Is een reactie die je vaak krijgt als je geen technische, economische of medische studie volgt.  Een minder geïnformeerde gespreksgenoot vermoedt al snel dat over een paar jaar de Italianen vloeiend Engels zullen spreken en zo niet, vertaalcomputers communicatie  mogelijk zullen maken.

De realiteit is anders; Italianen spreken nog steeds matig Engels en vertaalcomputers worden weliswaar steeds nauwkeuriger maar zullen nooit de juiste intonatie van een tekst kunnen interpreteren. Bovendien, wij Nederlanders zijn ook lang niet zo vloeiend in het Engels als we soms doen denken, boekjes als I always get my sin zijn daar het bewijs van.

Toegevend, met alleen een woordje Italiaans te spreken ben je er nog niet, daar bestaat immers al een– 60 miljoen inwoners tellende – laars vol van. Maar combineert men die kennis met andere vakken zoals; economie, taalkunde, vertaalkunde, onderwijs, kunstgeschiedenis, politiek, technologie, literatuur, journalisme, sport, toerisme, muziek, de voorbeelden zijn oneindig...  kan men juist uniek en aantrekkelijk zijn op de arbeidsmarkt, het aanbod is immers zeer gering.

En juist hier profileert Italiaans zich op, doordat de klassen klein zijn is er veel ruimte voor eigen invulling.  Net zoals in alle andere branches: niets gaat vanzelf en er is motivatie en doorzettingsvermogen voor nodig om ergens in uit te blinken. Maar toch zijn er in het kleine Italiaanse wereldje in Nederland,  genoeg uitzonderlijke voorbeelden in wiens voetstappen ik maar al te graag zou treden.