Slechte argumenten voor verhoging BSA
De verhoging van het BSA naar 45 ECTS is volgens student Stephan Wolbers door het college van bestuur slecht beargumenteerd. Hij pleit voor een BSA van 90 ECTS na twee jaar.
Het college van bestuur (CvB) heeft het plan om universiteitsbreed een bindend studieadvies (BSA) in te voeren van 45 ECTS. Hun argumentatie hiervoor is tweevoudig. Allereerst hebben ze gemerkt dat het BSA van Utrecht lager is dan elders in het land en ten tweede willen ze met deze maatregel studenten motiveren hun bachelor binnen vier jaar te halen, zodat ze geen langstudeersboete krijgen. Naar mijn mening daalt de studiekwaliteit op sommige punten, is het plan sowieso slecht beargumenteerd en zou het beter zijn om pas na twee jaar te kijken naar de prestaties.
Laten we eerst gaan kijken naar de argumentatie van het CvB. Blijkbaar hebben ze om zich heen gekeken en geconcludeerd dat Utrecht achterloopt met de rest van de universiteiten en dat het hoog tijd is om het BSA te verhogen. Hier hanteert het CvB een drogreden. Dat andere universiteiten een andere BSA hanteren, betekent niet dat het per se beter is. Je zou dat hooguit kunnen kijken ‘waarom’ die universiteiten zo'n BSA gebruiken. Als die gedachte goed is, kan je er misschien over denken het ook in te voeren. Sterker nog, een lager BSA kan juist een voordeel zijn omdat het door de lichtere prestatiedruk wellicht meer studenten trekt.
Het CvB stelt dat bij het BSA ook een regel ingevoerd gaat worden waardoor je vakken die behaald zijn bij een eventuele vorige studie mee mag nemen. Ik juich deze maatregel alleen maar toe, want het maakt het switchen tussen studies gemakkelijker. Het is echter nog steeds geen argument om het BSA te verhogen.
Het laatste en belangrijkste argument dat van CvB is dat het met de maatregel wil voorkomen dat studenten een langstudeerboete krijgen. Behalve dat ik denk dat deze maatregel een negatieve invloed heeft op de studiekwaliteit (kom ik later op terug), vind ik het nog altijd de eigen verantwoordelijkheid van de student om zoiets te voorkomen. Immers, het is ook de student die op de blaren moet zitten aangezien hij of zij de boete mag betalen.
Waarom is het CvB er dan toch zo op gebrand om de langstudeerboete te voorkomen? Je gaat mij namelijk niet vertellen dat het CvB zo te doen heeft met de studenten wanneer ze een boete moeten betalen. Het antwoord is (zoals wel vaker) geld. De universiteit krijgt via de prestaties van studenten namelijk op twee manieren geld binnen. Allereerst op basis van behaalde ECTS, daarnaast voor een behaald diploma. De nadruk op dit systeem ligt sterk op het diploma en er gaan geruchten dat dit in de toekomst alleen maar sterker wordt. Anders gezegd, het kost de universiteit geld voor elk jaar dat een student langer over zijn studie doet en maakt waarschijnlijk zelfs verlies op een student die überhaupt geen diploma behaald. Dit is best een goede reden om studenten te motiveren sneller te studeren en het verbaast en stoort me zelfs dat de CvB dit niet noemt. Ik vind het op z'n zachtst gezegd opmerkelijk dat het CvB dit niet aandraagt als argument.
Er is dus wel degelijk wat voor te zeggen dat het CvB het BSA wil verhogen, maar er wordt naar mijn mening te weinig rekening gehouden met de negatieve effecten van zo'n verhoging. Een significant deel van de studenten wordt zo gedwongen te stoppen na het eerste jaar, terwijl een groot deel daarvan hun studie prima in vier jaar had kunnen halen. Voor veel studenten zorgt het eerste jaar van hun studentenleven namelijk voor een grote verandering. Velen gaan op kamers, worden lid bij een studentenvereniging, krijgen een druk sociaal leven en dan heb ik nog niet eens over de grote verantwoordelijk en discipline die geëist wordt bij een universiteitsopleiding, zeker in vergelijking met de middelbare school. Het is dus begrijpelijk dat er in het eerste jaar punten worden gemorst, maar dit betekent nog niet ze hun studie niet binnen de tijd gaan afronden.
Een verhoging van de BSA heeft dus als gevolg dat een significant deel van de studenten onnodig moet stoppen met hun studie. Hier is nog wat voor te zeggen bij een studie waar een numerus fixus voor geldt, waar elke plek die vrijkomt gemakkelijk opgevuld kan worden en een zekere competitie de kwaliteit alleen maar bevordert. Het lijkt me echter zeer onverstandig om het universiteitsbreed door te voeren. Neem bijvoorbeeld de bètafaculteit. Momenteel is er vanuit het bedrijfsleven veel vraag naar studenten met een technische opleiding en worden er in de samenleving allerlei initiatieven gestart om scholieren te stimuleren een bètaopleiding te volgen. Je zou dus zeggen dat elke afgestudeerde bèta mooi meegenomen is en zo zou zijn er nog wel meer opleidingen te bedenken waarbij het arbeidsmarktaanbod groot is en het dus zeer onwenselijk is om studenten onnodig weg te snijden.
Kortom, aan de ene kant heeft de universiteit er belang bij dat een student zo snel mogelijk afstudeert, aan de andere kant is het bij sommige opleidingen voor de samenleving (en ook zeker voor de student) zeer nuttig om zoveel mogelijk studenten te laten afstuderen. Hiertussen moet een balans gevonden worden en ik ben van mening dat er nu te veel naar het financiële plaatje wordt gekeken. Daarom stel ik voor dat er niet na één jaar, maar na twee jaar wordt gekeken hoe de prestaties van een student zijn.
Als je een BSA van bijvoorbeeld 90 ECTS (hier kan je natuurlijk nog wat in variëren) over twee jaar invoert (eventueel met een BSA van 30 ECTS na één jaar), zorg je er nog voor dat een student op koers blijft om zijn/haar opleiding binnen vier jaar af te ronden. Tegelijkertijd zorg je ervoor dat studenten niet onnodig worden gestraft wegens opstartproblemen in hun eerste jaar.
Daarom lijkt het mij een veel beter plan om bij opleidingen waar veel vraag naar is op de arbeidsmarkt een BSA in te stellen na twee jaar van bijvoorbeeld 90 ECTS. Op deze manier maakt de universiteit niet te veel verlies en wordt er tegelijkertijd een zo optimaal mogelijke doorstroom van studenten naar de arbeidsmarkt gerealiseerd.