Verantwoord recyclen

Wanneer is het als wetenschapper verantwoord om je eigen stukken te recyclen, en wanneer is het twijfelachtig? Cultuurpsycholoog Ruud Abma over “zelfplagiaat”.

Vaak hebben journalisten het gedaan. Begin januari van dit jaar zetten maar liefst twee landelijke dagbladen de hooggeleerde VU-econoom Peter Nijkamp neer als iemand die "zelfplagiaat" had gepleegd. Ik schreef er al eerder over in 'Topsport' en 'Productiviteitsperformance'.

Zelfplagiaat suggereert plagiaat, wetenschappelijk wangedrag, fraude. Stukken van jezelf hergebruiken zonder verwijzing is echter geen fraude, hoogstens een twijfelachtige praktijk - als het gaat om grote stukken. Dat schrijft de KNAW-commissie 'Citeren', voorgezeten door Jozien Bensing, in haar zojuist verschenen 'Briefadvies Correct Citeren'.

Het meest opmerkelijke uit dit 'briefadvies' is dat de commissie geen vast criterium aanbiedt om geoorloofd van twijfelachtig hergebruik te onderscheiden: wat geoorloofd is verschilt per vakgebied. Het is dus ongewenst om hergebruik 'op een simpele, mechanische wijze' te beoordelen, bijvoorbeeld door het hanteren van een plagiaatscanner. Een zorgvuldige interpretatie van de feiten vergt inhoudelijke kennis van het betreffende vakgebied. Het zijn dus de vakgenoten (peers) die het laatste woord hebben.

Nijkamps vakgenoten Hans Westlund, Juan Carlos Martin en Roger Stough waren op dezelfde gedachte gekomen. Zij organiseerden een petitie (ondertekend door 84 economen) waarin zij het bestuur van de VU opriepen "to stand up and defend the good name of one of the true scientific leaders in our field".

Nijkamps publicaties hebben volgens deze vakgenoten bijgedragen aan de vorming van een "sophisticated research tradition in the field of geography, spatial planning, transportation science, and regional and urban economics". Kortom, Nijkamp deugt niet alleen, hij is zelfs excellent. En de aanval op hem - door journalisten als Frank van Kolfschooten - is infaam.

Het klinkt allemaal heel indrukwekkend, maar het is toch moeilijk te bepalen wat deze steunbetuiging precies voorstelt. Er wordt geen enkele inhoudelijke toelichting gegeven op de kwaliteiten van het werk van Nijkamp, nog niet één voorbeeld van zijn "innovative" and "original contributions". In de petitie wordt een autoriteitsargument gecombineerd met de kracht van de massa (50 million Elvis-fans can't be wrong). Maar die massa is toch betrekkelijk klein (hoeveel % zou N=84 zijn van de mondiale economenpopulatie?)

Let wel: ze kunnen best gelijk hebben, maar dat komen wij als buitenstaanders zo niet aan de weet. Zou het zo moeilijk uit te leggen zijn, of moeten we het echt maar gewoon aannemen? Intussen wordt de druk op de commissie-Zwemmer, die de vele honderden artikelen van Nijkamp onderzoekt op al dan niet dubieus hergebruik van eigen werk, steeds groter. Het valt te hopen dat er een onafhankelijk denkend econoom in zit die de rol van peer kan vervullen op de wijze die de commissie-Bensing aanbeveelt.

Intussen hebben KNAW, NWO en VSNU in hun nieuwe Standard Evaluation Protocol 'productiviteit' als apart criterium laten vallen. Het gaat voortaan in de periodieke beoordeling van onderzoek uitsluitend om wetenschappelijke kwaliteit, maatschappelijke relevantie en toekomstbestendigheid (viability). Zo wordt, aldus minister Bussemaker, "gehoor gegeven aan de kritiek dat de publicatiecultuur in sommige vakgebieden is doorgeschoten". Of dat ook geldt voor het vakgebied van Nijkamp en zijn collega's? Dat zal nader onderzoek moeten uitwijzen, te beginnen met dat van de commissie-Zwemmer.

Tot zo lang krijgt Van Kolfschooten van mij het voordeel van de twijfel. Dat zowel de VU als de KNAW een commissie aan het werk hebben gezet om een aantal zaken nauwkeurig uit te zoeken, mag toch gezien worden als een verdienste van hem en andere wetenschapsjournalisten.

Dit artikel verscheen eerder op het blog van Ruud Abma.

Advertentie