Ook voor docenten zonder onderzoekstijd
Weg met het tijdelijk contract voor docenten!
“De arbeidsmarkt zoals die nu hebben, is scheefgegroeid. De afgelopen jaren is een disbalans ontstaan tussen rechten en plichten, zekerheid en onzekerheid. Risico’s zijn ongelijk verdeeld. De huidige regels rond werken versterken zo de al bestaande tweedeling in de samenleving”, aldus minister Van Gennip (1) . Diezelfde minister Van Gennip constateerde dat maar liefst 40 procent van de werkenden in Nederland een tijdelijk contract heeft, een percentage dat wat haar betreft veel te hoog ligt.
De UU zou, als goed werkgever, die oproep van de minister moeten volgen en niet langer een bestand aan Wetenschappelijk Personeel (WP) in stand willen houden waarbij het aantal tijdelijke contracten ver boven die 40 procent ligt.
Aderlating van talent
Stop met de 393 fte* aan docenten van wie 68 procent (!) een tijdelijke contract heeft. Deze grote groep collega’s kan nog niet aan hun toekomst als onderzoeker of huizenbezitter gaan werken en moet de kinderwens wegens te grote onzekerheid uitstellen. Ze moeten even een paar jaar college geven, op tijdelijke contract basis. Maar dat is niet hun keuze.
Omdat universiteiten elders in het land en in de buurlanden wél vaste aanstellingen bieden, gaat een deel van deze docenten niet eens hun tijdelijke contact uitzitten en is hun talent voor de UU niet meer beschikbaar. Dat is jammer. Ook onderzoekers hebben vrijwel allemaal een tijdelijk contract. Daar komen we een andere keer op terug. En waar zijn de docent talenten van het jaar gebleven? Al meer dan vijf prijswinnaars hebben de UU ondertussen verlaten, zonde.
Op 31 december 2022 was er 3.779 fte aan wetenschappelijk personeel aan de UU verbonden. Daarbij ging het om 2.134 fte aan tijdelijke dienstverbanden (2). Dat betekent dat 56 procent van al het wetenschappelijke personeel een tijdelijk contract heeft. En uitgesplitst naar functie gaat het om 393 fte aan docenten waarvan zo’n 68 procent een tijdelijk contract heeft (en dus heeft zo’n 32 procent toch een vast contract ondanks het UU beleid dat je alleen een vast contract krijgt met een functie als UD, UHD of hoogleraar).
Wat het college betreft zou 80 procent van alle docenten 3 (schaal 11) en 4 (schaal 10) een duurzaam contract moeten hebben. Daarmee wordt een tijdelijk contract van tenminste 4 jaar, met een aanstellingsomvang van tenminste 0,7 fte bedoeld waarvan 10 procent beschikbaar is als ontwikkeltijd binnen de aanstelling. Uit de monitoring tijdelijk personeel (3) bleek dat op 31 december 2022 er 464 docenten 3 en 4 werkzaam waren bij de UU van wie nog geen 47,2 procent een duurzaam contract had. Er is dus nog de nodige inspanning nodig om dat streefpercentage te halen.
Ongemakkelijke waarheid
De meeste docenten (in aantallen, fte’s en in percentage van het totale WP) zijn werkzaam bij de faculteiten Geesteswetenschappen, Sociale Wetenschappen en Rebo. Dat heeft te maken met het aantal studenten (veel) in relatie tot de beschikbare tijd voor onderzoek (weinig). Er is niet voldoende onderzoektijd beschikbaar om iedere wetenschapper een contract als UD, UHD of hoogleraar te geven.
Wat belangrijk is bij de discussie over de tijdelijkheid van de functie van docent, is dat de ene docent de andere niet is. Het gaat om net afgestudeerde masterstudenten die het aantrekkelijk vinden om een aantal jaar vooral werkgroep onderwijs in de eerste jaren van de bachelor te verzorgen als docent 4, hun BKO (basiskwalificatie onderwijs, red.) te behalen en werkervaring op te doen om vervolgens een volgende stap te kunnen maken. Het gaat om gepromoveerde wetenschappers met vooral een belangstelling voor onderwijs die als docent 3 of zelfs 2 academisch onderwijs verzorgen, evalueren, verbeteren, vernieuwen en coördineren. Het gaat om gepromoveerde docenten die buiten de academie werkzaam zijn, maar vanwege hun expertise, naast hun functie elders, gevraagd zijn om met een kleine deeltijdaanstelling onderwijs te verzorgen bij de UU. Het gaat om docenten die kort en tijdelijk het onderwijs van een afwezige wetenschapper vervangen
Maar het gaat óók om afgestudeerde masterstudenten die via een contract als docent 4 de kans op een gewenste promotieplek proberen te vergroten. Het gaat óók om al dan niet gepromoveerde docenten die steeds met een tijdelijk contract van de ene naar de andere universiteit gaan in de hoop ooit een vast contract te kunnen krijgen.
En hoewel er een duidelijk verschil is tussen de taken en verantwoordelijkheden van een docent 4 en 3, zien we bij een aantal opleidingen binnen de UU dat er gepromoveerde docenten werkzaam zijn, die onderwijs verzorgen in zowel de bachelor als de master, maar toch een contract als docent 4 hebben. Tot slot zien we zelfs dat bij een, weliswaar beperkt, aantal opleidingen vrijwel het gehele bacheloronderwijs gecoördineerd en gegeven wordt door alleen tijdelijke docenten.
Wat al deze docenten gemeen hebben is dat ze gewaardeerd en gezien willen worden voor hun inzet. Daar hoort een inschaling bij die in overeenstemming is met de taken en verantwoordelijkheden, werkelijke aandacht en daadwerkelijke actie voor hun loopbaanontwikkeling en, wat ons betreft, een vast contract.
De ongemakkelijke waarheid is dat we niet zonder docenten kunnen, ondanks de miljoenen investeringen in starters- en stimuleringsbeurzen en dat we het ons niet langer kunnen veroorloven om docenten een tijdelijk contract te geven vanwege de krapte op de arbeidsmarkt. Maar het belangrijkste argument is nog steeds dat het ook niet past bij onze ambitie van goed en duurzaam werkgeverschap.
De inzet van de miljoenen aan starters en stimuleringsbeurzen gaat, terecht, naar het vergroten van de onderzoekstijd voor vooral UD’s. Doel is uiteindelijk dat zoveel mogelijk UD’s een onderzoekstaakstelling van 40 procent van hun betrekkingsomvang krijgen. Ofwel, een kleinere onderwijstaakstelling. Daarvoor kunnen we vervolgens weer nieuwe UD’s aantrekken (met wederom een onderzoekstaakstelling van 40 procent). Hoewel het college terecht aan faculteiten vraagt om voor die nieuwe UD posities te werven onder de tijdelijke wetenschappers en dit ook in de praktijk daadwerkelijk gebeurt, leidt dat in totaal nauwelijks tot een vermindering van het onderwijs dat door UD’s gegeven wordt. Anders gezegd, al die miljoenen zijn niet voldoende om al het onderwijs te kunnen verzorgen door UD’s, UHD’s en hoogleraren. We hebben in de toekomst nog steeds docenten nodig.
Bij echte waardering hoort een vast contract
Tot nu toe kunnen we als UU nog steeds voldoende docenten werven. Maar andere brede universiteiten (UvA en Leiden) zijn al overgegaan om, onder voorwaarden, docenten een vast contract aan te bieden en ook Tilburg en Maastricht gaan dit nu doen. We merken nu al dat tijdelijke docenten overstappen naar Amsterdam en Leiden.
Let wel, een vast contract voor docenten is gewoon mogelijk met onze CAO en er zijn ook docenten bij de UU met een vast contract. Het is aanvullend beleid van universiteiten om dat niet te doen. Met de piek van de vergrijzing die nog niet is bereikt, de prognose dat het aantal studenten in de regio Utrecht pas eind dit decennium afvlakt, en de toename van aantrekkelijke vacatures buiten de academie, kunnen we het ons dus domweg niet meer veroorloven om docenten een tijdelijk contract aan te bieden. En, voor veel academici nog nauwelijks voor te stellen, steeds meer ‘jongeren’ willen best een poos bij een universiteit werken, maar niet voor hun hele leven en zien ook het hoogleraarschap niet als het belangrijkste doel van een (academische) carrière. Je kan namelijk ook iets leuks doen met je leven.
Docenten willen wél waardering voor hun inzet en daar hoort (uitzicht op) een vast contract bij. Al was het maar dat je met een vast contract makkelijker een huis kunt huren of andere verplichtingen aan kunt gaan. Dat iemand de rest van zijn/haar/diens leven docent 4 blijft, is natuurlijk niet de bedoeling. Als je een onderwijs carrière ambieert, kun je dan beter overstappen naar het VO, MBO en HBO. Dat betaalt ook beter en met een onderwijsbevoegdheid op universitair niveau voldoende mogelijkheden om carrière te maken. Als je buiten het onderwijs of de academie wil werken, kansen genoeg. Dat vraagt wel om een actief loopbaanontwikkelingstraject.
In het kader van Erkennen & Waarderen zou ook een onderwijscarrière mogelijk moeten zijn. Het functieprofiel van docent bestaat al en loopt van docent 4 (schaal 10) naar docent 1 (schaal 13). Ter discussie nog de vraag in hoeverre een promotie dan gewenst of noodzakelijk is en vanaf welk niveau.
Zoals hiervoor aangegeven is het aantal winnaars van de docenttalent prijs die de UU weer hebben moeten verlaten omdat hun tijdelijk contract afliep, inmiddels niet meer op een hand te tellen. Wat voor signaal geven we dan af als UU? Bij echte waardering hoort ook een vast contract. Kortom weg met het tijdelijk contract, om te beginnen met het tijdelijk contract voor docenten.
* FTE staat voor een fulltime eenheid, de rekeneenheid zegt niets over het aantal medewerkers, dat zijn er bijna altijd meer dan één
[1] Passage uit statement van Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Karien Van Gennip naar aanleiding van de brief aan de Tweede kamer “voortgang uitwerking arbeidsmarktpakket”
[2] Nota Q3-prognose 2022, UR nummer 22.152
[3] Nota tijdelijk Personeel Q4, UR nummer 22.029