Wat is academisch onderwijs?
Alumnus Notarieel Recht Alexander Defauw vindt het raar dat hij vorig jaar een universitaire studie met succes afrondde die nu wordt aangemerkt als ‘niet academisch genoeg’. Wat heeft hij gemist?
Het is een duidelijke boodschap van het departementsbestuur Rechtsgeleerdheid: de Utrechtse notariële studie is niet academisch genoeg en zal meer ingebed moeten worden in het privaatrecht. Volgens de toenmalige hoogleraar Notarieel Recht Nora van Oostrom was het een ‘toverformule’ om te zorgen dat zij niet meer in aanmerking komt voor de nieuwe leerstoel goederen- en notarieel recht, welke de huidige leerstoel zal vervangen.
De opheffing van de notariële leerstoel is inmiddels een beladen onderwerp geworden. In verschillende media en op DUB worden de verschillende zienswijzen besproken van het notariële docententeam en het departementsbestuur. Ook werd een bijeenkomst georganiseerd om studenten te informeren over de ontwikkelingen omtrent de notariële studie. Het departementsbestuur verkondigde dat de reorganisatie louter positieve effecten zal hebben. De huidige notariële studie zal meer academisch worden en meer worden ingebed in het privaatrecht.
Als recent afgestudeerd student Notarieel recht vind ik het opmerkelijk te horen dat ik gedurende mijn studie niet voldoende academisch ben opgeleid. Mijn studiekeuze was gebaseerd op de privaatrechtelijke basis van de studie, de bevlogen academische houding van het docententeam en de (meta-)juridische manier van doceren. Ik vraag mij af of de uitspraken van het departementsbestuur gefundeerd zijn en of zij het curriculum van de notariële studie wel academisch onder de loep hebben genomen. Is de notariële studie immers niet al academisch genoeg en voldoende ingebed in het privaatrecht?
Academische vorming
Mijns inziens valt onder academische juridische vorming: zelfstandig een mening vormen, kritisch nadenken, theoretische kennis toepassen en achterliggende redenen begrijpen van wetgeving. Daarnaast zijn verdieping, zelfontplooiing en verbreding van de algemene kennis belangrijk. Het aanleren van academische vaardigheden, zoals schrijfvaardigheid, spreekvaardigheid en het doen van onderzoek, is van belang om deze kennis en gedachten te communiceren.
Het credo van de notariële colleges was dat studenten zich niet mochten onthouden van stemming. Tijdens colleges werd er ongeacht voorbereiding een mening van je verwacht. De notariële vakken werden door studenten gezien als vakken waarbij passief in college zitten geen optie was. Voor beginnende studenten een beangstigende gedachte, maar gaandeweg de studie ontstond het besef dat je hierdoor op een interactieve manier academisch wordt gevormd. Het werd dan ook steeds leerzamer om tijdens colleges met zowel de docent als de medestudent in discussie te gaan. Een zelfbewuste mening werd verwacht van de notariële student. Pas nadat de student zijn of haar mening had gegeven, gaven de docenten hun mening. Het uitgangspunt was dat er altijd moet worden geëindigd met een vraagteken, wat is immers academisch onderwijs indien er een alwetend antwoord is?
De (beroeps)ethiek liep als rode draad door de formeelrechtelijke vakken. Niet alleen in de inleidende vakken van de bachelor, maar ook daarna. In het introducerende Kernvak notarieel recht werd steevast het voorbeeld van de ‘allegorie van de grot’ van Plato behandeld; een illustratie hoe de insteek van deze brede juridische studie was. Ook in de master werd onder meer in het vak Notaris, recht en samenleving de student een academisch kader aangereikt. Dit was zowel relevant voor het notariële onderwijs als ook het algemene academische onderwijs. Zo werden er bijvoorbeeld colleges besproken van de gerenommeerde Harvard professor Michael Sandel. Met zijn beroemde ‘jusitice’ colleges werd de student geleerd wat the right thing to do was, oftewel hoe de student zich kon ontwikkelen tot een ethisch verantwoord handelend mens en professional. De werk- en hoorcolleges waren niet alleen bedoeld om de wet uit te leggen, maar meer om de student een idee te geven wat de achterliggende gedachten en uitwerkingen van wetgeving op de maatschappij waren. Naast deze algemene leerstukken was er aandacht voor de notariële beroepsethiek. Dit is van belang, omdat deze moeilijk te vergelijken is met de ethiek van andere juridische beroepen. Zo zijn bijvoorbeeld de kwesties van wilsbepaling en omgang met kwaadwillenden onderwerpen waarbij de student moet leren een rechte rug te houden als toekomstig (kandidaat-)notaris.
Gedurende de notariële studie heb ik voor diverse vakken papers geschreven, waarbij naast de inhoud nauwkeurig werd gelet op de overbrenging hiervan. Aandacht werd besteed aan spelling, woordkeuze, zinsopbouw en juridisch jargon. De spreekvaardigheid werd frequent getoetst door middel van presentaties. Deze vaardigheden zijn niet alleen van belang voor de academische vorming van studenten, maar tevens voor werkzaamheden in de juridische praktijk. Nora van Oostrom gaf steevast het voorbeeld dat taal het zwaard is van een goed jurist.
Privaatrecht
Wat betreft het meer inbedden van de opleiding in het privaatrecht, ben ik van mening dat dat al het geval was. De huidige notariële studie biedt een alomvattend scala aan privaatrechtelijke vakken. Alle boeken van het Burgerlijk Wetboek worden behandeld. Naast de brede goederen- en verbintenisrechtelijke basis die wordt geboden in de eerste anderhalf jaar, wordt zowel het ondernemingsrecht, personen- en familierecht en onroerend goedrecht behandeld. Als ik het departementbestuur goed begrijp willen zij meer de nadruk leggen op het algemene privaatrecht dan op de specifiek notariële aspecten hiervan. Dit zou volgens hen de notarieel opgeleide student multidisciplinair inzetbaar maken. Echter biedt mijns inziens de huidige studie zo een brede opleiding dat afgestudeerden in verschillende segmenten terecht kunnen. De Universiteit Utrecht profileert zich sinds jaren zodanig dat de notariële student niet alleen opgeleid wordt tot notaris, maar breed inzetbaar is en uitermate geschikt voor het bank- en verzekeringswezen, de vastgoed- en projectontwikkeling, estate planning of mediation, het bedrijfsleven en in aanvulling met civiel effect ook voor de advocatuur en de rechterlijke macht.
Zoals nu wel duidelijk is, vind ik de notariële studie dus al voldoende academisch en zijn de arbeidsmogelijkheden veel breder dan alleen het beroep van notaris. Utrecht is geliefd bij kantoren door een goede reputatie van de notariële studie. Daarnaast was de studie kleinschalig en kent iedereen elkaar. De lijnen tussen docenten en studenten en tussen studenten onderling waren kort. De docenten hadden goede contacten met de arbeidsmarkt, waardoor er voor een positief opvallende student altijd een werkplaats was. Ik vind het te ambitieus en onnodig om op basis van deze argumenten te besluiten de notariële studie op zo een ingrijpende manier te veranderen.