Waarom een Nederlandse Wetenschapsagenda?
Marian Joëls was een van de twee voorzitters van de maandag gepresenteerde Nederlandse Wetenschapsagenda. Honderden onderzoekers formuleren daarin samen 49 vragen voor de Nederlandse wetenschap. In deze opinie vertelt de hoogleraar Neurowetenschappen waarom dat een belangrijk initiatief is.
Een relevante vraag van meer dan louter filosofische waarde in het huidige onderzoeksklimaat luidt: Wie bepaalt eigenlijk waaraan gewerkt wordt in de wetenschap? Stel de vraag aan een romanticus en die zal antwoorden: ‘Dat bepaalt de wetenschapper zelf. Richtinggevend is de fascinatie voor het onderwerp, de nieuwsgierigheid naar het antwoord en de gedrevenheid om dat antwoord te vinden.’ Dit zijn de mensen die willen weten.
De pragmaticus komt echter met een heel ander antwoord: ‘De richting van de wetenschap? Die wordt bepaald door waar het geld vandaan komt. Laat de romanticus maar dromen, wij weten hoe het in het echte leven gaat. Innovatie? Wij innoveren. Winstgevend? Daar voldoet ons werk bij uitstek aan. Relevant voor de grote teen? Interessant dat u dat opbrengt, zonder ons werk kunt u de werking van de grote teen nooit helemaal doorgronden.’ Enzovoort, geen worst zonder dat de pragmaticus er met de tong uit de bek achteraan holt.
De wetenschappelijke ziel
De evolutie in de wetenschap werkt in de richting van de pragmaticus, want als je dat gedachtegoed niet aanhangt en ernaar handelt, komt je inkomstenbron droog te staan en delf je in de struggle voor life onverbiddelijk het onderspit. Theoretici zingen het nog wel een tijdje uit met potlood en papier, maar in experimenteel onderzoek ben je kritisch afhankelijk van grote en dure faciliteiten; kortom, van heel veel geld.
Voor iedereen ligt de grens anders, maar er komt een moment waarop je jezelf afvraagt: voor hoeveel geld verkoop ik mijn wetenschappelijke ziel? Wanneer stel ik vast: tot hier en niet verder? Wie bepaalt eigenlijk waaraan ik onderzoek moet doen? Dan is het moment gekomen om terug te gaan naar de basis en je af te vragen waar de grote uitdagingen in de wetenschap liggen, vragen die misschien nog wel tien, twintig jaar of langer kosten om beantwoord te worden; vragen waaraan wij in Nederland een significante bijdrage kunnen leveren.
49 Vragen
De Koninklijke Academie voor Wetenschappen heeft zich dit afgevraagd en het antwoord geschetst in de Nederlandse Wetenschapsagenda die deze week aan staatssecretaris Halbe Zijlstra is aangeboden. Het is zoals gezegd een schets en er zullen meerdere iteraties nodig zijn om de schets helemaal scherp te krijgen, net zo goed als er bij herhaling bekeken moet worden of de Wetenschapsagenda nog aansluit bij de veranderingen in de wetenschap zelf. Maar de schets ligt er, een signaal uit de wetenschappelijke wereld zelf.
Honderden wetenschappers hebben in onderling overleg 49 vragen geformuleerd die ze essentieel achten voor voortgang in de wetenschap en waarvan ze verwachten dat onderzoekers in ons land een beslissende bijdrage aan het antwoord kunnen leveren. Vragen over de volle breedte van het onderzoeksveld en opvallend vaak multi- of interdisciplinair van aard. Zoals: Wat is de invloed van migratie op de ontwikkeling van identiteit? Wat betekenen onze recente inzichten in de werking van de hersenen eigenlijk voor de rechtspraak? Kunnen we zelf een levende cel in elkaar zetten? Kan het recht het milieu beschermen? Waar ligt de grens tussen het berekenbare en het onberekenbare? Tot en met de vraag aller vragen: hoe is het heelal ontstaan en hoe ging het verder?
Twee vingers
Is zo’n lijst romantisch, een reliek uit de negentiende eeuw, los van de praktijk? Nee, allerminst. Het verleden heeft geleerd dat investeringen in het beantwoorden van dit soort vragen - investeringen die meer een langetermijnaanpak dan het spel over de korte band vergen - verstandig zijn, niet alleen uit oogpunt van talentbeleid maar ook in economisch opzicht. Zoals in de Schepping van Adam in de Sixtijnse kapel de twee vingers elkaar vrijwel raken, zo vinden de romanticus en pragmaticus elkaar in de Nederlandse Wetenschapsagenda.