Studenten lenen steeds minder boeken

Alleen studenten Geesteswetenschappen en Rebo lenen nog regelmatig een boek in universiteitsbibliotheek. De meeste studenten maken gebruik van digitaal studiemateriaal.De UB vraagt zich af of ze haar boeken nog in vrij toegankelijke kasten moet aanbieden.

Waarom hebben we nog kasten met studiemateriaal in de UB staan als studenten nog nauwelijks gebruik maken van de boeken? Dat is een vraag die de universiteitsbibliotheek zich heeft gesteld in het rapport De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open opstelling (pdf) dat vlak na de zomer verscheen.

Uit dit onderzoek blijkt dat steeds minder studenten en medewerkers papieren boeken lenen. Vooral bij de faculteiten in De Uithof daalt dit aantal gestaag. Bij de faculteiten Rebo en vooral Geesteswetenschappen is dit aantal hoger, al zie je ook hier een dalende trend. Het is een logische ontwikkeling want steeds vaker is het studiemateriaal digitaal beschikbaar.

In de periode 2007-2014 is het aantal papieren boeken dat de UB kocht met 64 procent afgenomen, van 15.295 naar 5.551 per jaar. Van die gekochte boeken zijn er maar liefst rond de 4.000 bestemd voor Geesteswetenschappen.

Geesteswetenschappers moeten vaak wel van papier lezen: in veel gevallen is er geen digitaal alternatief. Maar studenten en medewerkers blijken het ook prettiger te vinden om langere teksten van papier te lezen.

Bij de andere faculteiten kiezen de meeste studenten voor digitale publicaties, ook al omdat ze daar snel bij kunnen. Bovendien worden de meeste boeken voorgeschreven door de docent en dat is digitaal makkelijker zoeken dan in een fysieke kast.

Ook medewerkers gebruiken de vrij toegankelijke boeken zelden. Ze zouden dat eigenlijk wel willen, maar beschouwen de UB vooral als het domein van studenten en vinden dat er in de UB te weinig plek is om papieren boeken te raadplegen. Zij vragen boeken vaak aan en raadplegen die op hun eigen werkplek.

Je zou dus zeggen dat een open opstelling in de UB, dat de boeken direct toegankelijk zijn, in De Uithof niet zo nodig is en in de binnenstad wel. Toch gaat dat niet helemaal op. Ook in De Uithof zeggen veel studenten dat ze het stimulerend vinden om  tussen de boeken te studeren.

Hierdoor is er sprake van een paradox: de UB wordt vooral bezocht door studenten die het prettig vinden tussen de boeken te werken maar over het algemeen weinig gebruik maken het papieren studiemateriaal, terwijl veel medewerkers wel graag meer zouden willen grasduinen in de boeken, maar nauwelijks in de UB komen omdat ze de bibliotheek beschouwen als een plaats voor studiewerkplekken van studenten.

Plussen en minnen
on 31/10/2016

Alleen studenten Geesteswetenschappen en Rebo lenen nog regelmatig een boek in universiteitsbibliotheek. De meeste studenten maken gebruik van digitaal studiemateriaal.De UB vraagt zich af of ze haar boeken nog in vrij toegankelijke kasten moet aanbieden.

Waarom hebben we nog kasten met studiemateriaal in de UB staan als studenten nog nauwelijks gebruik maken van de boeken? Dat is een vraag die de universiteitsbibliotheek zich heeft gesteld in het rapport De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open opstelling (pdf) dat vlak na de zomer verscheen.

Uit dit onderzoek blijkt dat steeds minder studenten en medewerkers papieren boeken lenen. Vooral bij de faculteiten in De Uithof daalt dit aantal gestaag. Bij de faculteiten Rebo en vooral Geesteswetenschappen is dit aantal hoger, al zie je ook hier een dalende trend. Het is een logische ontwikkeling want steeds vaker is het studiemateriaal digitaal beschikbaar.

In de periode 2007-2014 is het aantal papieren boeken dat de UB kocht met 64 procent afgenomen, van 15.295 naar 5.551 per jaar. Van die gekochte boeken zijn er maar liefst rond de 4.000 bestemd voor Geesteswetenschappen.

Geesteswetenschappers moeten vaak wel van papier lezen: in veel gevallen is er geen digitaal alternatief. Maar studenten en medewerkers blijken het ook prettiger te vinden om langere teksten van papier te lezen.

Bij de andere faculteiten kiezen de meeste studenten voor digitale publicaties, ook al omdat ze daar snel bij kunnen. Bovendien worden de meeste boeken voorgeschreven door de docent en dat is digitaal makkelijker zoeken dan in een fysieke kast.

Ook medewerkers gebruiken de vrij toegankelijke boeken zelden. Ze zouden dat eigenlijk wel willen, maar beschouwen de UB vooral als het domein van studenten en vinden dat er in de UB te weinig plek is om papieren boeken te raadplegen. Zij vragen boeken vaak aan en raadplegen die op hun eigen werkplek.

Je zou dus zeggen dat een open opstelling in de UB, dat de boeken direct toegankelijk zijn, in De Uithof niet zo nodig is en in de binnenstad wel. Toch gaat dat niet helemaal op. Ook in De Uithof zeggen veel studenten dat ze het stimulerend vinden om  tussen de boeken te studeren.

Hierdoor is er sprake van een paradox: de UB wordt vooral bezocht door studenten die het prettig vinden tussen de boeken te werken maar over het algemeen weinig gebruik maken het papieren studiemateriaal, terwijl veel medewerkers wel graag meer zouden willen grasduinen in de boeken, maar nauwelijks in de UB komen omdat ze de bibliotheek beschouwen als een plaats voor studiewerkplekken van studenten.

Tags: universiteitsbibliotheek | plussen en minnen

Advertentie