In reactie op de mening van Wouter Masselink over James Le Fanu wil ik allereerst opmerken dat uit niets blijkt dat hij een creationist is. En bovendien, wat dan nog? Als creationisten zich inzetten tegen onderwijs in de evolutieleer op school, dan kun je daarover met ze in debat gaan. Wat betreft Le Fanu, als hij al een tweede agenda had, dan houdt hij die wel erg verborgen.

Als het wantrouwen van genetische manipulatie zijn drijfveer is, dan kunnen we daar tegenoverstellen dat een ander positivisme of wie weet, zijn eigen geldelijk gewin of een jeugdtrauma in het ziekenhuis als drijfveer kan hebben. Dit soort drijfveren staan vaak garant voor eigenzinnig sprekers.

Wat voor Studium Generale geldt is dat we de kwaliteit van sprekers baseren op de kracht van hun argumenten. We hoeven het niet met die argumenten eens te zijn. Als we vermoeden dat iemand een geheime agenda heeft dan geldt nog steeds dat er een mogelijkheid is om in discussie te gaan. Zowel inhoudelijk over de argumenten, als over de motieven of mens- en wereldbeelden die een spreker heeft.

Wat betreft het X-track programma, daarin kwamen drie maal voorstanders aan het woord van technologieën op basis van genetische kennis. Le Fanu schetste een breder perspectief, waarin hij het belang van die technologieën relativeerde ten opzichte van de richting waarin hij denkt dat de gezondheidszorg als geheel zich zal ontwikkelen.

De drie sprekers, de chairman en de zaal heeft op hem kunnen reageren. Dit soort debat over kennis en de context waarin die betekenis heeft en de verschillende meningen die mensen kunnen vormen op basis van dezelfde feiten, dat is waar het op de universiteit om gaat.

Melanie Peters, directeur Studium Generale