Waarom de Maagdenhuisbezetting het herdenken waard is

Grofweg vijftig jaar geleden, in 1969 om precies te zijn, werd het Maagdenhuis, het bestuursgebouw van de Universiteit van Amsterdam (UvA), door honderden studenten bezet. Zij eisten meer inspraak in het reilen en zeilen van de universiteit. De eigenlijke bezetting duurde slechts enkele dagen, waarna de politie daar hardhandig een einde aan maakte. De Amsterdamse bezetting stond echter niet op zichzelf.

Het startschot voor legio opstanden van diverse Europese universiteiten werd in 1968 gegeven aan de Sorbonne, de belangrijkste Parijse universiteit. Er ontstond een gevoel van weerstand tegen de universitaire hiërarchie, dat zich uitbreidde in de rest van Europa. In Nederland was de eerste studentenopstand overigens niet in Amsterdam; in Nijmegen en Tilburg ging het er een stuk radicaler aan toe. Toch staat juist de Maagdenhuisbezetting in ons collectief geheugen gegrift, en is deze onderdeel geworden van het standaard narratief over de vaderlandse geschiedenis. Waarom is dat?

In de eerste plaats omdat deze studentenopstand zich in de hoofdstad afspeelde. Het overwegend Amsterdamse krantenapparaat had minder interesse in de katholieke universiteiten beneden de grote rivieren. Ten tweede zou het Maagdenhuis ook in de decennia die op de eerste bezetting volgden als decor dienen voor onvrede binnen de academische gemeenschap.

In de loop der jaren werd het Maagdenhuis dus symbool voor democratisering op de Nederlandse universiteiten. Meer dan tien keer is het gebouw bezet, de laatste keer in 2015. In eerste instantie hadden protesterende studenten het Bungehuis bezet – een gebouw van de faculteit Geesteswetenschappen. Nadat deze bezetting door interventie van de rechter en politie werd beëindigd, liepen honderden sympathisanten regelrecht naar het Maagdenhuis. Zij beukten ad hoc de voordeur in en volhardden in hun democratische wensen. Uiteindelijk moest de voorzitter van het College van Bestuur van de UvA opstappen naar aanleiding van de ophef.

Dat brengt ons bij de belangrijkste reden waarom dé Maagdenhuisbezetting zoveel aanzien geniet: zij sorteerde het beoogde effect. De Wet Universitaire Bestuurshervorming (WUB) van 1970 was een direct gevolg van de eerste Maagdenhuisbezetting. In de wet werd geregeld dat studenten en personeel gelijkwaardige invloed kregen op het universiteitsbestuur. Het is voor velen misschien moeilijk voor te stellen dat enkele honderden studenten vergaande democratisering hebben weten te bewerkstelligen, maar de Maagdenhuisbezetting is bewijs voor de effectiviteit van studentenactivisme.

Veel van deze waarborgen zijn eind jaren negentig weer teruggedraaid, waardoor de medezeggenschap veel macht moest afstaan. Het universiteitsbestuur moest ‘professionaliseren’, en werd gemodelleerd naar het bedrijfsleven. Daarmee verloren studenten en personeel aanzienlijk aan invloed. Daarom stonden studenten in 2015 weer op de bres met een gelijksoortig eisenpakket als 45 jaar eerder.

Ook aan de Universiteit Utrecht zijn bezettingen geweest, maar deze zijn minder succesvol gebleken. Zo was er begin 2010 sprake van een korte bezetting in het Bestuursgebouw. De actie was gericht tegen de mogelijke afschaffing van de basisbeurs en de afschaffing van de papieren universiteitskrant Ublad. Aangezien u dit leest op het Digitaal Universiteitsblad kunnen we rustig stellen dat zij onsuccesvol zijn geweest. Soms loopt de onvrede over aanhoudende bezuinigingen over. Zo’n veertig studenten hielden in februari 2011 verschillende collegezalen aan de Drift bezet.  

Het is belangrijk om de Maagdenhuisbezettingen te herdenken: het dwingt ons om de balans op te maken. Sinds de laatste bezetting is bijvoorbeeld de basisbeurs afgeschaft. De gevolgen zijn verstrekkend: vermoeidheid onder studenten lijkt meer dan ooit voor te komen mede doordat studenten zich genoodzaakt voelen nominaal en met zo min mogelijk studieschuld af te studeren. Ten tweede is de universiteit veel minder democratisch dan eind vorige eeuw het geval was. Tot slot is er ieder jaar weer sprake van verdere bezuinigingen in het onderwijs.

Trekken bestuurders zich nog wel wat aan van studenten? Is het gevecht van de studenten in 1969 en 2015 voor niets geweest? Bij deze vragen wordt aanstaande vrijdag in Amsterdam stilgestaan tijdens een herdenkingsbijeenkomst. Saillant detail: de herdenking mag niet in het Maagdenhuis plaatsvinden. De UvA vreest opnieuw spontane actie van een collectief opstandige studenten. Is hun vrees terecht, of zou de vlam gedoofd zijn?

De herdenking vindt plaats op vrijdag 28 februari 2020 van 15:45 - 19:00, Oudemanhuispoort (UvA), zaal D0.08

Tags: maagdenhuis

Advertentie