Nederlandse studenten streven niet naar het hoogste cijfer

Nederlandse studenten zijn minder gemotiveerd om het hoogste cijfer te halen dan studenten uit andere Europese landen.

Dat blijkt uit Engels onderzoek dat de Utrechtse onderwijskundigen Jan van Tartwijk en Theo Wubbels gebruikten tijdens een presentatie over thema’s waarin onderwijs het verschil maakt. Zij vonden het onderzoek in een rapport uit 2009 over de diversiteit van het leren van de student van de Engelse wetenschappers John Brennan, Kavita Patel and Winnie Tang.
 
In een  vergelijkend onderzoek werden 70.000 afgestudeerde studenten uit 16 Europese landen ondervraagd. Het ging om studenten die al vijf jaar waren afgestudeerd. Zij moesten aangeven hoeveel uren ze gemiddeld per week aan hun studie hadden besteed. Bovendien kregen ze vragen over hun ambitie.
 
Nederlandse studenten die in 2000 hun studie hadden afgerond, bleken toen al beduidend minder uren aan hun studie te besteden dan studenten in andere landen. Zo gaven de Nederlandse studenten aan gemiddeld zo’n 30 uur aan de studie te besteden, terwijl Franse studenten meer dan 40 uur aan de slag zijn. Dat komt ook wel overeen met het ambitieniveau van de studenten. Van de Nederlandse studenten zegt iets meer dan 30 procent dat ze het hoogst mogelijke cijfer willen halen. De meesten zijn al blij met een voldoende. In Groot-Brittannië ligt dat percentage beduidend anders. Meer dan de helft van de studenten wil het hoogste cijfer halen. 
 
Maar er is ook een lichtpuntje. Uit hetzelfde onderzoek blijkt ook dat Nederlandse studenten het minder slecht doen als je kijkt naar het resultaat. Met een investering van minder dan 40 uur studie per week, haalde 20 procent toch het hoogste cijfer. De ambitieuze Engelsen bleven steken op 8 procent.

Advertentie