Sociale psychologie verdient beter
De sociale psychologie ligt na de affaire Stapel op straat, constateert sociale wetenschapper Ruud Abma. Hoe moet het tij gekeerd worden? Niet door teveel controle en regelzucht, denkt Abma, maar door meer ruimte voor langdurig onderzoek.
Wat er al niet moet gebeuren om een sociale wetenschapper een boek te laten schrijven. Normaal gesproken doe je zoiets niet. Je bent een dief van je eigen portemonnee (en die van je baas) als je niet al je energie steekt in het publiceren van ‘internationale’ artikelen. Daarop word je immers afgerekend. Door wie? Niet door het forum der wetenschappers, maar door degenen die binnen de universiteiten aan de touwtjes trekken, en uiteindelijk door degenen die het onderzoeksgeld verstrekken.
Diederik Stapel had 15 jaar fabriekswerk nodig om voldoende materiaal te verzamelen voor zijn boek Ontsporing. Dat boek belooft een onthullend kijkje te bieden in de wereld van list, bedrog en slodderwetenschap, die volgens de commissie Levelt kenmerkend is voor de sociale psychologie ‘van laag tot hoog’. Desgevraagd meldt Levelt dat er in Nederland ook voortreffelijke sociaalpsychologen rondlopen voor wie hij de hand in het vuur steekt, maar het kwaad is geschied. Hou maar eens vol dat slechte publiciteit niet bestaat als je eigen kwaliteitskrant opent met de kop ‘de sociale psychologie faalde’.
Iedereen is geschrokken en belooft beterschap, sterker nog: iedereen was na het eerste signaal eigenlijk al bezig de zaken beter te organiseren. Waar komt die betere organisatie op neer? In wezen op meer regelgeving en controle, van bovenaf en van buitenaf. Onderzoekers moeten zich controleerbaar opstellen. Transparantie, dat toverwoord van hedendaagse bureaucraten, wordt het leidmotief. Deze reactie is begrijpelijk en waarschijnlijk zal ze fraude helpen verminderen. Maar leidt dit alles ook tot betere wetenschap?
Dat valt te betwijfelen. Vooruitgang in de wetenschap heeft een lange adem nodig. Dat verdraagt zich slecht met de hijgerigheid van prestatie-indicatoren als de H-index, waardoor menig wetenschapper zich tegenwoordig laat ringeloren. Vooruitgang in de wetenschap gedijt bij zorgvuldige, samenhangende theorievorming. Die is niet gebaat bij snelle kleine onderzoekjes die als confetti over de internationale tijdschriften worden uitgestrooid en die slechts door een vlotte ‘theorette’ worden opgesierd.
Stapel was een grote voorstander van dit snelle, vlotte werk. In zijn Groningse oratie zei hij: ‘we moeten het gebrek aan grote theorieën in sociale psychologie juist toejuichen’. De sociale psychologie bestudeert het alledaagse, haar materiaal ligt op straat. Als je de media mag geloven ligt de sociale psychologie nu zelf op straat. Het vakgebied verdient beter, maar die beterschap zal er niet komen door meer bureaucratische controle op het onderzoekswerk. Stop liever met het ophemelen van mensen die veel publiceren (bij Stapel hebben we gezien waar dat toe kan leiden). Beter één goed gemikte publicatie (desnoods in boekvorm) dan een schot hagel.