn artikel Functionele grammatica helpt studenten beter schrijven. Hoewel Kuipers proefschrift zich primair richt op het hoger beroepsonderwijs (hbo), toont haar onderzoek aan dat verplichte taaltoetsen en algemene schrijfcursussen vaak tekortschieten in het effectief verbeteren van schrijfvaardigheid. Ze benadrukt dat de focus moet liggen op vakspecifieke genredidactiek en een continue nadruk op taalvaardigheid. Meestringa bespreekt haar bevindingen in zijn werk en plaatst ze in de bredere context van taalgericht vakonderwijs. Hij wijst erop dat het onderzoek bijdraagt aan de discussie over opleiding specifiek taalbeleid en genredidactiek, en hij hoopt dat dit een impuls geeft aan verdere onderwijsonderzoeken op dit gebied. Zonder een structurele aanpak blijft duurzaam succes in taalonderwijs uit, wat het belang van geïntegreerd taalonderwijs in het curriculum benadrukt.
Stevige basis in grammatica en taalvaardigheid
Voor opleidingen zoals Nederlands en Engels is een stevige basis in grammatica en taalvaardigheid onmisbaar. Zowel de beheersing van het Nederlands als het Engels speelt een sleutelrol in academisch succes en in het vermogen om analytisch over taal te spreken. Uit het rapport Effecten van Engels als voertaal in het hoger onderwijs blijkt dat taalvaardigheid een cruciale voorwaarde is voor succesvolle leer- en interactieprocessen, vooral in Engelstalig onderwijs. Tegelijkertijd onderstreept Theun Meestringa in zijn bespreking van Cindy Kuipers proefschrift Functionele grammatica helpt studenten beter schrijven. dat vakspecifieke schrijfvaardigheden in beide talen studenten helpen om beter te presteren in hun vakgebied. Hoewel een taaltoets Nederlands of Engels kan bijdragen aan het vaststellen van basiscompetenties, pleiten experts voor een verdere integratie van taalondersteuning in het onderwijs. Dit is noodzakelijk, omdat taalvaardigheid niet alleen een startpunt is, maar ook voortdurend ontwikkeld moet worden in de context van specifieke opleidingen en vakgebieden.
Toets is contraproductief
Maar voor taalspecialisaties zoals Spaans, Frans of Italiaans? Waar zijn die onderzoeken en of studies die mij uitleggen wat de koppeling is met die talen en een toets basisgrammatica? Het verplicht stellen van een Nederlandse taaltoets voelt niet alleen irrelevant, maar ook contraproductief. Waarom geen toets in de doeltaal, zoals Spaans? Dat sluit tenminste aan bij de vaardigheden die we daadwerkelijk nodig hebben.
Andere universiteiten hanteren een mildere aanpak: wie de toets niet haalt, kan een opfriscursus volgen. Bij de Radboud Universiteit kunnen studenten met een lage score met behulp van een remediërend programma en een online toolbox zelfstandig werken aan hun taalvaardigheid. Aan de Vrije Universiteit volgen studenten met een lage score een verplichte bijspijkercursus, waarna ze alsnog de benodigde studiepunten behalen. Bij de Universiteit van Amsterdam wordt met een diagnostische toets bepaald of extra ondersteuning nodig is, waarbij workshops en cursussen zoals "Beter schrijven" worden aangeboden. De gevolgen voor het diploma zijn daar minder duidelijk, maar de aanpak lijkt meer gericht op ondersteuning dan op straffen.
De UU kiest daarentegen voor een strengere benadering, bijvoorbeeld binnen de faculteit Geesteswetenschappen en opleidingen Spaans, Italiaans en Frans. De grammaticatoets is een verplicht onderdeel van het examenprogramma en moet worden behaald om de bacheloropleiding af te ronden. Er zijn geen studiepunten aan gekoppeld, maar een onvoldoende betekent wel dat je niet kunt afstuderen. Hoewel er meerdere herkansingen en een bezemklas worden aangeboden, legt de UU hiermee een enorme druk op studenten, zelfs als de toetsstof grotendeels bestaat uit middelbare schoolkennis die verder weinig terugkomt in de studie. Hier ligt de lat onnodig hoog: zonder een voldoende geen afstuderen. En waarvoor eigenlijk? Als die toets daarna nergens meer terugkomt in de studie bijvoorbeeld, wat heeft het dan voor zin? Het lijkt meer een bureaucratische hindernis dan een middel om studenten écht verder te helpen.
Mijn pleidooi is helder: schrap deze toets voor taalspecialisaties of maak hem relevant voor de studie. Laat ons beoordelen op wat er écht toe doet, en bespaar studenten de frustratie van een toets die hun studie of loopbaan (wellicht) nauwelijks raakt.