Demotiverend

De zonovergoten werkkamer van Hans Stoof in het Bestuursgebouw. Terwijl de rector-magnificus van het Harvard van de Utrechtse Heuvelrug een nostalgische blik werpt op de machtige contouren van het medische bolwerk aan de overkant van de Universiteitsweg, brengt een secretaresse hem de zoveelste brandbrief uit de faculteit Bètawetenschappen. Dan komt collegevoorzitter Yvonne van Rooy de kamer binnen.

“Ha die Hans, wat kijk je somber, is er iets?”

“Hou op Yvonne, ik krijg net weer een brief van Van Ree over die vervelende bèta’s, ik word niet goed van die lui, weet je dat?”

“Onze bèta’s met het gat in hun handje en de felrode cijfertjes in hun begroting? Wat wil Van Ree nou weer?”

“Hij wil dat ik iets doe, geloof ik.”

“Daar valt iets voor te zeggen, lijkt me, een rector die iets doet.”

“Leuk hoor Yvonne, maar ik vind dat ik al meer dan genoeg voor onze bèta’s heb gedaan.”

“Je bedoelt dat je één van je medische vriendjes uit Leiden hebt gevraagd om een rapport te schrijven waarin de loftrompet wordt gestoken over biologie en scheikunde en waarin de natural sciences worden afgekraakt, en dat je vervolgens één van je medische vriendjes uit Utrecht hebt uitgenodigd om de hele bètafaculteit op een niet al te opvallende manier in de richting van de faculteit Geneeskunde te manoeuvreren?”

“Eh....”

“Ik moet toegeven, Hans, het idee was lang niet onaardig. Jammer alleen dat het iedereen meteen is opgevallen.”

“Meen je dat, Yvonne, denk je echt dat ze het doorhebben? Ik dacht juist dat we het zo subtiel gespeeld hadden door hier en daar ook nog een beetje wis- en natuurkunde te laten bestaan, vooral die delen waaraan wij als UMC behoefte .... eh, ik bedoel waar baanbrekend fundamenteel onderzoek wordt verricht.”

“Uiteraard Hans, heel belangrijk, fundamenteel onderzoek, zo lang het de toepassing althans niet in de weg staat. Had je trouwens echt verwacht dat de manoeuvres van je goede vriend Van Ree onopgemerkt zouden blijven, nu ons wakkere DUB er in geuren en kleuren verslag van doet? Vind je dat niet een tikkeltje naïef?”

“Ach Yvonne, soms denk ik wel eens dat we het Ublad vorig jaar beter niet hadden kunnen opheffen. Dat blad werd tenslotte door geen hond meer gelezen. Maar op die website van ze kan iedereen roepen wat hem voor de mond komt en voor je het weet staat het op Twitter, of hoe dat spul mag heten. Heel hinderlijk.”

“Ja hoor eens Hans, we zijn een moderne universiteit met transparante communicatie. Dan moet je tegen een beetje discussie in het openbaar kunnen. Ik weet wel dat jullie daar in het UMC niet zo van houden, maar aan democratische universiteiten is dat iets volstrekt vanzelfsprekends. Heel belangrijk voor het academische debat, mensen die fris van de lever hun mening geven.”

“Ja ja. Nou als jij dat vindt, dan zal ik Van Ree maar antwoorden dat zo’n vlerkerig interview er in dit huis gewoon bij hoort.”

“Interview? Wat voor interview?”

“O, op de DUB staat een interview met onze goede vriend Casper Erkelens van natuurkunde, die het zoals je weet niet in alle opzichten met onze visie op de toekomst van de bètafaculteit eens is en dat niet onder stoelen of banken steekt.”

“Een interview? Zonder eerst met mij te overleggen? Wat krijgen we nou?”

“Dat vraagt Van Ree zich ook af, ja. Maar als jij het zo goed voor het debat vindt dat hij en de andere fysici ons visionaire beleid - heel fris van de lever - demotiverend en de dood in de pot noemen…..”

“Wat??? Demotiverend? De dood in de pot? En dat open en bloot op DUB zodat iedereen het kan lezen? Wat denkt die Erkelens wel? Ik ga nu meteen met Van Ree bellen. Het wordt hoog tijd dat hij ingrijpt.”

“Maar Yvonne, net zei je nog ….”

“Houd je mond, Hans, toen wist ik nog niet van dit schandelijke interview. De dood in de pot, hè? Hoe durft hij?”

Tags: schreef

Advertentie