Strengere herkansingseisen zijn bedoeld als straf
De opleiding Sociale Geografie en Planologie start met een proef waarin studenten alleen een tentamen mogen herkansen als ze voor een vak een 5 gemiddeld staan. Een slecht idee.
De proef houdt in dat je met een eindcijfer lager dan een 5 onmiddellijk bent gezakt en dan mag je pas volgend jaar een nieuwe poging wagen. Herkansingen worden alleen gegund aan studenten die tussen een 5 en een 5,5 hebben gescoord. De mogelijkheid op een ‘tweede kans’ wordt dus zeer beperkt.
Tentamencijfers zijn geen ‘inzetcijfers’, ook al wordt dat soms wel zo gezien. Een student die zich niet inzet zal niet hoog scoren op zijn tentamen, maar een laag resultaat betekent niet per definitie dat een student zich niet heeft ingezet. Een student kan alle colleges hebben bijgewoond, de literatuur gelezen hebben en de tentamenstof goed hebben bestudeerd, maar alsnog een onvoldoende scoren. Bijvoorbeeld omdat het tentamen anders verloopt dan verwacht: de student redt het niet om binnen de gestelde tijd alle vragen te beantwoorden; de vraagstelling is anders dan van te voren verwacht; de toets blijkt niet representatief voor de leerstof of de student heeft simpelweg zijn dag niet.
Een herkansing biedt de student tijd om zijn zwakke punten te verbeteren. De toetsinzage helpt de student begrijpen wat voor soort antwoorden en onderbouwing er verwacht wordt. Ook kan er nog contact worden opgenomen met de docent om wat extra vragen te stellen. Een herkansingsmogelijkheid creëert dus een leermoment. Daar komt nog eens bij dat de reparatiemogelijkheden een geruststellende werking hebben. Wanneer je weet dat je eventueel nog zou kunnen herkansen, is de spanning voor je tentamen minder groot wat de concentratie weer ten goede komt. Waarom zou je grote aantallen studenten deze kans willen ontnemen?
Ik volg een opleiding bij dezelfde faculteit waar deze proef gehouden wordt en heb wel eens meegemaakt dat voor het eindtentamen van een vak 40 procent van de deelnemende studenten zakte. Met deze nieuwe maatregel zou van deze groep maar een zeer klein deel mogen herkansen. Het overgrote deel zou een jaar studievertraging oplopen om het vak te kunnen voltooien. Dat komt de rendementscijfers niet ten goede. Financieel gezien zou de faculteit hier niet op vooruit gaan. De opleidingsdirecteur van Sociale Geografie en Planologie zal zijn experiment ongetwijfeld goed hebben doorgerekend en tot dezelfde conclusie zijn gekomen. Grote vraag is dan waarom de proef wordt uitgevoerd als het leidt tot rendementsverlies. Zelf denk ik dat het een manier is om studenten aan te jagen meer en harder te gaan studeren. Het is jammer dat opnieuw getracht wordt studenten te motiveren door het invoeren van hardere ‘strafmaatregelen’. Als de universiteit zich meer zou inzetten voor uitdagend onderwijs, werkcolleges met bevlogen docenten en enthousiasmerende projecten zou het invoeren van dit soort onwenselijke beperkingen overbodig zijn.