Tegen collegegeldvrij besturen

Collegegeldvrij besturen benadeelt studenten, universiteiten én de overheid, schrijven Yvonne van Rooy en Hein van Oorschot (Tilburg University).

Het lijkt een sympathiek en rechtvaardig voorstel. Het collegegeld kwijtschelden van studenten die zich voltijd inzetten voor het bestuur van een vereniging. Dit zodat ze geen langstudeerboete krijgen. Het zou de overheid niets kosten, de student niets, en ook de universiteit niets. Maar niets is minder waar. Zelfs erger: 'collegegeldvrij besturen' benadeelt studenten, universiteiten én de overheid.

Het initiatief komt van de VVD en D66 en wordt maandag 23 april, met het wetsvoorstel 'studeren is investeren', in de Tweede Kamer besproken. Het idee is eenvoudig: voltijd bestuurders betalen geen collegegeld, ontvangen geen studiefinanciering, maar krijgen ter compensatie wel een beurs van de universiteit, uit het zogenoemde 'profileringsfonds'. Met dit bestuursjaar lopen studenten geen extra risico op de langstudeerboete.

Het voorstel van VVD en D66 oogt charmant, en is met de beste bedoelingen opgesteld om studenten in tijden van langstudeerboetes toch zoveel mogelijk ruimte te geven om bestuurservaring op te doen, maar werkt volstrekt tegengesteld. 

Drie bezwaren
Er zijn drie bezwaren. Allereerst krijgen bij de meeste universiteiten de studentbestuurders van verenigingen ook nu al een beurs van hun universiteit. Voor de voltijdsbestuurders betekent het voorstel dat zij, anders dan nu, geen studiefinanciering ontvangen, geen OV-jaarkaart meer hebben en ook niet meer kunnen lenen bij DUO. Bovendien kunnen zij geen enkel tentamen doen. Een snelle rekensom leert dat dit een duur 'cadeau' is. 

In de tweede plaats ontstaat er een ongewenst onderscheid tussen voltijdsbestuurders en studenten die naast hun studie besturen. Als er één categorie studenten is die de aandacht van de politiek verdient om de negatieve effecten van de langstudeerregeling tegen te gaan, dan zijn het de parttime bestuurders.  Het is aan deze studenten te danken dat veel studie-, sport- en cultuurverenigingen een grote bijdrage leveren aan een actief studentenleven. Hardwerkende studenten die het voor elkaar krijgen om naast hun studie ook nog eens parttime verenigingswerk te doen. 

Het derde bezwaar is de suggestie dat dit initiatief geen budgettaire gevolgen heeft. Die zijn er natuurlijk wel en worden op het bord van de universiteiten gelegd: de vrijstelling van collegegeld betekent voor universiteiten dat ze inkomsten mislopen in een tijd dat bij veel faculteiten al fors bezuinigd moet worden. Het idee dat universiteiten dan hun profileringsfonds wel kunnen ophogen getuigt van weinig realiteitszin. Wanneer het profileringsfonds wordt verhoogd, gaat dit ten koste van andere activiteiten, bijvoorbeeld van maatregelen die het onderwijs verbeteren, zoals het vergroten van het aantal docenten. 

Bloeiend verenigingsleven
Laat het duidelijk zijn dat ook wij, net als de indieners van het initiatief, groot voorstander zijn van studenten die naast hun studie actief zijn in het verenigingsleven. Om te zorgen dat er ook in de toekomst een bloeiend verenigingsleven blijft met voldoende gekwalificeerde studentbestuurders stellen wij een alternatief voor. 

Dit willen we bereiken door studenten die nominaal studeren, en na drie jaar hun bachelor studiepunten gehaald hebben, te stimuleren om een bestuursfunctie op zich te nemen in het uitloopjaar dat zij dan nog tegoed hebben. Universiteiten zorgen er dan voor dat zij pas aan het eind van dat 4de jaar hun bul krijgen.

De voordelen zijn evident: studenten hoeven niet beducht te zijn dat ze langstudeerder worden, het sluit aan bij een trend dat ook nu al studenten besturen als zijn hun bachelor gehaald hebben en het is financieel aantrekkelijker voor de student. Hierdoor kan een student én studeren én besturen. Bovendien is parttime besturen aantrekkelijker, omdat deze studenten toegang blijven houden tot het onderwijs, faciliteiten en studiefinanciering. En blijven de schaarse beurzen uit het profileringsfonds bestemd voor die studenten die deze het hardst nodig hebben. 

Dit artikel verscheen eerder in De Volkskrant.

Advertentie