Er is iets fout gegaan in de ontwikkeling van de mens. Dat is de belangrijkste conclusie van het onderzoek naar hoe mensen denken en de effecten hiervan. Genetisch betekent in dit verband overgedragen. Van generatie op generatie. Elke generatie draagt de kennis van de codes in de vorm van de taal over op de volgende generatie.

Hoe je denkt heb je dus geleerd van de mensen in je jeugd. Ouder(s) en anderen. De fouten worden daarbij ook doorgegeven. Fouten die veel leed als effect hebben. De fouten worden zichtbaar wanneer je luistert naar mensen met als context drie beperkingen die ieder mens met zijn denken heeft.

1. We kunnen niet weten wat er in de toekomst gaat gebeuren. We kunnen het inschatten, maar niet weten. De situatie heeft nog niet plaatsgevonden. Wanneer mensen nadenken is dat besef er niet. We denken iets te weten wat we in de werkelijkheid niet kunnen weten. Wat wordt gedacht over de toekomst wordt als werkelijkheid ervaren. Die gedachten roepen een gevoel op. Dat gevoel bepaalt op dat moment onze belevingswereld.

2. We kunnen niet weten wat een ander denkt of voelt. Ook dat kunnen we inschatten, maar niet weten. Toch ervaren we met de (kern)gedachten die we hierbij gebruiken de bedachte situatie als werkelijkheid. Ook hier roepen de gedachten een gevoel op en ook dat gevoel bepaalt op dat moment onze belevingswereld.

3. We kunnen niet in oneindigheid in tijd en ruimte denken. We kunnen ons er niets bij voorstellen. Oneindigheid heeft namelijk geen context. Deze beperking maakt de grens tussen weten en geloven zichtbaar.

De fouten in onze manier van denken door het ontbreken van een begrenzing

Het denken heeft nog geen context. Ons brein heeft daardoor geen grenzen. Het schiet met gedachten alle kanten op. Naar het verleden, zonder het besef dat het verleden voorbij is. Naar de toekomst, zonder het besef dat de toekomst nog moet komen. Zonder het besef dat nu de werkelijkheid is.

Daarmee heeft ons brein geen mogelijkheid om de overgang van weten naar fantaseren op te merken. Werkelijkheid en fantasie lopen door elkaar. Het brein zoekt naar antwoorden die er niet zijn. Het brein denkt te weten, terwijl dit in de werkelijkheid niet kan. Het brein beseft niet dat het gedachten zijn en niet de werkelijkheid. Gedachten roepen gevoelens op en die bepalen onze beleving. Oude gedachten roepen een oud gevoel op wat los staat van de werkelijkheid. Fantasieën roepen gevoelens op die los staan van de werkelijkheid.

Voorbeelden van gedachten die je uit de werkelijkheid halen

Waarom reageert ze niet? Dat komt wel goed. Als ik het vraag, doet ze het wel. Ze kunnen me echt niet missen. Zal hij ooit nog veranderen? Als ik mijn best maar doe, dan houd ik mijn baan wel. Wat zullen ze van me denken? Denken ze dat ik niets te doen heb? Wie goed doet, goed ontmoet. Stel dat ze nee zeggen. Zal me dat later niet verweten worden? Dat doen ze wel. Stel dat er een ongeluk is gebeurd. Ze komt wel. Als het bedrijf moet inkrimpen, lig ik er als eerste uit. Ik vergis me nooit in mensen. Als je maar goed leert, dan kom je er wel. Waarom moet mij dat weer overkomen? Stel dat ze niet betalen. De mensen begrijpen dat wel. Ik denk dat zij zich aanstelt. De aanhouder wint. Als je vluchtelingen terugstuurt, stapt er niemand meer in een bootje. Als je specialisten te weinig betaalt, dan gaan ze naar het buitenland. Geld is de motor van de economie. Een brexit is een ramp voor Europa.

De oorzaken

We hebben de grenzen niet geleerd tussen weten en inschatten. Tussen weten en geloven. Deze grenzen bepalen het speelveld van je denken. Binnen deze grenzen kun je weten wat je denkt. Buiten deze grenzen kun je geloven of inschatten wat je denkt. Buiten de grenzen van het speelveld bevinden zich de fantasieën die niet als zodanig worden herkend. 'Als ik zeg wat ik denk, komen daar alleen maar moeilijkheden van', is daar een voorbeeld van. 'Dus, doe ik dat maar niet', is het besluit. Een besluit op grond van een fantasie. Niet op de werkelijkheid, want de situatie heeft nog niet plaatsgevonden.

De effecten van de fouten

Angsten. Veel angsten. Voor de reactie van een ander. Voor een mogelijke afloop. Voor de teleurstelling. Voor het verleden. Voor wat er in de toekomst zou kunnen gebeuren. Fouten. Veel fouten op grond van iets denken te weten wat je niet kan weten omdat het over de toekomst gaat. Over wat een ander denkt en voelt. Over oneindigheid.

We gaan de grenzen van de mogelijkheden van ons denken over met drie soorten gedachten. Drie kerngedachten.

Met mijn onderzoek naar gedachten werd gekeken met welke soorten gedachten de mens over die grenzen ging. Deze zijn kerngedachten genoemd.

  • Niet te beantwoorden vragen

  • Toekomstgerichte overtuigingen

  • Niet herkende fantasiegedachten

Het bleek dat herkenning van dit soort gedachten, met het besef van de grenzen van de mogelijkheden en onmogelijkheden van het denken, een sleutel is om gedachteprocessen te stoppen of om te buigen.