Open brief van een ouder aan het College van Bestuur

‘Stuur alsjeblieft geen politie of bulldozer op onze demonstrerende dochter af'

actie gaza UB foto DUB

Geachte leden van het College van Bestuur en betrokken medewerkers en studenten van de Universiteit Utrecht,

Ik schrijf u deze brief als ouder van een kind dat als eerstejaars student staat ingeschreven aan de Universiteit Utrecht.

Inleiding...
Als familie maken wij ons grote zorgen over de situatie in Israël en Palestina. We kennen slachtoffers aan beide kanten van het conflict. Van vrienden in Israël hoorden we uit eerste hand het traumatische verslag van een van een vriend wiens dochter op 7 oktober het Supernova muziekfestival bezocht. Ze moest rennen voor haar leven, zag de meest gruwelijke dingen en verloor vrienden. We kennen ook academici uit Gaza Stad. Al in de eerste week van het Israëlische offensief werd hun universiteit, en daarmee hun levenswerk, verwoest. We hebben al maanden niets van hen gehoord. We maken ons grote zorgen over hun lot.

Op de binnenplaats...
Onze oudste dochter, eerstejaarsstudente aan de Universiteit Utrecht, maakt zich ook grote zorgen over de situatie daar. En in het bijzonder over het lot van de Gazaanse burgerbevolking, die zoveel te lijden heeft onder de acties van Israël en de Israel Defence Forces (IDF), die volgens haar als genocide kunnen worden gekwalificeerd. Ze was een van de protesterende studenten die op dinsdagavond 7 mei op de binnenplaats van de universiteitsbibliotheek zat. Op het moment dat zij daar in een kring zat vreedzaam klappend, zingend en pratend met medestudenten, schreef ik een bezorgde e-mail aan de leden van het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht: 

"Voor ons als ouders is zo’n demonstratie behoorlijk zenuwslopend, gezien het gewelddadige karakter van de demonstratie op de Universiteit van Amsterdam een dag eerder. We hopen vooral dat het College van Bestuur de-escalerend zal optreden. Simpel gezegd: we hebben onze dochter in zekere zin toevertrouwd aan de zorg van de Universiteit Utrecht. Stuur alsjeblieft geen bulldozer op haar af! Wij hopen op de mildheid, redelijkheid, wijsheid en compassie van uw College van Bestuur, zowel inhoudelijk in de omgang met de eisen van de demonstrerende studenten, als relationeel in de omgang met de demonstrerende studenten zelf."

Helaas kreeg de gang van zaken op de binnenplaats een andere wending. Een paar uur later, midden in de nacht, ontvingen we een telefoontje van onze dochter. Zij en haar medestudenten waren gearresteerd, uitgezet en door de ME verplaatst naar een locatie in Houten. Daar werden ze gedropt, zonder uitleg of instructies. Mijn vrouw reed naar Houten en haalde onze dochter en drie andere studenten op, om hen een wandeling van tweeënhalf uur te besparen. Het was mijn vrouw duidelijk dat deze studenten allemaal overweldigd en aangedaan waren door wat hen zojuist was overkomen. Het was duidelijk dat ze tijd nodig zouden hebben  om te herstellen en bij te komen van deze hele ervaring. 

Ik hoor politici vragen om hardere straffen, maar geloof me, deze aanpak heeft al een repressief effect. Veel repressiever, moet ik zeggen, dan aanvaardbaar is in een open democratie. Mijn dochter heeft in ieder geval, ondanks haar passie voor de zaak, besloten om de rest van de week op de achtergrond te blijven en zichzelf niet in een situatie te brengen waarin ze weer gearresteerd zou kunnen worden: "Eén keer gearresteerd worden is meer dan genoeg voor een week", zei ze. Andere studenten die aanvankelijk wilden protesteren, schrokken daarvoor terug nu ze gezien hadden wat er met hun medestudenten was gebeurd (chilling effect). 

Ik zie dit als een onwenselijke en onacceptabele belemmering van haar recht om te demonstreren. In de dagen daarna hoorden we verhalen van haar en anderen over wat er echt gebeurde toen de ME met de ontruiming begon. Ik had niet verwacht dat de oproerpolitie de studenten met fluwelen handschoenen zou aanpakken, maar ik was verbijsterd en geschokt door de hoeveelheid onnodig, buitensporig, sadistisch, verwondend en waarschijnlijk deels illegaal geweld en agressie die ze gebruikten (terwijl ze medische zorg onthielden) om deze zich absoluut niet verzettende, geweldloze kinderen uit te zetten.

Kinderen...
Want dat is wat ze voor ons als ouders zijn: kinderen. Ze zien zichzelf misschien als volwassen en verantwoordelijk - ik weet dat ik dat deed toen ik student was - en in veel opzichten moet de universiteit hen ook zo behandelen - dat is zelfs een groot deel van hun inwijding in volwassenheid - maar wij als ouders weten wel beter: het zijn ook nog steeds kinderen. Onze kinderen, waar we veel van houden en om geven. Wanneer ze het familienest verlaten om naar de universiteit te gaan, dragen wij als ouders een groot deel van onze ouderlijke zorg over aan hun nieuwe omgeving: hun medestudenten, hun docenten en mentoren, en niet in de laatste plaats aan de instelling waar ze zijn ingeschreven. 

Het is deze institutionele zorg die ik,in mijn e-mail, de leden van het College van Bestuur vroeg te behartigen in hun omgang met de demonstrerende studenten. Nogmaals: wij als ouders vertrouwen onze kinderen toe aan de zorg van de Universiteit Utrecht. Wij vinden dat dit vertrouwen geschonden is door het besluit van het College van Bestuur om een weg in te slaan die onvermijdelijk zou leiden tot de inzet van de oproerpolitie tegen onze vreedzaam demonstrerende kinderen. Het bestuur zegt zich "gedwongen te hebben gevoeld om op deze manier te handelen" omdat ze "de veiligheid van de demonstranten niet konden garanderen". Als ouders blijven we ons afvragen: wat kan er onveiliger zijn voor onze kinderen dan te worden blootgesteld aan een gretig en agressief peloton oproerpolitie, gewapend met wapenstokken, pepperspray en wat al niet meer.

protest actie UB Palestina foto DUB

Personeel...
Zo teleurgesteld als we zijn in het College van Bestuur, zo dankbaar zijn we de medewerkers van de universiteit. Zij hebben de studenten tijdens de hele demonstratie bijgestaan, het evenement gemodereerd en voor het welzijn van de studenten gezorgd. We begrepen van onze dochter dat toen op de binnenplaats van de bibliotheek de aanval van de ME werd verwacht, verschillende personeelsleden een beschermende menselijke ketting vormden tussen de ME en de studenten, bereid om de eerste klappen en doses pepperspray op te vangen, terwijl ze waarschijnlijk net zo doodsbang waren als de studenten. Ze hoopten dat hun aanwezigheid de politie zou kalmeren - wat niet gebeurde. De hoeveelheid toewijding, zorg en liefde die deze personeelsleden aan de dag legden voor hun studenten, onze kinderen, gaat veel verder dan alleen hun professionele verantwoordelijkheid. Nogmaals, wij als ouders zijn hen zeer dankbaar. Hoe zorgzaam de medewerkers ook waren tijdens het protest, het bestuur vond de situatie desondanks onveilig en dacht blijkbaar dat de studenten in betere handen waren bij de ME dan bij hun eigen universiteitsmedewerkers. Eerlijk gezegd kunnen we dit alleen maar zien als een regelrecht wantrouwen van het bestuur in de eigen staf, die blijkbaar niet in staat werd geacht om de situatie in goede banen te leiden. Dit doet ons opnieuw afvragen: aan wat voor organisatie vertrouwen we onze kinderen toe, waar het bestuur zo weinig vertrouwen heeft in hun eigen personeel? Ik bedoel, moeten wij ons als ouders ook zorgen maken, wetende dat onze kinderen de komende jaren in de buurt zullen zijn van zulke blijkbaar onbetrouwbare medewerkers?

gezichtsbekleing protest palestina UB foto DUB

Gezichtsbedekking...
Een andere kwestie waar wij ons als ouders zorgen over maken is het verbod op gezichtsbedekkende kleding dat de Universiteit Utrecht hanteert. Eerlijk gezegd vonden wij het gebruik van gezichtsbedekkende kleding in eerste instantie zelf ook intimiderend. Als je een open dialoog wilt aangaan, zo vonden wij, moet je jezelf kenbaar maken, zodat je gesprekspartner je kent en weet vanuit welke positie je discussieert. Op die manier kan het debat zowel veilig als zuiver zijn. 

Maar toen vertelde onze dochter ons waarom de demonstrerende studenten anonimiteit nodig vonden. Ten eerste staan steeds meer demonstraties zoals deze onder toezicht van de politie (en wie weet wie nog meer), met behulp van allerlei moderne technologie zoals gezichtsherkenningssoftware. Volgens Amnesty International is dit in Nederland al misbruikt om demonstranten te profileren en actief te intimideren. 

Ten tweede worden er op grote schaal video's en beelden van de demonstrerende studenten en medewerkers gemaakt en verspreid via sociale media, door verschillende, oncontroleerbare groeperingen. Extremistische extreemrechtse groeperingen gebruiken dit materiaal om mensen te identificeren en hen lastig te vallen, te intimideren en aan te vallen, zowel online als fysiek. Dit gebeurt. Vraag het personeel en de studenten naar hun ervaringen op dit gebied. 

Ten derde kan het zijn dat mensen zich in een kwetsbare positie bevinden. Herkenning kan hen in de problemen brengen (zoals visum, vluchtelingenstatus, etc.). 

Ten vierde kunnen buitenlandse studenten en medewerkers uit onveilige landen, of hun familie in het buitenland, ernstige gevolgen ondervinden of in ernstig gevaar komen als ze herkend worden. Voor sommigen van hen kan het een kwestie van leven of dood zijn. Om te voorkomen dat demonstranten die voor hun veiligheid zijn aangewezen op gezichtsbedekking niet kunnen worden herkend, wordt iedereen gevraagd vrijwillig gezichtsbedekking te dragen. Toen we dit hoorden, waren we zowel geschokt dat dit de nieuwe realiteit is, als overtuigd van de noodzaak van gezichtsbedekking. 

'Dus', vroegen we onze dochter, 'als jullie dit aan het bestuur vertellen, zullen ze ongetwijfeld het verbod opheffen' 'Oh, maar ze weten het wel', antwoordde ze, 'en ze ontzeggen ons nog steeds het recht om anoniem te protesteren, wat overigens een fundamenteel mensenrecht is, vastgelegd in het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM)'. Als dat waar is, vinden wij, als ouders, dit niet alleen onredelijk, maar ronduit kwaadaardig. Opnieuw moeten we het bestuur vragen: waarom stellen jullie onze kinderen bloot aan dit soort gevaren, door vast te houden aan deze huisregel?

Dialoog...
Ik wil graag nog een andere ouderlijke observatie delen. Ik hoor de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap oproepen tot dialoog en debat in plaats van ongehoorzaam protest. Maar ik denk dat de klacht van de demonstrerende studenten en medewerkers is dat juist dat ontbreekt. Mijn dochter vertelde me dat in het tijdsbestek van zeven maanden een delegatie van de organiserende groepen slechts één ontmoeting met het College heeft gehad, van slechts 40 minuten - minder dan de tijd van één college. Als dat waar is, is dat niet genoeg. De dialoog moet doorlopend zijn. Een paar maanden geleden hoorde ik een universiteitsprofessor zeggen dat universiteiten intellectueel uiterst onveilig en sociaal uiterst veilig moeten zijn. Mijn indruk, zij het vanuit mijn beperkte buitenperspectief als ouder, dus ik kan er heel erg naast zitten, is dat dit op de Universiteit Utrecht momenteel andersom lijkt te zijn. Het debat over het conflict in het Midden-Oosten, en hoe de Universiteit Utrecht zich daartoe zou moeten verhouden, lijkt op een bepaalde manier intellectueel veilig gehouden te worden, door bepaalde debatposities (in het algemeen of van elkaar) af te schermen, en is tegelijkertijd - misschien wel als gevolg daarvan - sociaal onveilig, zoals het College van Bestuur in hun persbericht over de recente gebeurtenissen aangeeft.

Aan de eettafel van het gezin...
De afgelopen jaren is er echter een voortdurende discussie geweest aan onze eigen eettafel. Onze dochter heeft aan de ene kant vaak vrij uitgesproken meningen, terwijl mijn vrouw en ik aan de andere kant meer het genuanceerde 'aan de ene kant, aan de andere kant' type personen zijn. En we botsen vaak aan onze eettafel: "Hoe kun je dat nou zeggen?' Onze manier om hiermee om te gaan is om te proberen deze debatten intellectueel uiteindelijk onveilig en sociaal uiteindelijk veilig te houden. Het laatste is een voorwaarde voor het eerste, maar het laatste vloeit ook voort uit het eerste. Dat wil zeggen: alle ideeën, argumenten, theorieën, standpunten en paradigma's die een van ons aanhoudt, moeten openstaan voor kritiek. Alle deelnemers moeten openstaan voor kritiek en bereid zijn om veranderd te worden door de ontmoeting met andere gezichtspunten. Als dit goed en volhardend wordt uitgevoerd, leidt dit tot meer wederzijds begrip en dus tot meer sociale veiligheid. Zo zou het volgens mij ook op een academie moeten zijn. Het kan niet zo zijn, zoals het nu op mij overkomt, dat onze familietafel een betere plek is voor academisch debat, dan de academie van de Universiteit Utrecht zelf, die daarvoor de meest aangewezen plek zou moeten zijn.

Opgeleid...
Oh, en nog één ding over onze discussies aan de familietafel. Elke keer ben ik verbaasd over de kennis die onze dochter heeft over het Midden-Oosten. In haar eerste jaar heeft ze veel geleerd van haar docenten. Ze hebben haar geïnspireerd en haar de middelen gegeven om wetenschappelijke kennis te verwerven. Ze gebruikt vrije momenten om wetenschappelijke literatuur, essays en artikelen te lezen en naar podcasts van experts te luisteren. Vaak moet ik serieus studeren om haar argumenten te kunnen verifiëren of betwisten. En dan vertelt ze me dat sommige van haar medestudenten nog veel meer weten! Ik heb de indruk dat de universiteitsstaf er goed in slaagt om van onze kinderen deskundige en bekwame academici te maken. Ze hebben er verstand van (en hun docenten des te meer). Dus alstublieft, leden van het College van Bestuur, neem uw studenten, onze kinderen, serieus! Praat met ze in plaats van ze voor een peloton ME’ers te zetten. Als u de juiste vragen stelt, zult u ontdekken dat hun onderliggende begrip van de situatie veel verder gaat dan de oneliners die ze op straat scanderen.

 barricade UBB protest palestina foto DUB

Eisen...
Om het allemaal samen te vatten: wij, als ouders, hebben een paar verzoeken, nee, eisen, voor de leden van het College van Bestuur.

Eén: praat met de studenten en personeelsleden die met de ME te maken hebben gehad. Praat met ieder van hen. Respecteer hun anonimiteit als ze dat willen. Vraag hen hoe het is geweest. We willen dat u de verhalen hoort die wij als ouders hebben moeten aanhoren. En ook: vraag hen waar ze in geloven, wat hen zo motiveert dat ze bereid waren om alles wat hen is overkomen te ondergaan en te verdragen.

Twee: Als u dat gedaan heeft, zal onze volgende eis overduidelijk zijn: stuur nooit meer de oproerpolitie op geweldloze, vreedzaam demonstrerende studenten af!

Drie: Respecteer en faciliteer alle fundamentele rechten die horen bij het recht om te demonstreren, zoals die zijn vastgelegd in het EVRM, en doe dat op de meest ruimhartige manier. Stel geen huisregels boven die rechten. Over regels gesproken, ik zou de Dalai Lama willen parafraseren: je kunt de regels ook handhaven en eren door ervan af te wijken, als de heilzaamheid van de situatie daarom vraagt, als dat gebeurt in het volle besef dat je, omwille van de situatie, afwijkt van regels die tegelijkertijd formeel nog steeds van kracht blijven.

Vier: Zorg voor en faciliteer een voortdurende dialoog: intellectueel uiteindelijk onveilig, sociaal uiteindelijk veilig. Deze twee zijn van elkaar afhankelijk. Als er niet genoeg sociale veiligheid is, zoals nu gevoeld wordt door diverse groepen studenten, betekent dat dat er niet genoeg ontmoeting is, niet genoeg geweldloze dialoog, niet genoeg academisch debat. Doe wat nodig is om het mogelijk te maken dat in alle sociale veiligheid standpunten onveilig kunnen zijn en in alle intellectuele onveiligheid mensen veilig kunnen zijn. Op alle niveaus, inclusief het niveau van het bestuur zelf.

Vijf:  Waardeer betrokken stafleden voor hun inzet en loyaliteit aan en zorg voor de zaak, de academie, hun eigen geweten en hun studenten. Waardeer in het bijzonder de stafleden die moeite hebben gedaan om jullie studenten, onze kinderen, veilig te houden tijdens het protest, ten koste van zichzelf. Zorg voor hen.

Zes: Wees alstublieft voorzichtig, bedachtzaam en medelevend voor uw studenten, onze kinderen.

Twee laatste opmerkingen...
In deze brief verwijs ik naar 'wij, als ouders'. Dat zijn in ieder geval ik en mijn vrouw. Maar ik kan me voorstellen dat ook andere ouders hun eigen gedachten en gevoelens weerspiegeld zien in wat ik heb geschreven. Als dat zo is, wil ik die ouders uitnodigen om naar voren te komen en hun zorgen te uiten, misschien manieren te vinden om deze brief te onderschrijven, of met elkaar in contact te komen.

Het is verleidelijk om mijn eigen positie in het debat over een academische boycot naar voren te brengen. Ik zal me daarvan onthouden in deze brief, om de boodschap duidelijk te houden. Desalniettemin gaan mijn gedachten en gebeden uit naar de mensen in het Midden-Oosten, op dit moment in het bijzonder die in Gaza. Ik blijf bidden, hopen en streven naar gelijke gerechtigheid en vrede in de regio.

Advertentie