Hoe zit het met de onafhankelijkheid van DUB?

De onafhankelijkheid van universiteits- en hogeschoolbladen is opnieuw een issue. Zelfs onderwijsminister Ingrid van Engelshoven geeft aan dat in een tijd dat universiteiten en hogescholen minder toezicht willen, het belangrijk is dat er een vrije pers is. “Eigen media kunnen helpen om kritische vragen te stellen: hoe zit het precies?”, zegt ze in een interview.

In de Tweede Kamer komt de onafhankelijkheid regelmatig aan de orde. D’66-Kamerlid Paul van Meenen bracht in een debat over de medezeggenschap het belang van persvrijheid naar voren. De minister beaamde dit, maar zei die onafhankelijkheid niet te willen afdwingen door middel van sancties.

Hoe zit het dan eigenlijk met die onafhankelijkheid? Het ISO heeft vorige week een inventarisatie gemaakt. De organisatie hanteert drie criteria om de mate van zelfstandigheid te meten. Er moet een redactiestatuut zijn en een redactieraad die toezicht houdt. Daarnaast zou het blad of de site niet onder de afdeling communicatie mogen vallen.

Bij de inventarisatie blijkt dat alle universiteiten een eigen onafhankelijk medium hebben, ook al voldoen ze niet altijd aan de drie criteria. Bij de hogescholen ligt dat een tikje genuanceerder. Slechts acht van de veertien (grote) hogescholen hebben een eigen blad/site. Verder hebben maar vijf bladen een stichtingsvorm, in de meeste gevallen zijn de bladen ondergebracht bij de afdeling communicatie.

Ook bij DUB is dat het geval. Onze redactie valt onder de directie Communicatie en Marketing. Er zijn echter wel afspraken gemaakt over de inhoudelijke onafhankelijkheid. De directie gaat over de organisatie en de managementkant. Inhoudelijk is de hoofdredacteur verantwoordelijk en als er problemen over artikelen zijn, is het woord aan de redactieraad.

In onze redactieraad zitten wetenschappers, ondersteunend personeel, studenten en twee journalisten van buiten de universiteit. Bij het vertrek van een lid komt de redactieraad met een voorstel voor een nieuwe benoemiing. Het College van Bestuur benoemt. Tot nu toe heeft het college geen enkele een benoeming geweigerd, al zou dat in theorie wel kunnen. De benoeming door het College van Bestuur heeft wel als voordeel dat ze redactieraad heel serieus nemen. Minstens een keer per jaar vergadert het College van Bestuur met de redactieraad. 

DUB heeft een redactiestatuut waarin dit alles staat. Alleen is dit statuut verouderd. Het is nog gemaakt in de tijd van het Ublad en gaat uit van een papieren uitgave. Ook staat het niet op onze website, zoals het ISO in haar rapport aanbeveelt als vorm van transparantie. De planning is om het statuut aan te passen en inderdaad ook op de website te publiceren.

Formeel is het dus redelijk geregeld. De vraag is of DUB beter zou functioneren als een stichting. Ooit was het Ublad een stichting, maar in 1999 is die opgeheven en sindsdien valt de redactie onder de Directie Communicatie en Marketing. Ik geloof niet dat de onafhankelijkheid hierdoor extra onder druk is komen staan. Ook een stichting heeft een kwetsbare financiële subsidierelatie met de universiteit.

In de praktijk kunnen de redactieleden van DUB hun werk als onafhankelijke journalisten goed doen. Het belangrijkste uitgangspunt van de redactie is: ‘wij schrijven niet wat de universiteit wil vertellen, maar wat belangrijk is voor studenten en medewerkers van de UU om te weten’.

Binnen de universiteit heerst een debatcultuur. Dat is positief voor een universiteitssite. Daarnaast kunnen studenten en medewerkers de weg naar DUB  vinden als ze een thema op de agenda willen zetten. Door de groeiende bekendheid van DUB is het aantal tips de laatste jaren gestegen.

Soms merken we wel dat mensen met een kritisch geluid daar door hun bestuursleden op aangesproken worden. De één ervaart dit als een uitdaging de volgende keer nog kritischer te worden, voor de ander is het een teken voorzichtig te worden.

Als het gaat om de medezeggenschap, is er wel een zaak die ons zorgen baart. De universiteitsraad en faculteitsraden zijn voor ons een belangrijke bron van wat er speelt. Nu blijkt dat we regelmatig te maken krijgen met vergaderingen die het etiket ‘vertrouwelijk’ krijgen of waarvan de stukken niet openbaar worden gemaakt. Vroeger ging het dan om onderwerpen die over een persoon gingen, zoals een benoeming bijvoorbeeld. Je ziet ook dat de raden discussieonderwerpen vertrouwelijk maken. Ze willen eerst beslissen en dan pas delen. Dat is echter een slechte ontwikkeling. DUB wil onderwerpen snel brengen, zodat mensen weten wat er speelt en daar nog over kunnen meedenken.

Het zijn overigens niet alleen de bestuurders die de agendapunten vertrouwelijk maken. Ook steeds meer (students)raadsleden gaan daarin mee. Het is goed dat ISO de onafhankelijke media scherp houdt en instellingen aanspreekt op de persvrijheid binnen hun universiteit of hogeschool, maar het kan geen kwaad die spiegel ook aan haar eigen leden voor te houden.

Tags: persvrijheid

Advertentie