Op 13 februari 2015 werd het pand van Geesteswetenschappen van de UvA, het Bungehuis, bezet. Dit heeft geleid tot een golf van nieuwsberichten, interviews, en debatten over het functioneren van Universiteiten.

Sinds september ben ik raadslid bij de Faculteit Geesteswetenschappen. Los van mijn persoonlijke fascinatie voor dit soort debatten was dit ook een fantastische inspiratie voor ons als medezeggenschapsorgaan. Ontzettend belangrijk en we hebben ook veel kritiek van studenten en docenten gekregen ten aanzien van de huidige medezeggenschapsorganen. Een hele belangrijke en terechte vraag die opgeworpen werd was of medezeggenschap wel functioneert als het grootste gedeelte van de studenten geen idee heeft dat het bestaat, laat staan wat medezeggenschap inhoudt.

Aan het begin van ons raadsjaar hadden we een aantal speerpunten opgesteld die wij wilden bereiken en een van die speerpunten was het verwerven van meer bekendheid voor de Faculteitsraad. We hebben ons veelal afgevraagd hoe we de gang van zaken binnen de Faculteit meer konden promoten. Onze insteek was om aan studenten door te geven wat we deden, hoe we dat deden en waarom we deze dingen deden.

Naar aanleiding van al deze debatten over de Universiteit, democratisering van het onderwijs en het functioneren van medezeggenschap sta ik hier anders tegenover. Ik denk dat het de gehele Universiteitsgemeenschap ten goede komt als de medezeggenschapsorganen doorgeven wat studenten en docenten willen, hoe ze dat willen en waarom ze dat willen.

Dat houdt in dat er geen sprake is van top-down bestuur of top-down medezeggenschap, maar bottom-up. Studenten en docenten willen minder regeldruk, meer autonomie en meer ruimte om zich te ontwikkelen. Daar is naar mijn mening bottom-up bestuur voor nodig waarin besturen minder organiserend werken en meer faciliteren. Dit werkt bekendheid voor de medezeggenschapsorganen in de hand, creƫert een cultuur onder studenten en docenten waarin meepraten over onderwijs als vanzelfsprekend wordt beschouwd en leidt op die manier tot een Universiteit waar ieders stem gehoord wordt. Ik wil dit. Wie nou niet?

Door: Josefien van Marlen (Kandidaat Universiteitsraad, lijst VUUR)