Verkeerde studenten op de Dam

Nu zelfs de PvdA in haar verkiezingsprogramma aangaf studiefinanciering te willen omzetten in een leenstelsel, lijkt er geen ontkomen meer aan. Na de beperking van de OV-jaarkaart en van de financiering van een tweede bachelor, gaat ook onze studiefinanciering eraan.

Huidige en toekomstige studenten op het MBO, HBO en de universiteit lijken er echter niet minder om te slapen. Los van een paar idealistische fanatiekelingen, lijkt de afschaffing van de studiebeurs door studenten breed te worden geaccepteerd. Maar klopt dit beeld wel?

In het kader van de onontkoombare bezuinigingen van de overheid en noodzakelijke investeringen in beter onderwijs, valt de omzetting van studiefinanciering naar een leenstelsel natuurlijk goed te verdedigen. Het grote gevaar van het afschaffen van de basisbeurs bestaat er echter uit dat studenten uit ‘armere’ gezinnen van een leenstelsel zullen terugschrikken. Studeren lijkt misschien een goede investering, maar vraagt met de invoering van leenstelsel om het nemen van een grote stap, zeker daar waar ouders niet in staat zijn om bij te springen. Mijn idee is dat veel studenten uit ‘armere’ gezinnen deze stap niet zullen durven te nemen, waardoor de sociale en intellectuele kloof tussen rijk en arm in Nederland weer eens zal worden vergroot.

Typerend is echter dat huidige en toekomstige studenten (nog) nauwelijks protesteren tegen de opkomende plannen. Los van wat kleine demonstraties hier en daar, zoals op 21 mei in Amsterdam, lijkt het einde van de studiefinanciering door de meeste studenten te worden geaccepteerd. Weten huidige en toekomstige studenten dan wel wat voor gevolgen deze maatregel kan hebben?

Sommige studenten wel. Zo houdt het open collectief Kritische Studenten Utrecht zich wel bezig met de toekomstige plannen van de overheid. Naast hun aanwezigheid op verschillende conferenties en demonstraties, zoals in Amsterdam, vergaderen zij één keer in de twee weken om de strategie voor beter onderwijs uit te stippelen. Eén keertje meevergaderend in boekhandel ‘De Rooie Rat’, valt mij op dat de ‘kritische studenten’ een groot politiek en socialistisch idealisme met zich meedragen. De intellectuele twintigers komen niet bij elkaar omdat ze zelf niet meer kunnen studeren bij de invoering van een leenstelsel, maar om de principiële overtuiging dat iedereen in Nederland gestimuleerd moet worden om te studeren.

Ook op de demonstratie op de Dam in Amsterdam bestonden de verzetstrijders vooral uit ‘salonsocialisten’. Succesvolle studenten uit een hoog sociaal en intellectueel milieu die uit een soort van medelijden opkomen voor een ‘gelijk’ systeem. Daarentegen zijn de studenten die straks niet meer kunnen studeren en waarover het eigenlijk gaat niet te horen. Een uiterst vreemde situatie.

Hoe kan het dan toch dat kritische studenten opkomen voor studenten die we zelf niet horen klagen? Zijn de studenten op de Dam misschien iets te ver doorgeschoten in hun idealisme? Ik denk van niet. Het grote probleem ligt mijn inziens bij de moeilijk doorbreekbare passiviteit onder huidige en toekomstige studenten. Voor gepassioneerd studeren zijn studenten al moeilijk te winnen, laat staan voor een dwaze hippie-demonstratie in een andere stad. Extra vervelend is dat deze passiviteit onder studenten leidt tot het verkeerde beeld dat de afschaffing van studiefinanciering breed wordt geaccepteerd. Om te voorkomen dat de overheid dit beeld gebruikt om beperkende maatregelen te nemen, dienen 'gewone’ studenten uit de passiviteit te worden gesleurd. Want alleen als de Dam volstroomt, kunnen leenstelsels tegen worden gehouden en kan studeren voor iedereen toegankelijk blijven.

Advertentie