Huurprotest op 10 mei
Studenten extra hard gepakt door huurverhoging

Landelijk worden de belangen van huurders niet serieus genomen en structurele achterliggende problemen niet opgelost: de nieuwbouw blijft achter, de regering wil de huurprijzen voor de middenhuur weer omhoog gooien en studenten worden nog steeds onredelijk hard geraakt door het huurbeleid. Het moet afgelopen zijn met dit gegoochel over de ruggen van huurders.
Historische huurverhogingen
Nadat vorig jaar de hoogste huurverhoging in dertig jaar tijd werd doorgevoerd (ruim 5,5 procent), krijgen Nederlandse huurders dit jaar wederom historisch hoge huurverhogingen voor hun kiezen. Zo mogen de huren van reguliere sociale huurwoningen 4,5 procent stijgen, van studentenkamers 5 procent en van middenhuurwoningen zelfs 7,7 procent.
Voor een student op kamers betekent dit dat je voor een kamer van 500 euro per maand 25 euro meer gaat betalen, 300 euro op jaarbasis dus. Tegelijkertijd blijft de basisbeurs onveranderd laag, worden het collegegeld, sport en cultuur alleen maar duurder en neemt de financiële druk toe. Het dwingt studenten om toch maar extra schulden op te bouwen of om broodnodige studietijd op te offeren voor een bijbaantje.
In het recente voorjaarsoverleg kondigden de leiders van de regeringspartijen een gedeeltelijke huurbevriezing aan. Goed nieuws zou je zeggen, maar nu blijkt dat de eigen regering niet weet hoe of wat er eigenlijk is afgesproken. Hierdoor is het nog steeds onduidelijk of en in welke vorm deze beperkte huurbevriezing er komt.
Typerend voor de verwarring is dat de fractieleiders hadden gezegd dat de huurbevriezing geldt voor ‘sociale huurwoningen’. Maar het is geheel onduidelijk of de afspraak alleen geldt voor sociale huurwoningen van woningcorporaties of ook voor vergelijkbare woningen van particuliere verhuurders. Zelfs minister Mona Keijzer van Wonen had geen flauw idee.
Studenten hard geraakt
Studenten worden door de huurverhoging extra hard geraakt. Waar veel huurders gebruik kunnen maken van huurtoeslag om hun huurverhoging te compenseren, kunnen grote groepen studenten dat niet. Studenten onder de 21 hebben maar beperkt recht op huurtoeslag, terwijl zij sowieso al minder inkomen hebben om hun huur te betalen. Voor hun bijbaan ontvangen ze minimum jeugdloon.
Daarnaast komen veel kamers in studentenhuizen überhaupt niet in aanmerking voor huurtoeslag. Dit betekent voor de huurders van studentenkamers dat ze per maand honderden euro’s extra huur moeten betalen. Uit de koopkrachtberekening van het Nibud bleek vorig jaar dat uitwonende studenten er dit jaar al 113 euro koopkracht per maand op achteruit zouden gaan.
Tijd om de huurder weer centraal te stellen
Met dergelijk ondoordacht beleid wordt de woningcrisis niet opgelost. Tegelijk blijft de meerderheid van de huurders met een mega huurverhoging zitten. Het kabinet zou moeten werken aan een duurzaam lange termijnbeleid waarbij ruimte komt voor de bouw van flink meer betaalbare woningen. Maar de regering is meer bezig met discussies onder het tapijt te schuiven. Woningcorporaties moeten nog steeds ieder jaar vennootschapsbelasting betalen waardoor ze niet kunnen bouwen.
Hoe houden we de huren betaalbaar als er jaarlijks huurstijgingen opgelegd worden? Er moet een ongelijkheidskloof gedicht worden. Op dit moment zijn huurders ruim een kwart van hun inkomsten kwijt zijn aan huisvesting, terwijl dat voor huiseigenaren slechts 16,6 procent is.
De huurder moet weer centraal komen te staan.. En dat is nu niet zo. Toen de Woonbond vanwege de onacceptabel hoge huurverhoging wegliep van de gesprekken voor de Nationale Prestatieafspraken, besloten de corporaties, gemeenten en minister Keijzer alsnog het akkoord te tekenen. Bij de Woontop werden deze afspraken nogmaals bevestigd. Afspraken dus zonder inspraak van de huurders. Dat is alsof je een cao afsluit zonder vakbonden. Onbespreekbaar.
Daarnaast wil het kabinet de vorig jaar net ingevoerde Wet Betaalbare huur nu alweer afzwakken om huisbazen weer de ruimte te geven om hoge huren te vragen en studenten met tijdelijke contracten op te zadelen. Er was net een stap vooruit gezet om huurders beter te beschermen, worden er nu weer twee stappen terug gegaan.
Het is hoog tijd dat we onze plek als huurders weer opeisen. Tijd dat we laten zien dat het kabinet niet om ons als huurders heen kan. Dat het klaar moet zijn met het beleid van huurverhogingen die huurders steeds op laat draaien voor de problemen van de woningcrisis. De demonstratie van 10 mei is bedoeld om dat duidelijk te maken. Tegen huurverhogingen en voor een woonbeleid dat de huurder weer centraal stelt. Een woonbeleid waarbij we problemen oplossen in plaats van voor ons uit schuiven. Een woonbeleid met een betaalbare huur voor iedereen.
Alleen samen kunnen we dat voor elkaar krijgen. Tot zaterdag.
Dit is een opiniestuk van Patrick Schmiermann, masterstudent Staats- Bestuursrecht en voorzitter van BoKS, de huurdersorganisatie van de SSH. Opinies zijn ingezonden artikelen. Het standpunt van de schrijver is niet per definitie ook het standpunt van DUB.