‘Op de universiteit is een besluit de start van een nieuwe discussie’
“De Universiteit Utrecht kende ik alleen van de verkeersborden ‘De Uithof’ als ik hier met de auto voorbijreed. Ik had geen idee wat zich daar allemaal afspeelde,” vertelt collegevoorzitter Marjan Oudeman bij haar afscheidsbijeenkomst dinsdag in het Academiegebouw.
Ze liet dat afscheid op haar verzoek gepaard gaan met een mini-symposium over arbeidsmarkt en universiteit. “Omdat onze voornaamste taak toch het opleiden van jonge mensen is.” Het thema is Een leven lang leren omdat jongeren van nu hun hele leven zullen moeten bijleren. “Had ik maar..”, is de titel van de lezing van één van de sprekers omdat je je voortdurend moet afvragen ‘wat moet ik nog weten’.
“Had ik maar..” was misschien ook een gedachte die bij Oudeman kwam bovendrijven toen ze dinsdag zat te luisteren naar de afscheidswoorden. Haar overstap van het bedrijfsleven naar de universiteit was een enorme sprong in het diepe. Niet alleen kende ze de universiteit nauwelijks, ze bleek ook niet bekend met de stroperige, traditierijke bestuurscultuur van deze complexe organisatie.
Decaan Frank Miedema deed als een eersteklas cabaretier uit de doeken voor welke verrassingen de collegevoorzitter in haar begintijd kwam te staan. “In het bedrijfsleven is een besluit een besluit en daar wordt vanuit gewerkt. Op de universiteit ligt dat anders. Een besluit staat op een universiteit helemaal niet vast. Voor velen is het slechts de start van een nieuwe discussie.”
Miedema beschreef hoe in haar eerste maanden ze met een delegatie afreisde naar Singapore. “Jij nam al direct het voortouw. Je was alleen stomverbaasd dat niet iedereen jouw aanwijzingen opvolgde. Zo ging een meegereisde hoogleraar niet met jou mee naar rechts, maar ging linksaf, naar zijn eigen hotel. ”
Ook is de universitaire vergadercultuur niet bepaald effectief in vergelijking met het bedrijfsleven. Miedema schetst hoe een thema als de Uithoflijn in zes verschillende gremia de revue passeerde en zag hoe Oudeman zich daar zichtbaar aan ergerde.
Miedema prees de kracht van de scheidend collegevoorzitter om te verbinden. “Wij als wetenschappers willen graag zenden. Contact met de maatschappij is prima, in de betekenis dat ze moet luisteren naar hoe we de wereld willen verbeteren. Jij zag dat anders en wilde dat wij als wetenschappers meer zouden luisteren naar geluiden uit de maatschappij.”
In de afgelopen vier jaar is duidelijk geworden dat Oudeman inderdaad is van de verbinding, binnen en buiten de universiteit. Ze heeft gezorgd dat meer mensen dan ooit mochten meepraten over de toekomst van de universiteit en dat de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het strategisch plan bij de faculteiten en diensten komt te liggen. Ze heeft ook het bedrijfsleven gekoppeld aan de universiteit met het idee dat innovatie alleen werkt wanneer wetenschap en economie samenwerken.
Je kunt concluderen dat mede door de cultuurverschillen het voorzitterschap van Oudeman niet het meest succesvolle uit de geschiedenis van de UU is gebleken. De Raad van Toezicht dacht met een topper uit het bedrijfsleven een ‘frisse wind’ binnengehaald te hebben. “Maar soms was die wind iets te fris”, constateerde Miedema. Daardoor heeft het haar aardig wat moeite gekost om als buitenstaander snel mee te draaien in het universitaire circus.
De les die uit dit voorzitterschap getrokken kan worden, is dat de universiteit gebaat is bij een nieuwe voorzitter die niet helemaal een buitenstaander is. Een beetje frisse wind kan geen kwaad, maar om goed te kunnen besturen lijkt het nodig om te weten uit welke hoek de wind waait binnen een organisatie als de onze.